Rechtsbescherming of rechtsefficiëntie?

Delen:

In het bestuursprocesrecht zijn bestuurlijke voorprocedures cruciaal. Belanghebbenden kunnen hun grieven eerder bekend maken en het bestuur kan haar besluiten herzien. Alleen is dit niet altijd mogelijk. Ik doel op het finale karakter van de in afdeling 3.4 Awb verankerde uniforme openbare voorbereidingsprocedure (uov).

Om te beginnen is de ‘standaard’ rechtsmiddel tegen een besluit bezwaar maken. Om bezwaar te kunnen maken, moet beroep open staan (art. 7:1 en 8:1 Awb). Bezwaar is echter niet mogelijk indien een besluit is genomen met toepassing van de uov.

Als alternatief voor de mogelijkheid om in bezwaar te gaan publiceert het bestuursorgaan ingevolge art. 3:12 Awb het betreffende besluit in het plaatselijke dagblad of de Staatscourant en wordt vervolgens het besluit ex3 art. 3:11 Awb ter inzage gelegd. Op grond van art 3:15 Awb kunnen belanghebbenden tegen dit ontwerpbesluit, vóór het definitieve besluit wordt genomen, hun ‘zienswijzen indienen’.

Het belangrijkste verschil met een bezwaarprocedure is dus dat zienswijzen betrekking hebben op een ontwerpbesluit, terwijl bezwaar maken pas gebeurt nádat een besluit is genomen.

In verband met het definitieve karakter van een ontwerpbesluit genomen volgens de uov, dringt zich de vraag op of de uov wel een geschikt alternatief voor de bezwaarprocedure is.

Een belangrijk voordeel van de uov is dat, in plaats van talloze bezwaren die tegen een door een bestuursorgaan genomen besluit kunnen worden ingediend, al deze bezwaren al vóór het nemen van het betreffende besluit meegewogen kunnen worden.

Dit bevordert de zorgvuldigheid van besluitvorming bij bestuursorganen. De uov leent zich dus uitstekend voor besluiten waar de kans op meerpartijengeschillen groot is. De bezwaarschriftprocedure is geschikter voor besluiten waar tweepartijengeschillen uit kunnen voortkomen en waar de bestuursorgaan zijn besluit volledig moet kunnen heroverwegen.

Het zij trouwens opgemerkt dat de bezwaarprocedure andere functies heeft dan de uov. Eerstgenoemde heeft een filterfunctie (buitengerechtelijke voorprocedure ter voorkoming van beroepsprocedures), een rechtsbeschermingsfunctie, een leerfunctie (bijdrage aan verbetering bestuurlijke besluitvorming) en een herstelfunctie (mogelijkheid om fouten in de primaire besluitvorming te verbeteren).

De uov daarentegen heeft als voornaamste functies: bevordering en waarborging van zorgvuldige besluitvorming, bescherming van (mede-)burgerbelangen en besluitlegitimatie. Wat betreft rechtsbescherming schiet het echter tekort. Beroep tegen een aan de hand van afdeling 3.4 Awb genomen besluit staat immers niet open.

Concluderend kunnen we stellen dat de keuze voor de uov afhangt van de vraag waarop een bestuursorgaan de nadruk wenst te leggen: efficiëntie óf rechtsbescherming.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven