Dat schrijft de voormalig journalist, die tegenwoordig uitgever is, op de journalistiekwebsite Villamedia. Hij noemt verscheidene voorbeelden van de “juridische dreigbrieven” die hij in zijn mailbox ontvangt. Advocaten die proberen een publicatie te dwarsbomen, aanpassing eisen of zelfs maar inzage in het manuscript. Anders, krijgt hij om de haverklap te lezen, volgt een kort geding. “Ik neem aan dat u dit wenst te voorkomen.”
Juridisch gezeik
Als journalist maakte hij het vaak mee ten aanzien van zijn eigen publicaties, nu als uitgever kost het hem ook inkomsten: dit jaar zag nog hij er vanaf een auteur te contracteren van een boek over een bekende mediamagnaat. “Puur omdat de kans op juridisch gezeik te groot (lees: een zekerheidje) was en de zakken van de miljardair in kwestie net even iets dieper zijn dan die van een kleine uitgeverij als de mijne.”
Vaker wel dan niet kan volgens hem een hoop ellende voorkomen worden door eenvoudigweg te bellen met de vraag of een cliënt in een bepaald boek wordt vermeld. Of kan er tot een vergelijk worden gekomen, bijvoorbeeld door af te spreken een mogelijk beledigende passage in een volgende druk niet op te nemen.
Verdienmodel
Niettemin wordt, meent Ursem, liever naar zware middelen gegrepen “omdat dit een verdienmodel is. Een beller is sneller, maar levert ook minder geld op.” Een imponerende brief opstellen “tegen een meer dan behoorlijk uurtarief”, brengt meer geld in het laatje. Volgens de uitgever zou een advocaat zich veel vaker de vraag moeten stellen of men er niet onderling uit kan komen.
Het relaas bevat ook een sprankje hoop: de uitgever wijst op een richtlijn waar de Europese Commissie aan werkt, gericht op het voorkomen van dergelijk misbruik van procesrecht jegens journalisten, zogeheten SLAPPs (strategic lawsuits against public participation).
‘Stop ermee’
Maar liever ziet Ursem vandaag al een einde komen aan ‘togaterreur’. Hij roept de advocatuur dan ook op om te stoppen met “nodeloos intimideren” van journalisten, redacties en mediabedrijven. “Wees terughoudend met het stellen van buitensporige eisen tegen een beroepsgroep die toch al zo onder druk staat.”