‘Probleemoplosser en geschilbeslechter, de rechter is het allebei’

President van de Rotterdamse rechtbank, voorzitter van het presidentenoverleg en lid van het crisisteam dat de Rechtspraak door de coronatijd moet leiden: Robine de Lange-Tegelaar is het allemaal. In dit interview reflecteert ze op de coronacrisis en de uitdagingen voor de Rechtspraak: “Als we in maart niet meteen alles hadden ingezet op zoveel mogelijk zaken digitaal en telefonisch behandelen, waren we nu niet bestand geweest tegen de tweede golf.”

Delen:

Probleemoplosser en geschilbeslechter de rechter is het allebei
Robine de Lange (foto: Chantal Ariëns)

De datum van 15 maart 2020 staat Robine de Lange in het geheugen gegrift. Op die dag drong tot Nederland de ernst van de coronacrisis pas goed door. De ministers Bruno Bruins en Arie Slob maakten tijdens een persconferentie bekend dat horeca, scholen en veel openbare gebouwen dichtgingen. In alle andere ruimten moest de anderhalve meter afstand worden gehandhaafd.
“We waren in maart als Rechtspraak absoluut niet voorbereid op die crisis”, blikt De Lange terug. “Net zomin als andere organisaties trouwens.” Het in allerijl samengestelde landelijke crisisteam, waarvan De Lange als voorzitter van het Presidenten Raad Overleg (PRO) deel uitmaakte, ging direct koortsachtig aan de slag. “Ik heb die zondag met alle voorzitters van de overleggen voor vakinhoud gebeld met de vraag: ‘Hoe gaan we zorgen dat het werk doorgaat zonder fysieke zittingen?’ Ze zijn meteen begonnen met het maken van regelingen die de dinsdag erop in werking zijn getreden.”
Er was geen andere optie dan de gerechtsgebouwen te sluiten, zegt De Lange. “De fysieke Rechtspraak laten doorgaan op anderhalve meter kon niet: daarvoor ontbraken de voorzieningen. Er was ook geen transport mogelijk vanuit de penitentiaire inrichtingen. We hebben gezorgd dat alle urgente zaken met kunst- en vliegwerk konden doorgaan, via telehoren of Skype. Het heeft even geduurd voordat dat echt goed lukte, maar het was wel nodig om recht te kunnen doen.”

Beeldbellen

In die eerste twee maanden (toen de rechters nog geen fysieke zittingen konden doen) heeft de Rechtspraak ongeveer zeventig procent van de zaken afgehandeld. “Best veel”, vindt De Lange. “Maar voor alle mensen en bedrijven van wie de zaken werden uitgesteld, was het natuurlijk verschrikkelijk. Overigens kwamen er in die tijd ook minder nieuwe zaken binnen.”

Vrij snel bleek dat veel civiele en bestuurszaken konden worden afgehandeld met beeldbellen, maar dat gold lang niet voor alle straf-, jeugd- en familierechtzaken. Die kregen daarom voorrang toen de deuren van de gerechtsgebouwen half mei stapsgewijs weer opengingen. Er kwamen spatschermen, zalen werden anders ingericht, er werd extra ruimte gecreëerd: zo kon de Rechtspraak de draad weer oppakken. Sinds half augustus is publiek ook weer welkom, na aanmelding van tevoren.

Is dit het nieuwe normaal?
“Zolang we met corona zitten, is de wereld niet normaal. We doen naast fysieke zittingen Skype-zittingen en hybride zittingen (waarbij een aantal partijen fysiek aanwezig is en een aantal via Skype meedoet). En ook als corona achter de rug is, zullen er mensen zijn die mee willen kijken met een zitting via Skype, bijvoorbeeld bij een handelsgeschil met belangstellenden en journalisten in het buitenland. Dat scheelt enorm veel reistijd en kosten. We moeten ons nog beraden op wat we behouden uit de coronatijd.”

De Lange kijkt met tevredenheid terug op het besluit om de meeste prioriteit te geven aan beeldbellen. “Het kon dankzij de Covid-spoedwet, en ik denk dat dit een goede keus is geweest nu we weten hoe lang corona duurt. Als we in maart niet meteen alles hadden ingezet op zoveel mogelijk zaken digitaal en telefonisch behandelen, waren we nu niet bestand geweest tegen de tweede golf. We zagen vrij snel in dit zou wel eens langer kunnen duren.”

Is het rechtspraakpersoneel tevreden over Skype?
“Om te beginnen moet de techniek het doen. Gelukkig staan onze IT-afdelingen landelijk en lokaal dag en nacht paraat om alles weer op gang te krijgen als dat nodig is. Telehoren vanuit gevangenissen was in het begin ook problematisch wat betreft de logistiek. Het is echt vreselijk als de verdachte niet op het juiste moment voor de camera verschijnt. Rechters en advocaten zijn daar soms wel wanhopig van geworden.”

Voorgangers

Wegens coronabeperkingen vindt het interview met De Lange plaats met Skype. De president zit in haar werkkamer in de rechtbank op de Kop van Zuid in Rotterdam. Aan de muur hangen portretten van haar voorgangers. “Ik voel me in de rug gesteund door hen”, zegt ze met een knipoog.
Robine (spreek uit: Robien) de Lange is 58 en woont in Wassenaar. Ze is geboren in Rijswijk en studeerde rechten in Leiden. “Niet omdat ik als zeventienjarige het belang van een goed rechtsstelsel al inzag, hoor. Ik was goed in talen en tekst verklaren, ik wilde misschien de buitenlandse dienst in en ik dacht dat rechten dan een goede studie was.”
Een goede keus, bleek tijdens haar eerste baan als jurist bij de Raad van State. “Ik ontdekte dat ik het recht echt heel leuk vind. Vooral de concrete zaaksbehandeling. Uitzoeken hoe iets zit en dan tot een oordeel komen waardoor de mensen weer verder kunnen met hun leven. Omdat ik die beslissingen zelf wilde nemen, heb ik gesolliciteerd naar de raio-opleiding. Ik ben begonnen bij de rechtbank Den Haag, waar ik me als een vis in het water voelde.”

Wat vindt u er zo mooi aan?
“Dat je snel resultaat ziet. Een geschil moet worden beslecht, of nog beter, opgelost, op een juridisch juiste manier. En dan kan zo’n bedrijf of persoon verder, omdat een rechter luistert en tot een juridisch oordeel komt. Dat vind ik mooi, dat heeft betekenis. Het is ontzettend boeiend om als rechter elke dag totaal andere mensen voor je te zien, met totaal andere geschillen. En een goed functionerend rechtssysteem is van belang voor de maatschappij en de economie.”

De drempel naar de rechter is hoog, door hogere griffierechten, bezuinigingen op de rechtsbijstand, hoge advocatenkosten.
“Als Rechtspraak hebben we tegen de politiek duidelijk gezegd dat we hogere griffierechten geen goede zaak vinden.  Gelukkig heeft de Tweede Kamer onlangs een wetswijziging aangenomen om de griffierechten voor kleinere zaken te verlagen. En we doen veel aan toegankelijke rechtspraak. Rotterdam en Dordrecht kennen bijvoorbeeld de regelrechter, Den Haag heeft de wijkrechter. Mensen hoeven alleen maar een mailtje te sturen waarin ze zonder juridische poespas hun geschil uiteenzetten. Die manier van rechtspraak kan helpen bij eenvoudige geschillen. Voor multiproblematiekzaken hebben we in Rotterdam en Eindhoven de wijkrechtspraak. Gezinnen waar veel problemen spelen komen via één ingang binnen. Een verdachte van huiselijk geweld kan via de strafzaak binnenkomen. Maar wil je dat de mishandeling echt stopt, dan moet je breder kijken. Dus ook naar een kind dat onder toezicht staat, de huurachterstand, de stopgezette uitkering. Allemaal bij één rechter.”

Wordt dat de toekomst van de rechtspraak?
“Dat kun je zo niet zeggen. Met de wijkrechtspraak bestrijk je slechts een klein deel van de zaken. De rechter heeft meerdere hoedanigheden en verschijningsvormen. Hij is zowel probleemoplosser als geschilbeslechter, houdt toezicht op faillissementen en bewind, behandelt als kantonrechter ook veel kleine verstekzaken waardoor bedrijven weer door kunnen, is als maritieme rechter bezig met complexe aanvaringen. Een kleine strafzaak staat mijlenver af van een complex handelsgeschil. Het hangt van de zaak af of de rechter probleemoplosser of geschilbeslechter is.”

De Lange reageert daarmee ook op de kritiek dat de rechter te weinig probleemoplosser is, of zelfs de problemen verergert omdat een proces te veel op een toernooimodel lijkt. “Ik ben zelf familierechter. Van mediation ben ik een groot voorstander, en gelukkig gaat het grootste deel van de mensen die scheiden naar een mediator. De mensen die er niet uitkomen, komen bij ons. Dat is nu eenmaal zo.”

Loslaten

Sinds ze vijftien jaar geleden bestuurder werd, doet De Lange eens per twee weken een straf-, jeugd- of familiezaak. Ze kan het werk goed loslaten, vertelt ze. Met haar man en drie zoons (die inmiddels alle drie de deur uit zijn) praat ze zelden over zaken: “Ik ben niet zo’n rechter die thuis aan tafel zaken uiteen gaat zetten. Daar heeft mijn gezin ook geen behoefte aan.”

U heeft een drukke baan. Hoe ontspant u?’
“Op het water, in mijn bootje. Ik hou van water en van boten. In mijn zeilboot op de plas letterlijk uitwaaien is echt de beste ontspanning. Zon, wind en water, daar knap ik van op.”

Van welke zaak was u heel erg onder indruk?
“Toen ik rechter in Den Haag was, heb ik heel veel zaken over internationale kinderontvoering behandeld. Enorm schrijnend. Als een relatie van twee ouders in het buitenland op de klippen loopt, dan willen ze allebei dat het kind bij hen blijft. En in plaats van naar de rechter te gaan in het land waar ze wonen, komt een van de twee met het kind naar Nederland. Dat kind loopt twee trauma’s op: eerst de ontvoering en dan de terugkeer naar het buitenland. Want de wet is duidelijk: in het Haagse Kinderontvoeringsverdrag staat dat het kind in principe terug moet. Ik ben uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat je daarmee recht doet. De ouders hebben er immers voor gekozen in dat land te wonen. Daar is het kind geworteld, dus daar moet het probleem worden opgelost. Als we goed vinden dat het kind zomaar uit de omgeving wordt gehaald, stimuleren we kinderontvoeringen. Deze problematiek heeft me wel gestimuleerd om met een aantal collega’s samen naar het voorbeeld van Duitsland en Frankrijk een systeem te ontwikkelen waarbij we die zaken heel snel behandelen en ook mediation inzetten om met de ouders een oplossing te bedenken. Dat helpt. Wij rechters hakken de knoop door, maar de ouders hebben in de mediation wel bedacht welke omgangsregeling ze zouden afspreken bij verschillende uitspraken van de rechter.”

Hoeveel speelruimte gunt u uzelf als rechter?
“Het gaat om het vaststellen van de feiten en weging van de omstandigheden. En als een zaak complex ligt, kun je naar de meervoudige kamer verwijzen. Dat heb ik bijvoorbeeld gedaan bij een uithuisplaatsing waarbij de Raad voor de Kinderbescherming onverwacht adviseerde om de ouders te schorsen in het gezag. Dat is een vergaande maatregel die we toen meervoudig hebben behandeld.”

Op de vraag wat de taak van de rechter is, buigt De Lange zich naar de microfoon en zegt met enige stemverheffing: “Recht doen!”

En wat is een goede rechter?
“Het gaat om de manier waarop: goed uitzoeken wat er aan de hand is, vervolgens op de zitting goed luisteren en dan op basis van een analyse tot een beslissing komen en die in begrijpelijke taal uitleggen. Want verbinding met de samenleving is zeer belangrijk. Een goede rechter komt niet alleen op de juridisch juiste manier tot zijn oordeel, maar geeft mensen ook het gevoel dat ze gehoord zijn.”

Visitatierapport

In maart 2019 oordeelde de Visitatiecommissie Gerechten keihard over de Rechtspraak: financiële krapte, het ontbreekt aan gezaghebbend leiderschap en een breed gedragen visie, onvoldoende reflectie en samenwerking tussen professionals… en natuurlijk de gebrekkige digitalisering, de fax. Inmiddels ziet de wereld er door corona heel anders uit.

Wat doet de Rechtspraak met dit rapport?
“We zijn met de aanbevelingen aan de gang gegaan. Op het gebied van financiën zijn stappen gezet. We krijgen er 95 miljoen euro per jaar bij en we worden niet alleen nog betaald met outputfinanciering. En wat de digitalisering betreft: in coronatijd hebben we gemerkt hoe fijn het is dat vreemdelingenzaken, faillissementszaken, bewindszaken en strafzaken al gedigitaliseerd zijn.”

En de fax?
“Dat we de fax nog gebruiken, komt omdat het wettelijk zo geregeld is: de wet kende voor indiening van stukken alleen de post en de fax. Op basis van de spoedwet kunnen we nu ook mail gebruiken, en dat doen we ook; ik hoop dat dit zo blijft. Gelukkig hebben we nu groen licht gekregen voor ons project Digitale Toegankelijkheid. We hebben in coronatijd gezien hoe flexibel iedereen is, dus ik heb er vertrouwen in dat het goed komt met digitalisering.”

Versnellen

Ook het leiderschap floreert in coronatijd, zegt De Lange. “We hebben als landelijk crisisteam de leiding genomen, en daarvoor de volle steun gekregen van alle gerechtsbesturen en van de vakinhoudelijke overleggen. De Raad en het dagelijks bestuur van het Presidenten Raad Overleg hebben in het crisisteam dagelijks samengewerkt om de koers uit te zetten, en wij stonden in nauw contact met de mensen van de vakinhoud. Natuurlijk kun je achteraf zeggen dat sommige dingen eerder, beter of sneller hadden gemoeten. Allemaal waar, maar de hoofdkoers hebben we samen gevaren en daarvoor heeft iedereen zich ingezet. Op het gebied van leiderschap hebben we ons van onze beste kant laten zien.”

Wat is de grootste opdracht van de Rechtspraak?
“De grootste uitdaging is om te versnellen, zaken op tijd te behandelen. Bodemzaken en grote strafzaken moeten als ze klaar zijn zo snel mogelijk op zitting. En we moeten zorgen dat er op tijd een uitspraak komt.”

Hoe?
“We hebben vóór corona al voorstellen gedaan voor ‘versnellers’ om de doorlooptijden te verkorten: bijvoorbeeld vaker mondeling uitspraak doen en anders omgaan met verhinderdata. Daarnaast komen er in 2021 landelijk ‘inloopkamers’, die voorraden van rechtbanken gaan wegwerken. Belangrijk is ook dat rechtzoekenden weten waar ze aan toe zijn: hoe lang gaat de procedure duren en wat zijn de verschillende stappen? Als het onvermijdelijk is dat een zaak lang duurt, geef daar dan duidelijkheid over.”

In coronatijd kwamen daar nog maatregelen bij, zegt De Lange. Er kunnen nu ook gepensioneerde rechters van zeventig-plus worden ingezet, sommige strafzaken worden enkelvoudig in plaats van meervoudig behandeld en het Openbaar Ministerie doet meer zaken zelf af met strafbeschikkingen.

No-nonsense

U bent president in Rotterdam. Wat is er Rotterdams aan de rechtbank?
“Van oudsher hebben we de maritieme kamer. Verder hebben we competentie op het gebied van financieel toezicht en telecom. En we zijn een van de vier rechtbanken die strafzaken van het Landelijk Parket en het Functioneel Parket behandelen. Als het gaat om cultuur, merk ik dat er in Rotterdam veel ruimte is voor innovatie, en dat stimuleren we. Als iemand met een goed plan komt, zeggen we: ‘Ga het maar proberen.’ Er heerst hier een heel praktische no-nonsensementaliteit, en dat bevalt me goed. Iedereen zegt dat dit typisch Rotterdams is, maar voor mezelf geldt dat ik niet ben veranderd toen ik van rechtbank Den Haag naar Rotterdam overstapte.”

Een Haagse mevrouw in de Rotterdamse rechtbank?
“Nee, ik voel me enorm thuis in Rotterdam en Dordrecht en ik heb er veel contacten. Ik zit in twee genootschappen, het Rotterdams Juridisch Genootschap en het Genootschap Gijsbert Karel van Hogendorp (een kennisnetwerk, red.). Daar leer ik heel veel van. En no-nonsense is overal van belang, hè. Afspraak is afspraak en doe niet gewichtig. We vinden het werk dat we doen belangrijk, maar we zijn geen gewichtigdoeners.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven