Eindelijk zit er schot in het beloofde Netherlands Commercial Court. Het zou al op 1 januari 2017 van start moeten gaan, maar nu pas (18 juli) gaat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Hiermee wordt het mogelijk dat in internationale handelsgeschillen in de Engelse taal wordt geprocedeerd, als partijen dat onderling uitdrukkelijk zijn overeengekomen. Voor deze Engelstalige procedure geldt een verhoogd griffierecht.
Een nieuwe internationale handelskamer kan straks in het Engels uitspraak doen in complexe, internationale handelsgeschillen. Die handelskamer wordt alleen ondergebracht in de rechtbank Amsterdam en in het gerechtshof Amsterdam. Voor de praktijk wordt de internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam aangeduid als Netherlands Commercial Court (NCC) en de internationale handelskamer van het gerechtshof Amsterdam als Netherlands Commercial Court of Appeal (NCCA). De minister verwacht dat het NCC ‘op termijn’ honderd zaken per jaar zal behandelen en het NCCA 25 zaken.
De handelskamers worden echter niet alleen bemand door ‘Amsterdamse’ rechters en raadsheren maar door geselecteerde rechters en raadsheren uit heel Nederland. Voor de procedures geldt een apart ‘NCC-procesreglement’. Een eventuele cassatieprocedure geschiedt ‘in beginsel’ in het Nederlands, evenals prejudiciële vragen door het NCC en NCCA aan de Hoge Raad.
De internetconsultatie heeft zes openbare reacties opgeleverd, vooral positieve. De Nederlandse Orde van Advocaten vindt het ‘principieel onwenselijk’ dat de griffierechten hoger zijn dan bij de gewone handelskamers van de rechtbank en het hof. Ook de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak is die mening toegedaan, maar de minister wil deze Engelstalige procedures budgetneutraal houden. Het griffierecht voor een NCC-procedure bedraagt 15 duizend euro (voorzieningenrechter: 7.500 euro) en voor een NCCA-procedure 20 duizend euro.
