In een aanzienlijk deel van de strafzaken besluit het Openbaar Ministerie om niet verder te vervolgen, maar te seponeren. In 2024 bijvoorbeeld was een kleine veertig procent van de afdoeningsbeslissingen van het OM een sepot.
In het rapport ‘Afgezien van vervolging’ heeft de PG bij de Hoge Raad − in het kader van zijn taak als toezichthouder op het OM − onderzoek gedaan naar de manier waarop het OM strafzaken afdoet met een sepot. Voor het onderzoek zijn 204 strafdossiers bekeken die in 2022 zijn geseponeerd.
Geen sepotbrief
Uit het onderzoek bleek dat in een aanzienlijk deel van de onderzochte zaken geen sepotbrief naar de verdachte is gestuurd. Dat was het geval in veertig procent van de onderzochte overtredingszaken en in dertig procent van de onderzochte misdrijfzaken. Ook kregen niet alle niet-Nederlands sprekende verdachten een vertaling. Daarnaast is niet in alle zaken met minderjarige verdachten een sepotbrief verstuurd aan hun wettelijke vertegenwoordiger(s). In vrijwel geen van de zaken waarin een advocaat bekend was, werd een afschrift naar de advocaat gestuurd. Slachtoffers die op de hoogte wilden worden gehouden van de strafzaak kregen lang niet altijd een sepotbrief.
De PG komt tot de conclusie dat het raadzaam is om de praktijk van de verzending van de sepotbrief te herzien.
Standaardtekst
De standaardteksten die worden gebruikt voor het opstellen van een sepotbrief laten te wensen over: de omschrijving van het strafbare feit en de motivering van de sepotbeslissing zijn erg summier. In de sepotbrief aan de verdachte staat niet dat hij bij de hoofdofficier van justitie een klacht kan indienden tegen de sepotbeslissing. Ook wordt niet gemeld dat de meeste sepotbeslissingen worden geregistreerd op het strafblad van de verdachte. De PG beveelt dan ook aan om de inhoud van de sepotbrief te herzien, zodat daarin toereikende informatie is opgenomen over de rechtsgevolgen van het sepot en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Niet begrijpelijk
Verder zijn niet alle beslissingen om de strafzaak af te doen met een sepot begrijpelijk. Soms was er volgens de onderzoekers bijvoorbeeld wel voldoende bewijs, of was een zaak nog niet verjaard – redenen die kunnen leiden tot seponeren. Om de kwaliteit van de sepotbeslissingen te waarborgen wordt aanbevolen om een vorm van intern toezicht in te richten.
Reactie Openbaar Ministerie
In een reactie op het rapport zegt het College van procureurs-generaal dat het “helaas dat nog niet in alle gevallen goed gaat” rond het seponeren van strafzaken. Voorzitter Rinus Otte: “We zijn gedreven onszelf hierin te verbeteren. Het College neemt de conclusies en aanbevelingen van de procureur graag ter harte. Zij bieden concrete aanknopingspunten voor verbeteringen en we gaan hiermee voortvarend aan de slag.”