De verdachte werkte als medewerker crediteurenadministratie bij een stichting. Hij wist in 2017 vijf maal een bedrag van bijna drie ton van zijn werkgever afhandig te maken. Dit deed hij door te rommelen met bankrekeningnummers en facturen. Hij liet het geld op zijn eigen rekening zetten. De verdachte, die destijds ernstig gok- en alcohol verslaafd was, heeft het geld vergokt.
Zeer uitzonderlijk
De rechtbank Amsterdam legde hem een gevangenisstraf van 24 maanden op, waarvan 9 maanden voorwaardelijk. Hij gaat in beroep. De advocaat-generaal bepleit handhaving van de straf.
Het gerechtshof Amsterdam zou dat, rekening houdend met de ouderdom van de feiten en de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep, op zich een passende straf vinden, blijkt uit het arrest. Maar toch oordelen de raadsheren anders. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn gokverslaving in combinatie met zijn persoonlijkheid leiden het hof tot “het zeer uitzonderlijke oordeel” dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de verdachte ondanks de ernst van de feiten en de hoogte van het benadelingsbedrag niet passend is.
Voorzichtig positieve ontwikkeling
Het hof heeft daarbij rekening gehouden met het feit dat de verdachte de afgelopen tijd een voorzichtig positieve ontwikkeling lijkt door te maken en zijn leven iets meer op orde heeft. De verdachte is onder behandeling geweest bij Jellinek en zegt volgens het arrest dat hij inmiddels is gestopt met gokken. Omdat hij onder bewind staat heeft hij ook geen middelen meer om te gokken. Hij is niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten.
Meerdaadse samenloop
Het hof kiest er daarom voor om in plaats van vijftien maanden onvoorwaardelijk een daarmee in gewicht corresponderende taakstraf van 900 uur op te leggen, en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden. Omdat sprake is van meerdaadse samenloop (het hof heeft vijf oplichtingen bewezen verklaard) is de cumulatie van taakstraffen in dit geval niet begrensd tot het wettelijk maximum van 240 uur.