Het OM heeft sinds 1 januari 2019 een nieuw benoemingenbeleid voor topfuncties. Deze procedure moet zorgen voor meer transparantie en objectiviteit rond de selectie en benoeming van topfuncties. In de afgelopen tijd zijn verschillende nieuwe (plaatsvervangend) hoofdofficieren en directeuren bedrijfsvoering benoemd. Bijna alleen de directeuren bedrijfsvoering komen hierbij van buiten de OM-organisatie, zo schrijft het Openbaar Ministerie op zijn website en LinkedIn.
Meer diversiteit
Door nu tijdelijk ervaren bestuurders en leidinggevenden voor de parketleiding te werven en op te leiden, hoopt het OM meer diversiteit en externe deskundigheid in huis te krijgen. Het OM wil zelf leren van deze ‘anders geschoolde’ leidinggevenden en bestuurders, en deze externe management- en bestuursprofessionals tegelijkertijd laten ervaren hoe het is om bij het OM te werken.
Detachering
Als extra leden van de parketleiding kunnen deze externe professionals zich in een tot maximaal twee jaar, bij voorkeur via detachering vanuit de eigen organisatie, ontwikkelen tot plaatsvervangend hoofdofficier of directeur bedrijfsvoering. In die periode kunnen ze zich bijvoorbeeld richten op de aansturing en bevordering van strafrechtelijke handhaving, bestuurlijke vertegenwoordiging, beleidsontwikkeling en management, beheer en bedrijfsvoering, aldus de beschrijving van de door het OM geplaatste vacature.
Verantwoordelijkheden opbouwen
OM-topman Gerrit van der Burg nam in een interview met Mr. in augustus al een voorschot op het plan om meer mensen van buiten te halen. Hij zei dat hij hoopte dat het binnenhalen van externe topmensen in de toekomst beter gaat lukken. “We gaan werken met de constructie van ‘toegevoegd lid parketleiding’. Mensen van buiten met de relevante ervaring krijgen dan de gelegenheid om als lid van de parketleiding verantwoordelijkheden op te bouwen. Na één of twee jaar kunnen we dan kijken of ze hoofdofficier of plaatsvervangend hoofdofficier kunnen worden.”
Doorgroeien
Om in aanmerking te komen voor de functie moeten de externe professionals een relevante academische opleiding hebben gevolgd zoals Nederlands recht, bestuurskunde of bedrijfskunde. Ambiëren ze op termijn de functie van plaatsvervangend hoofdofficier, dan is ook een civielrechtelijke rechtenstudie vereist.
Verder moeten ze verschillende jaren als leidinggevende of bestuurder hebben gewerkt, bij voorkeur in het veiligheidsdomein, of ruime ervaring in het strafrecht hebben opgedaan. Daarnaast moeten ze de “motivatie én potentie” hebben om binnen het OM door te groeien en zich verder te ontwikkelen. Met als einddoel: zoveel ervaring opdoen dat ze aan het eind van de benoemingsperiode een serieuze kandidaat zijn voor de functie van plaatsvervangend hoofdofficier of directeur bedrijfsvoering.