Overstap van de week is Hans de Savornin Lohman. Hij stapte na 25 jaar Loyens & Loeff per 1 maart over naar de procespraktijk van ondernemingsrechtkantoor De Breij Evers Boon in Amsterdam. De Savornin Lohman is gespecialiseerd in corporate litigation.
Vijfentwintig jaar bij Loyens & Loeff en dan naar een ander kantoor. Vergt dat lef?
Zo een lefgozer ben ik niet. Ik had altijd al een goed gevoel bij De Breij Evers Boon, bij de kwaliteit van hun werk en bij de normen en waarden die zij uitdragen. Ik kende Marcel Evers en Stein van Thiel goed, Marcel uit diverse zaken waarin wij beiden optraden en Stein van Loyens & Loeff. Toen zich een opening voordeed heb ik niet lang geaarzeld.
Was het wennen op uw nieuwe kantoor?
Nee hoor, het ging heel gemakkelijk en snel. In januari was het jaarlijkse ski-uitje van kantoor. Ik ben toen al zeer hartelijk door iedereen ontvangen. Hierdoor voelde het kantoor bij aanvang van mijn eerste werkdag al vertrouwd. Nu, na enkele weken, voel ik mij helemaal thuis. Het is een heerlijke werkomgeving. Er zit zo veel energie in deze groep.
In welk opzicht is De Breij Evers Boon anders dan Loyens & Loeff?
De Breij Evers Boon met bijna dertig advocaten is natuurlijk veel kleiner dan Loyens & Loeff. Dat komt ook omdat het kantoor uitsluitend op het ondernemingsrecht is gericht (transacties en corporate litigation), daar waar Loyens multidisciplinair is. Het ondernemingsrechtelijke werk is vrijwel hetzelfde. Loyens en De Breij komen elkaar ook vaak in dossiers tegen. De lijnen zijn hier veel korter. Op een groot kantoor ontstaan allerlei commissies en subcommissies en is politiek onvermijdelijk.
Mijn nieuwe kantoor is jong (behalve ikzelf) en dynamisch. De sfeer is heel bijzonder, erg positief. Het kantoor is 11 jaar geleden opgericht door de drie naamdragers en het kantoor heeft zich in die jaren krachtig op de kaart gezet. Ik heb veel respect voor hetgeen zij hebben neergezet.
Wat gaat u bij De Breij Evers Boon anders doen dan u bij Loyens & Loeff deed?
Het werk is hier voor mij hetzelfde. Wel is het zo dat op de grotere kantoren het grootste deel van het voorbereidende werk door de jongeren wordt gedaan, terwijl ik hier meer zelf het handwerk zal doen.
Wordt het nu vijfentwintig jaar bij De Breij Evers Boon of wordt het job hoppen?
Misschien wordt het geen van beide. De Breij zal het wellicht niet tot mijn 85ste met mij uithouden. Zolang zij het wel met mij uithouden, is er voor mij geen aanleiding om naar een ander kantoor te gaan. Wat mij betreft is het: you only live twice. Maar over 25 jaar zien wij natuurlijk weer verder.