Maar liefst 95 van de 783 notariskantoren zaten in het derde kwartaal van 2014 ernstig in geldnood, zo meldt het FD. Daarmee voldoen de kantoren niet aan de normen waarop het Bureau Financieel Toezicht (BFT) toeziet. Dit constateert een toezichthouder van het BFT in een recent brancheoverzicht, een vertrouwelijk stuk dat het FD onder ogen heeft gekregen.
De financiën van bijna 100 kantoren zouden zo slecht zijn dat ze volgens de BFT-rapporteur integriteitrisico’s veroorzaken. ‘Als een notaris onvoldoende geld heeft om zijn lopende verplichtingen (in privé en/of kantoor) te betalen, bestaan er financiële problemen die ook de integriteit en kwaliteit onder druk zetten,’ aldus de interne notitie. ‘Integriteit is net zo dik als je portemonnee,’ stelt de rapporteur.
Een notaris in geldnood kan te maken krijgen met ‘De Verleiders’, waarschuwt het stuk. Gedoeld wordt op de verleiding om met geld van klanten te schuiven. Dit geld komt uit bijvoorbeeld erfenissen en de opbrengst van verkoop van huizen. Nederlanders moeten dat afwikkelen via de derdenrekening van een notaris. Die zou veilig moeten zijn.
Artikel 3 van het Reglement Verslagstaten voor notarissen schrijft voor dat de totale liquiditeit van de notaris in privé plus zakelijk positief moet zijn. ‘Negatieve liquiditeit is niet toegestaan.’ De BFT-rapporteur ontdekt nu dat in het derde kwartaal van het afgelopen jaar ’95 van de 783 kantoren niet aan de norm positieve liquiditeit voldoen’. Deze notarissen zijn niet in staat op korte termijn hun kortlopende schulden te betalen.
Van deze noodlijdende notariskantoren hebben 59 ook een negatief eigen vermogen. Deze kantoren zijn volgens de BFT’er ‘onvoldoende solvabel om geld aan te trekken door middel van leningen’. Een overbruggingskrediet zit er voor hen dus niet in, aldus BFT-rapporteur. Van deze probleemkantoren boeken 34 een negatief resultaat. Daar stapelen de verliezen zich op.
Het rapport toont een slechter beeld dan het BFT-jaarverslag over 2013. Dat meldde problemen bij 62 kantoren. Dat blijkt nu twee derde meer.
Volgens BFT-directeur Thieu Coffeng kloppen bovenstaande cijfers op marginale verschillen na, maar is het uitgelekte stuk de mening van een individuele toezichthouder van BFT.
