De groei van met name de grootste advocatenkantoren stagneert. Terwijl de economie als geheel weer opkrabbelt, heeft het afgelopen jaar voor de grootste kantoren in het teken van herstructurering gestaan. Was er in de afgelopen vijf jaar elk jaar een groei van gemiddeld 5 %, te noteren bij de top 50, in 2010 ligt dat percentage op slechts 0,15%. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek onder de 50 grootste advocatenkantoren dat Mr. eind deze week publiceert in het januarinummer. Voor de lijst van de grootste 50 kantoren klik hier.
Op 1 januari 2011 werkten er 4544 advocaten bij de 50 grootste kantoren. Het jaar daarvoor waren dat er 4537. In totaal zijn er in Nederland ruim 16.000 advocaten als zodanig werkzaam. Ook dat aantal is afgelopen jaren minder gegroeid dan voorgaande jaren.
Deze stagnatie is opmerkelijk te noemen. Net zoals de groei die vorig jaar, op het hoogtepunt van de crisis, nog was te noteren. Omdat advocatenkantoren traditiegetrouw geen informatie geven over omzetcijfers is het gissen naar de redenen van deze stagnatie. Zeer waarschijnlijk gaat het om een samenspel van factoren: grote opdrachtgevers stellen juridisch werk uit, er wordt bij bedrijven meer werk intern gedaan, en de prijsconcurrentie neemt zeer sterk toe. Daarnaast is er de opmars van kleinere en middelgrote kantoren die het de grootste kantoren in toenemende mate lastig maken bij hun traditionele clientèle zoals beursgenoteerde fondsen.
De top 10, die een nieuwe nummer 1 kent (NautaDutilh nam met 279 advocaten die positie over van De Brauw) heeft 2010 gebruikt om flink in de kosten te snijden. Het feit dat de markt voor fusies en overnames in het afgelopen jaar flink is hersteld, heeft dat proces zeker niet tegengehouden. In de wandelgangen wordt gepraat over het kappen van ‘dor hout”. Vaak wordt hiermee gedoeld op veelal wat oudere, minder productieve partners van wie ‘afscheid is genomen’.
Echte groei is nog wel te zien bij de middelgrote kantoren. Deze groep is een mix van de wat meer traditionele regionale kantoren en het groeiend aantal nichekantoren. Duidelijk is dat beide categorieën aanzienlijk minder van de crisis te lijden hebben gehad dan hun grote broers.De eerste groep maakt zich steeds meer los van de eigen regio en probeert met toenemend succes een stukje marktaandeel af te snoepen van de grootste kantoren. Hun succes is voor een belangrijk deel te danken aan het feit dat het grote bedrijfsleven steeds kritischer kijkt naar de kosten van juridisch advies, steeds meer afstapt van de gedachte van ‘one stop shopping’ en in toenemende mate middelgrote kantoren inschakelt voor het eenvoudiger juridische werk.