Vakkennis, onrecht, zittingen, kattenkunstjes en cliënten: advocaten twitteren over van alles en om diverse redenen. Welke keuzes maken ze daarbij en wat leveren hun tweets op? En wat vinden socialemediadeskundigen van dit advocatengetwitter?
“Mijn kapster gaat emigreren!” Een noodkreet van een advocaat op Twitter. Wie van haar Utrechtse volgers kent een goede kapper? Een andere advocaat roept op te staken voor een beter loon. Sommigen vechten via Twitter een vete uit, zoals strafrechtadvocaat Bénédicte Ficq met FvD-Kamerlid Theo Hiddema. Velen uiten hun ongenoegen over politiek, OM of rechterlijke macht, een enkeling over een cliënt. Maar vaker gebruiken advocaten Twitter om vakkennis en nieuws te delen en aandacht te vragen voor door hen gesignaleerd onrecht. Sommige advocaten twitteren uit naam van hun kantoor, anderen op persoonlijke titel. Weer anderen doen het allebei.
Underdog
Advocaat Chris Sent (Richard Korver Advocaten) gebruikt Twitter in haar strijd tegen onrecht, en dan vooral op het gebied van onderwijs- en familierecht, jeugdzorg, privacy en slachtoffers, zo schrijft ze in haar Twitter-bio. “Opkomen voor de underdog was de reden dat ik na mijn vijftigste de advocatuur ben ingegaan. Via Twitter kun je op bepaalde gebieden veel teweegbrengen.”
Twitter heeft haar veel gebracht. Ze kwam erdoor in contact met Richard Korver bij wie ze nu werkt, het levert cliënten op en uitbreiding van haar netwerk. Ook ging ze via Twitter met andere advocaten samenwerken, bijvoorbeeld door samen artikelen te schrijven. “Door Twitter ben ik zelfs vegetariër geworden, na het zien van tweets van onder andere een overtuigd veganist over dierenleed.”
Sent twittert vooral om haar mening over maatschappelijke kwesties te geven en het recht te duiden. Dat spreekt veel mensen aan: ze heeft ruim 2.700 volgers en dat aantal neemt volgens haar de laatste tijd “met wel tien tot twintig per dag” toe.
In haar tweets richt ze zich regelmatig rechtstreeks tot politici, en soms ook tot een rechter. Zo bedankte ze een rechter na een zitting voor haar opvallend “scherpe, analytisch luisterende en kritische oor”: “#isnietvanzelfsprekend”.
Sent noemt Twitter een fantastisch marketinginstrument, dat ze heel bewust als zodanig inzet. “In de 280 tekens van een tweet kan ik goed laten zien waar ik voor sta. De beperkte ruimte dwingt me ook goed na te denken over wat ik schrijf en om bondig te formuleren.” Antwoord op individuele vragen geeft ze niet. “Zonder dossierkennis kan en mag ik niet adviseren.”
Geen jargon
Ook strafrechtadvocaat Sidney Smeets (Spong Advocaten) is een ‘actief twitterend togadrager’, zo staat op zijn kantoorsite. “Twitter biedt een makkelijke en directe manier om aandacht te vragen voor wat ik belangrijk vind. Mijn tweets gaan over strafrecht en allerlei andere maatschappelijke kwesties, maar ook dan hebben ze bijna altijd een raakvlak met het recht.”
Over individuele zaken en rechtszittingen twittert hij niet, maar soms wel over uitspraken in zaken waarin hij niet als advocaat optrad. Net als Sent ziet hij het als zijn taak om het recht uit te leggen. Zijn berichten probeert hij zoveel mogelijk in heldere taal en zonder jargon te schrijven, zodat ze toegankelijk zijn voor iedereen. “Alleen als ik reageer op een vakgenoot vind ik dat ik bijvoorbeeld een afkorting als VH wel kan gebruiken voor voorlopige hechtenis.”
Boven zijn profielfoto en Twitter-bio is een illustratie te zien die werd gemaakt tijdens een zitting in de zogenoemde Kasteelmoord-zaak, waarin hij als gemachtigde optrad. “Rechts van mij zie je de Belgische advocaat met wie ik in deze zaak samenwerkte, links van mij zijn stagiair. Je ziet ook de onderzoeksrechter en de bij de zaak betrokken rechercheur”, aldus Smeets, die meer dan 8.300 volgers heeft.
In zijn biografie somt hij enkele bijnamen op die hij kreeg van mensen die zijn mening meestal niet delen: volksvijand (PVV), haatadvocaat (De Dagelijkse Standaard), knapste advocaat van NL (GeenStijl), piketknuffelaar (The Post Online), genderdrammer (FvD). “Veel van mijn volgers zijn geïnteresseerd in drugsbeleid en mensenrechten, en mijn tweets worden veel gelezen door LHTBI’ers, omdat ik voor hen belangrijke kwesties bespreek. Daarnaast heb ik veel zeer rechts georiënteerde volgers. Naar mijn tweets wordt door hen regelmatig in negatieve zin verwezen. ‘Any publicity is good publicity’, denk ik dan meestal maar.”
Met zijn doelgroep houdt hij zich niet zo bezig. Is hij het met iemand eens, dan probeert hij dit meestal te laten weten, al is het maar met een like. “Als ik in een goede bui ben, reageer ik zelfs op mensen die iets vervelends zeggen, om ze bijvoorbeeld wat uit te leggen. Soms wordt hun reactie dan milder. Vaak zeggen mensen iets uit onwetendheid. In het algemeen neem ik negatieve berichten dan ook met een korrel zout.” Maar berichten van zogeheten ‘haatvolgers’, en dat zijn er volgens hem veel, wil hij niet zien. “Die blokkeer en negeer ik.”
Actueel platform
Het aantal twitteraars is de laatste twee jaar wat gedaald, maar begin dit jaar maakten nog altijd minstens 2,5 miljoen mensen gebruik van Twitter, zegt socialemediadeskundige Trudy Pannekeet. Pannekeet werkte jarenlang als marketingmanager bij verschillende internationale bedrijven en als marketingcommunicatiemanager. Nu geeft ze socialemediatrainingen aan bedrijven en adviseert ze ondernemers over hun marketing en socialemediaplannen. Dat doet ze onder andere met haar blogs over socialemediamarketing, waaronder de blog Hoe werkt Twitter zakelijk: 15 tips. “Waar Instagram en Snapchat vooral worden gebruikt om beelden te delen en LinkedIn om het zakelijk netwerk te vergroten en klanten te werven, is Twitter vooral een platform waar je snel nieuws kunt vinden en verspreiden en je mening kunt delen. Het is actueel en wordt veel gebruikt door journalisten en politici. Alleen daarom al zouden meer advocaten er gebruik van moeten maken.” Ze adviseert hen te kijken wat ‘trending’ is, en daarop in te spelen. “Lees wat anderen posten en bekijk hashtags. Zorg dat je op de hoogte bent van wat er op je vakgebied in het buitenland speelt en haak daarbij aan.”
Persoonlijker
Net als Pannekeet vindt ook socialemediadeskundige Corinne Keijzer dat advocaten persoonlijker zouden kunnen zijn in hun uitingen op sociale media. Keijzer is eigenaar van Digital Moves en auteur van boeken als ‘Meer succes met LinkedIn’ en ‘LinkedIn voor bedrijven’ en blogs als 10 Twitter tips. Ook zij geeft regelmatig socialemediatrainingen, onder meer aan advocaten. “Veel advocaten delen op Twitter vooral vakkennis maar laten weinig van zichzelf zien, terwijl dat hen dichterbij hun doelgroep kan brengen. Veel mensen weten namelijk niet goed wat een advocaat precies doet of wat zijn vakgebied inhoudt, en waarin hij zich onderscheidt van andere juristen.” Een persoonlijker benadering schept vertrouwen, aldus Pannekeet en Keijzer. Toch is het volgens beiden vooral belangrijk dat iemand twittert “op een manier die bij hem past”.
Jurist Charlotte Meindersma vindt ook dat het getwitter van advocaten persoonlijker kan. Meindersma (ruim 6.600 volgers) is oprichter en eigenaar van juridisch advieskantoor Charlotte’s Law, dat zich vooral richt op de creatieve sector en ondernemers. “Hoe groter een advocatenkantoor is, hoe groter de kans dat het een socialemediabeleid heeft. Daardoor worden tweets van advocaten snel saai. Tweet zoals je bent, zodat mensen die misschien een afspraak met je willen maken al een beetje weten wat ze bij jou kunnen verwachten.”
Meindersma’s tweets gaan vaak over het recht en algemene ondernemerszaken, maar ze schrijft ook veel persoonlijke berichten, vaak met humor. “Dat doe ik niet bewust, het is wie ik ben. Ik probeer ook altijd eerlijk en laagdrempelig te zijn. Ik zeg wat ik denk en kijk er niet van op als een ander dat ook doet. Daarin onderscheid ik me. De kracht van Twitter voor de advocatuur is dat advocaten hun mening over kwesties kunnen geven en kunnen laten zien wie ze zijn.”
Strategie
Advocaten zouden zich volgens Pannekeet, Keijzer en Meindersma meer kunnen afvragen wat ze met hun getwitter willen bereiken en wie hun (potentiële) doelgroep is, en hun tweets daarop aanpassen. Ze zouden volgens hen ook best wat “behulpzamer” mogen zijn. Daarbij kan het helpen toegankelijke taal te gebruiken. Daarnaast kunnen advocaten vaker uitleggen wat een vonnis of ontwikkeling voor hun lezers betekent, en vrijblijvend advies geven. Keijzer: “Naar de expertise van juristen is veel vraag. Zo’n gratis advies levert niet altijd meteen iets op, maar misschien wel op de langere termijn.” Als voorbeeld vertelt ze over een werknemer die op LinkedIn een onjuiste functie in zijn kopregel had staan. “Daar was zijn werkgever achter gekomen, waarna hij het niet wilde aanpassen en hij uiteindelijk werd ontslagen. Nadat de rechter zich hierover had uitgesproken, had Jan en alleman er een oordeel over. De betrokken advocaat legde toen uit hoe de rechter tot zijn oordeel was gekomen, met een link naar de uitspraak. Meteen werd de discussie rustiger. Goede kans dat anderen die de zaak volgden aan haar denken wanneer ze zelf een arbeidsrechtadvocaat nodig hebben.”
Meindersma: “Het succes van mijn bedrijf heb ik voor een groot deel te danken aan sociale media. Nu word ik vooral via Google gevonden, maar sociale media hebben Charlotte’s Law groot gemaakt. Toen ik begon kwam tachtig procent van mijn klanten binnen via sociale media, vooral Twitter.” Ze gaf en geeft volgers regelmatig gratis algemeen advies. “Komen ze er toch niet uit, dan kunnen ze contact opnemen. Wanneer nodig verwijs ik ze door.”
Ook advocaten die Twitter vooral gebruiken om tegen onrecht te strijden zouden er volgens Meindersma goed aan doen om vooraf een strategie te bedenken. “Veel advocaten klagen over werkdruk. Dan kunnen ze hun tijd beter nuttig besteden aan activiteiten die concreet iets opleveren. Wat is je doel? Wil je laten zien dat je actief bent in de sociale advocatuur? Wil je vooral journalisten bereiken? Met een strategie bereik je meer dan door zomaar tweets te posten.”