De Raad voor de rechtspraak is content met de duidelijkheid die het kabinet heeft gegeven over de herziening van de gerechtelijke kaart. Op een groot aantal punten heeft het kabinet het advies van de Raad overgenomen. Wel houdt de Raad vast aan zijn onderbouwde advies aan de minister van Justitie om ook de huidige arrondissementshoofdplaatsen Dordrecht en Lelystad te benoemen tot vestigingsplaats.
Het kabinet neemt het advies van de Raad voor de rechtspraak om de Rechtspraak in de toekomst in elf arrondissementen en vier ressorten te organiseren over. Nu zijn er nog negentien arrondissementen. Ieder nieuw arrondissement krijgt één of meer vestigingsplaatsen en eventuele zittingsplaatsen. De gerechten binnen een regio zullen bestuurlijk fuseren waardoor ze over voldoende zaken, mensen en middelen blijven beschikken om ook in de toekomst hoge kwaliteit te kunnen leveren.
Vestigingsplaatsen en zittingsplaatsen
Het kabinet wijst twintig wettelijke vestigingsplaatsen aan: alle huidige arrondissementshoofdplaatsen met uitzondering van Dordrecht en Lelystad.
Deze plaatsen worden aangewezen als zittingsplaats. Dit betekent dat in Dordrecht en Lelystad niet langer alle typen zaken behandeld hoeven worden.
Twaalf plaatsen worden bij Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen als zittingsplaats. Naast Dordrecht en Lelystad zijn dat: Amersfoort, Apeldoorn, Bergen op Zoom, Enschede, Gouda, Haarlemmermeer, Leiden, Nijmegen, Tilburg en Zaanstad.
Het kabinet vindt dat het aantal rechtspraaklocaties moet afnemen en geeft de Raad de bevoegdheid andere bestaande zittingsplaatsen op termijn te sluiten en nieuwe zittingsplaatsen aan te wijzen indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
Almere en Eindhoven worden als vestigingsplaats toegevoegd. Arnhem, Amsterdam, Den Haag, Den Bosch en Leeuwarden worden wettelijk vastgelegd als vestigingsplaats van de gerechtshoven.
Het kabinet stelt dat de herziening van de gerechtelijke kaart per saldo structureel geen geld hoeft te kosten. Daarbij zegt het kabinet dat er vanwege de huidige financiële situatie ook geen financiële middelen beschikbaar zullen komen en dat ruimte gezocht moet worden door het gefaseerd invoeren van de herziening van de kaart.
Het kabinet geeft aan dat wat betreft de ontwikkeling van Almere en Eindhoven tot volwaardige vestigingsplaatsen gewerkt zal gaan worden met een groeimodel vanwege de financiële consequenties ervan. De Raad benadrukt dat de herziening van de gerechtelijke kaart vanuit het oogpunt van kwaliteit een, overigens bescheiden, structurele kostenverhoging met zich brengt en meer omvangrijke incidentele implementatiekosten, nog los van het inrichten van rechtbanken in Almere en Eindhoven.
Zie ook het persbericht van het ministerie van Justitie hier.