Rechter hoeft zich op zitting niet te legitimeren of beëdiging te tonen

Op een rolzitting vraagt een vrouw de kantonrechter die haar zaak behandelt zich te legitimeren. Deze weigert dat – en wordt daarop gewraakt. De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

Delen:

Rechter hoeft zich op zitting niet te legitimeren of beëdiging te tonen - Mr. online
Foto: Depositphotos

Tijdens de behandeling van haar zaak wraakt een vrouw de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda. De rechter is tijdens de rolzitting niet ingegaan op haar verzoek om zijn legitimatie, beëdiging, mandaat, volmacht of inschrijving bij de Kamer van Koophandel te laten zien. Zij stelt dat de nevenlocatie van deze rechtbank in Tilburg, evenals de namen van de behandelend rechter en griffier, in strijd zijn met de artikelen 3 en 34 van de ‘handelswet 2008’ niet zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De kantonrechter berust niet in het verzoek tot wraking.

Koninklijk besluit

De enkele omstandigheid dat deze rechter tijdens de rolzitting niet bereid was om zich te legitimeren of zijn benoemingsbesluit of iets dergelijks te laten zien, betekent nog niet dat hij vooringenomen de zaak behandelt of dat de vrees van de vrouw daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Dat stelt de wrakingskamer. Rechters worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd. De rechter is op grond daarvan bevoegd om de zaak te behandelen. Van volmacht of mandaat is dan ook geen sprake. Rechters hoeven zich niet ter zitting te legitimeren en hoeven ook geen afschrift van hun benoemingsbesluit te tonen.

Handelsregisterwet 2007

Moeten het adres van de nevenlocatie van deze rechtbank (in Tilburg en Bergen op Zoom) en ook de namen van rechters en griffiers worden ingeschreven in het handelsregister? Die verplichting vloeit niet voort uit de Handelsregisterwet 2007 of het Handelsregisterbesluit 2008. Het handelsregister is bedoeld voor ondernemingen. Deze rechtbank is daarin ingeschreven met het oog op haar handelen als publiekrechtelijk rechtspersoon in het economisch verkeer, omdat het bijvoorbeeld ook kantoorartikelen aanschaft. Regels over de rechtsprekende taak van deze rechtbank vloeien echter voort uit onder andere de Grondwet en de Wet op de rechterlijke organisatie.

Verzoek ongegrond

Volgens de wrakingskamer is niet gebleken dat sprake is van enige schijn van vooringenomenheid of van een objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor. De wrakingskamer verklaart het verzoek van de vrouw kennelijk ongegrond. Om die reden laat de wrakingskamer de mondelinge behandeling van het verzoek achterwege. Dat kan op basis van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Lees hier de uitspraak van de wrakingskamer.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven