Rechtsbijstand aan onder sancties gestelde Russische cliënten toegestaan

Als bijstand door een advocaat wettelijk vereist is, mogen Nederlandse advocaten Russische cliënten die op westerse sanctielijsten staan bijstaan. Dat concludeert de Amsterdamse deken Evert-Jan Henrichs op basis van twee concrete gevallen. Maar voor uitbetaling met ‘bevroren’ Russisch geld moeten advocaten ontheffing aanvragen bij het ministerie van Financiën.

Delen:

Depositphotos_72052483_S-66403176
beeld: Depositphotos

Henrichs trekt zijn conclusies op basis van de stellingname van het ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) in deze zaken. “Inmiddels kan ik melden dat mij twee gevallen bekend zijn waarin (uit naam van BHOS) is aangegeven dat in die concrete gevallen de rechtsbijstand aan een gesanc­tioneerde partij niet onder de EU-sanctie­verordeningen valt”, schrijft de deken in een ‘Nader bericht over sancties tegen de Russische Federatie en daaraan gelieerde partijen’ op de site van de Amsterdamse Orde van Advocaten.

Grondrecht

BHOS oordeelde in deze zaken dat rechtsbijstand door advocaten niet onder de EU-sancties valt, zolang het gaat om juridische bijstand voor het bepalen of verdedigen van de rechtspositie van een gesanctio­neerde (rechts)persoon. In deze gevallen gaat het om het grondrecht van een entiteit om zich in rechte bij te laten bijstaan en is geen toestemming van BHOS vereist. Voor betaling van voorschotten en honorarium uit door sancties ‘bevroren’ middelen is wél ontheffing nodig, van het ministerie van Financiën.

Bijzondere rechtsstatelijke positie

Volgens Henrichs betekent dit dat “juridische dienstverlening door advocaten an sich in een groot aantal gevallen niet wordt getroffen door de relevante wet- en regelgeving op het vlak van sancties”.  Volgens hem verduidelijken de twee concrete gevallen dat BHOS zich bewust is van de bijzondere (rechtsstatelijke) positie van de advocatuur, en lijkt het ministerie van Buitenlandse Zaken, waaronder BHOS valt, dezelfde lijn te volgen.

Europese Commissie

Buitenlandse Zaken heeft op 22 juli als voorlopig standpunt ingenomen dat juridische bijstand onder de genoemde voorwaarden is toegestaan. Wel maakt het ministerie de kanttekening dat deze stellingname nog moet worden getoetst door de Europese Commissie. Afhankelijk daarvan zou het Nederlandse standpunt nog kunnen worden bijgesteld.

Henrichs schrijft niet te kunnen beoordelen in hoeverre advocaten kunnen vertrouwen op de beslissingen en op het (voorlopig) BZ-standpunt. Hij raadt ze dan ook aan om waar nodig advies te vragen aan een in sanctie­recht gespecia­liseerde advocaat.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven