Door de kredietcrisis wordt het beroep op overheidsbijdragen voor particulier aan te leggen infrastructuur steeds groter. De vraag is hoe dit mogelijk is zonder dat deze als verboden staatsteun worden gekwalificeerd. In de januari uitgave van het Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht verricht prof. mr. Elies Steyger, advocaat bij Holla Poelman van Leeuwen Advocaten, een inventarisatie naar de mogelijkheden van dit soort steun.
Overheden zijn geneigd financiële bijdragen te leveren aan de infrastructuur die zij in hun territorium nodig achten. Daarbij kan het gaan om infrastructuur in netwerksectoren zoals de spoorwegen, elektriciteitsleidingen en het kabelnetwerk, maar ook aan investeringen van gemeenten in voetbalstadions, gebouwen waar sociaal-culturele activiteiten plaatsvinden, bedrijventerreinen voor economische impuls en woningen in de sociale sector.
Zolang overheden die infrastructuur zelf in eigendom of beheer hebben en deze activiteiten, die met de infrastructuur gepaard gaan, zelf uitvoeren is er niets aan de hand. Dit wordt anders wanneer die infrastructuur wordt geëxploiteerd door private ondernemingen. In het artikel bekijkt Steyger in hoeverre Europese regelgeving, bijdragen aan infrastructuur mogelijk maakt. Verder gaat het artikel in op de jurisprudentie van het Hof van Justitie over dit onderwerp en dan met name in hoeverre de aanleg, beheer en onderhoud van infrastructuur als dienst van algemeen economisch belang kunnen worden gezien.
Het artikel eindigt met een casestudy naar de effecten van het staatssteunrecht op de tot dusver enig echt geliberaliseerde markt, die van de telecommunicatie-infrastructuur.