Wat doet de Hoge Raad eigenlijk? En wat juist niet? Veel Nederlanders zijn niet of nauwelijks op de hoogte van de werkzaamheden van de hoogste rechtsprekende instantie van het land. Daarom schreef Maarten Feteris, de president van de Hoge Raad samen met zijn (voormalig) persoonlijk medewerker Jason van Heusden het boek De kleine Hoge Raad voor Dummies. Het ligt donderdag in de winkel.
Waarom vindt u het belangrijk dat een grotere groep mensen in de samenleving, ook buiten de gespecialiseerde cassatiepraktijk, weet wat de Hoge Raad is en doet?
Maarten Feteris: “Veel van de uitspraken van de Hoge Raad zijn bepalend voor de vorming van het recht in Nederland. Dat kan voor iedereen in onze samenleving van belang zijn. De Hoge Raad is de hoogste rechter in Nederland op het gebied van burgerlijke, straf- en belastingzaken. De Hoge Raad doet aan rechtsbescherming door in te grijpen als een rechtbank of gerechtshof de wet of een verdrag in een concreet geval onjuist uitlegt of toepast. De Hoge Raad draagt daarmee bij aan rechtseenheid en rechtsvorming voor andere gevallen. Dat laatste is van groot belang. ”
Zijn er zoveel misverstanden over wat de Hoge Raad doet?
“Het is mij opgevallen, bijvoorbeeld bij open dagen en bij lezingen, dat veel mensen geen, een heel beperkt of een onjuist beeld hebben van wat de Hoge Raad is en doet. Als je erover vertelt, fascineert het hen vaak wel.”
Wat is een veelgehoorde misvatting?
“Dat de Hoge Raad alleen op formaliteiten zou letten. En soms ook het idee dat de Hoge Raad de zaak in al zijn facetten helemaal opnieuw kan beoordelen, inclusief zittingen met het horen van partijen en/of getuigen. Voor veel mensen is niet duidelijk dat de Hoge Raad de feiten niet opnieuw vaststelt, dus niet de zaak nog eens overdoet. Waar het op aankomt is dat een uitspraak van een lagere rechter voorligt en dat de Hoge Raad zich daarover moet uitspreken en alleen voor zover daartegen juridische klachten worden ingebracht.”
Voor wie is dit boekje eigenlijk allemaal interessant?
“De Dummie is gericht op mensen die weinig of niets van de Hoge Raad en zijn werkzaamheden afweten, maar er wel in geïnteresseerd zijn. Het boek is daardoor waarschijnlijk interessant voor een grotere doelgroep, maar ook voor rechtenstudenten uit alle jaren en juristen die niet thuis zijn in de cassatiepraktijk. Die kennen vaak wel de arresten, maar weten weinig over hoe het bij ons werkt.”
Waar haalt u de tijd vandaan om naast al uw werkzaamheden ook dit boek te schrijven?
“Ik heb het boek niet alleen geschreven, maar met medewerking van mijn (voormalig) persoonlijk medewerker Jason van Heusden. Hij heeft ook een belangrijke rol vervuld. Natuurlijk heeft het tijd gekost, ook buiten de reguliere kantoortijden, maar dat vond ik geen probleem. Het was een leuk project en veel in het boek sluit direct aan bij waar ik dagelijks mee bezig ben. En wat ook hielp was dat ik ook al eens een dik boek over de Hoge Raad als hoogste belastingrechter heb geschreven.”
Heeft u zelf nog iets geleerd bij het schrijven van het boek?
“Bij alles wat je erin schrijft moet je er rekening mee houden dat het ook duidelijk moet zijn voor iemand die nog weinig van ons werk weet. Dus het dwingt je om heel helder voor ogen te hebben wat belangrijk is in ons werk, en om geen stappen in de redenering over te slaan omdat je verwacht dat de lezer dat wel weet. Het werkt dus als een niets verhullende spiegel die je jezelf moet voorhouden.”