Nieuwe Stagiaire Opleiding: 50 procent duurder

Delen:

meer-geldDe nieuwe opleiding voor advocaat-stagiaires wordt ongeveer 50 procent duurder. Binnen de advocatuur wordt uiterst verbaasd op deze enorme stijging gereageerd. Zo wordt de stijging als te fors beschouwd en wordt gevreesd dat met name kleinere kantoren hierdoor in de problemen komen. Onduidelijk is of de nieuwe opleiding, en het nu bekend geworden hiermee gepaard gaande budget, zal leiden tot het verdwijnen van de bestaande ‘on top of’-opleidingen.

Voor de opleiding is een maximumbedrag vastgesteld van €14.500. Dit blijkt uit door de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) opgestelde criteria voor de nog te selecteren uitvoeringsorganisatie die de opleiding zal gaan verzorgen vanaf september 2013.

De huidige opleiding kost ‘slechts’ circa €10.000. Eerder voorspelde Mr. al een stijging naar €15.000. Een schatting die destijds door de NOvA in alle toonaarden werd ontkend, omdat geen rekening zou zijn gehouden met de effecten van e-learning, dat volgens de beroepsorganisatie veel geld en tijd zou kunnen besparen. In diezelfde berekening gaf Mr. aan dat de toename van het aantal onderwijsdagdelen (van 69 naar 79) ook zou leiden tot meer niet-declarabele kosten en dus meer inkomstenderving. Ook deze beredenering blijft overeind, maar met dien verstande dat het definitieve curriculum is vastgesteld op totaal 75 dagdelen. Dus iets minder dan aanvankelijk door de Orde werd aangegeven, maar nog altijd een toename in onderwijsuren van circa 10 procent en daarmee dus ook een hogere studielast. Want alleen door meer onderwijs én meer huiswerk kan er sprake zijn van een wezenlijke verbetering van het niveau van de stagiaire. Zo blijkt uit onder meer het rapport van de Commissie Kortmann.

Groot probleem

Voor de grote kantoren lijken de hogere opleidingskosten en meer inkomstenderving geen probleem. Zij kunnen dat wel ‘wegschrijven’ over de hoofden van andere medewerkers die reeds geld opleveren. Ook de middelgrote kantoren zullen hierom niet minder stagiaires aannemen, maar zij verbazen zich wel over de hoogte van het maximumbedrag en betwijfelen of de draagkracht van kleinere kantoren hiervoor toereikend genoeg is.

Wouter Ribbers, bestuurslid bij JPR Advocaten: “Het is een behoorlijk bedrag, maar de top 50-kantoren zullen er heus geen boterham minder om eten. Ook de middelgrote kantoren zullen er geen nacht van wakker liggen. Die kunnen dat makkelijk aan en zijn gebaat bij een betere en stevigere opleiding. Voor kleinere kantoren zal het wel moeilijk(er) worden om een stagiaire aan te trekken. Hun marges zijn immers veel marginaler. Met name omdat zij vaak meer toevoegingzaken doen.”

Managing partner Rutger Ploum (Ploum Lodder Princen) noemt het plafondbedrag zelfs onverstandig. “Ik vind het nogal fors, zeker in crisistijden. Voor kleine kantoren is dat ondoenlijk. Ik weet niet of het verstandig is om het zó duur te maken. Het zorgt namelijk voor een (verdere) tweedeling in de advocatuur. Dat was er natuurlijk al een beetje door de Zuidas-kantoren met hun eigen topopleidingen en daartegenover al die andere kantoren die dat niet hebben. Maar dat krijg je nu ook met de beroepsopleiding; kleinere kantoren die dat met moeite nog kunnen opbrengen. Ik vind dat de hele advocatuur ervoor moet waken dat dit niet gebeurt.”

Ook Maarten Letschert, managing partner van Holla Advocaten, is onaangenaam verrast en uit zijn zorgen voor de kleinere kantoren. “Voor hen wordt het echt een groot probleem. Een financiële hobbel. Een reëel gevaar is bovendien dat de kostprijs hoger wordt en daar krijgen de cliënten dan weer last van. Dat is in deze tijd niet zo fijn.” Tegelijkertijd zegt hij dat Holla er niet minder stagiaires om zal aannemen. “Het is veel geld, maar op het totaal relatief. Het zal onze investeringen niet beïnvloeden.” Letschert betwijfelt overigens wel of de nieuwe opleiding zoveel beter zal zijn dat hij zijn eigen opleidingsprogramma (de ‘Holla Academy’) kan schrappen. “Met ons leertraject vullen we de lacunes van de huidige opleiding op. Ik verwacht eerlijk gezegd niet dat het nieuwe pakket van de Orde zodanig is dat wij daar op zouden kunnen besparen. Eerst zien dan geloven.”

Voorzitter van de Law Firm School Steven Schuit heeft ook zo zijn twijfels. “Ik vind het heel veel geld. De vraag is of het een gerechtvaardigd bedrag is. Er zijn immers veel advocaten van kleine kantoren die de opleidingskosten voor hun stagiaires uit eigen zak moeten betalen. Bovendien zijn de stagiaires ook nog eens meer weg van kantoor. Voor de kleine advocatuur is dat extra lastig omdat het werk van een stagiaire op zo’n kantoor vaak de basis vormt voor zijn eigen salaris. Ik zet daarom grote vraagtekens bij deze plannen.” Op de vraag of de Law Firm School opgeheven wordt als de NSO klaar is, volstaat Schuit met: “Daar kan ik pas wat over zeggen als we tenminste een jaar verder zijn. Het zou mooi zijn als het zo ver komt!”

Beoordelingscriteria

De NOvA bepaalt binnenkort welke opleidingsorganisatie de opleiding mag verzorgen. Hiertoe heeft de Orde een offerteaanvraag gemaakt. Duidelijk is dat de prijs van de nieuwe opleiding een zeer belangrijke factor is in de beoordeling van de offertes. De NOvA laat namelijk weten dat elke aanbieder die boven het prijsplafond van € 14.500 offreert per definitie afvalt, hoe goed de kwaliteit van die aangeboden opleiding dan ook is. Het gaat dus om een absoluut maximum.

Andere beoordelingscriteria die bepalen welke opleider het economisch meest voordelig is voor de Orde om mee in zee in te gaan, zijn onder meer de mate waarin de opleider bijdraagt aan:

  • een kwalitatief hoogwaardige uitvoering;
  • het tijdig bereiken van eind- en toetstermen door een zo groot mogelijk percentage stagiaires, en
  • het tijdig en volledig starten van de opleiding, uiterlijk op 1 september 2013.

Ook geldt als belangrijke wegingsfactor de mate waarin de opleider het vertrouwen wekt dat de opdracht op professionele en kwalitatief hoogstaande wijze wordt uitgevoerd met oog voor de behoefte van de advocatuur.

De offerteaanvraag is toegestuurd aan enkele marktpartijen die op dit moment al onderwijs verzorgen voor de Voortgezette Stagiaire-Opleiding. Daarnaast heeft de Orde de aanvraag op haar website geplaatst voor andere potentieel geïnteresseerde marktpartijen. Geïnteresseerde opleiders dienen hun offertes uiterlijk vrijdag 2 november in. Zij mogen hun plannen op dinsdag 6 november presenteren. Half november neemt de Orde een voorgenomen besluit. Op 3 december volgt een definitief besluit.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven