“Een enkele uitzondering daargelaten communiceert de rechter niet anders dan per papieren brief en fax”, moppert advocaat Camilo Schutte in zijn column in de komende Mr. (verschijningsdatum 19 februari). En dat in deze moderne tijden. Schutte vindt het “achterlijk en absurd”. Toch moet hij nog even geduld hebben; pas in 2015 zullen rechtbanken veilig digitaal kunnen communiceren. Tot die tijd zullen rechters terughoudend zijn met correspondentie per e-mail.
Mr. deed een rondgang langs een aantal betrokkenen. Advocaten blijken verdeeld te oordelen over de vraag of meer e-mailcontact met rechtbanken wenselijk is. Onder andere Peter Kits, advocaat bij Holland Van Gijzen, wijst op de veiligheid als probleem: “Ik merk steeds meer en meer bereidheid van rechtbanken om op digitale wijze te communiceren. Terughoudendheid is hierbij wel op zijn plaats. Hoe zeker weet je dat je communiceert met de persoon waarmee je denkt dat je communiceert?”
Marlies Staphorsius, voorlichter van de Raad voor de rechtspraak, vertelt dat binnen de rechtspraak een digitaal groeiproces gaande is. Diverse projecten zijn gestart en zijn of worden geëvalueerd. Dat de rechtspraak niet voorop loopt wat betreft digitale toegankelijkheid ontkent de voorlichter niet. “Wetgeving maakt dit moeilijk, omdat schriftelijkheid vaak een vereiste is. Beveiliging speelt ook een belangrijke rol.”
“Wat is het verschil tussen een fax en een e-mail met als bijlage een gescand document?”, vraagt columnist Schutte zich af. Volgens Ronald van den Hoogen, verantwoordelijke voor het programma ‘e-Rechtbestel’ van het ministerie van Justitie, is er geen verschil. Hij vertelt wel dat als betere beveiliging mogelijk is die kans moet worden gegrepen, want de digitalisering is immers een kwaliteitsslag die wordt gemaakt. Dankzij ‘e-Rechtbestel’ zijn wetsvoorstellen in de maak om een einde te maken aan het schriftelijkheidsvereiste dat een verdere digitalisering belemmert. Van den Hoogen laat weten dat alle rechtbanken in 2015 veilig digitaal kunnen communiceren.
Er wordt gewerkt aan elektronische dossiers, maar ook hier blijkt beveiliging een rol te spelen. Hans Koppelaar, informatiemanager bij de Rechtbank Rotterdam, waar in 2006 de pilot ‘Digitaal dossier’ is gestart: “Een goede beveiliging is echt een randvoorwaarde voor een digitaal dossier. De balans tussen een goede beveiliging en een snel werkend systeem is daarbij van belang.” Gerrit-Jan Zwenne (advocaat bij Bird&Bird) over zijn ervaring met het digitaal dossier: “De kern betrof een online digitale omgeving waarop door betrokken partijen stukken konden worden ‘geuploaded’. Het dossier was zwaar beveiligd. Hierop kon worden ingelogd, maar dit stuitte vaak op problemen en vertragingen. Het kan tijd- en kostenbesparing opleveren, maar vooralsnog is het niet genoeg doorontwikkeld.”