Strijden tegen Apple, neplikes en kartels

Of het nu gaat om Apple, huizenhandelaren of neplikes: zodra een goed werkende markt gevaar loopt, treedt de Autoriteit Consument & Markt op. Na een carrière als advocaat en managing partner van De Brauw Blackstone Westbroek geeft Martijn Snoep sinds 2018 leiding aan de markttoezichthouder. “Ik heb van mijn belangstelling voor markten mijn vak gemaakt”, vertelt hij in een interview in het nieuwe nummer van Mr.

Delen:

MR2202_ART1_6316 Martijn Snoep-kleinerformaat-51ad9477
foto: Chantal Ariëns

Als middelbare scholier was Martijn Snoep al geboeid door de werking van markten. Hij keek als zeventienjarige tijdens de economieles naar een korte video van de econoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman. In het filmpje, nog steeds te zien op YouTube, houdt Friedman een potlood vast. Het bestaat uit hout, grafiet, verf, het metalen einde waaraan het gummetje vastzit, het gummetje zelf. Het bijzondere is volgens Friedman dat er over de hele wereld duizenden mensen bezig zijn om dingen te maken voor dat ene potlood. Maar er is niemand die heeft bepaald wie wat doet. Het is de beroemde invisible hand van Adam Smith die het allemaal bij elkaar brengt. Liberalisme in optima forma dus.

Uitwassen

Snoep vindt het fascinerend om te zien hoe markten werken. “De veronderstelling van Milton Friedman was dat alles goed komt als je alles vrij laat”, zegt hij. De realiteit is echter dat markten niet automatisch goed functioneren. Ongebreideld vrije markten hebben ellendige effecten als kartelvorming, misleiding van consumenten en milieuschade. Om die uitwassen tegen te gaan zijn er wetten, en marktoezichthouders als de Autoriteit Consument & Markt (ACM) die toezien op de handhaving. Als we Snoep vragen wat de ACM doet, antwoordt hij met een formulering die regelmatig terugkomt in het interview: “De ACM maakt zich sterk voor goed werkende markten voor mensen en bedrijven. Nu en in de toekomst.” Om dat te bewerkstelligen houdt de ACM toezicht op mededinging, het consumentenrecht en een aantal specifieke sectoren zoals telecommunicatie, energie, zorg en post.

“We zijn een markttoezichthouder”, verklaart Snoep. “Mededinging is geen doel, maar een instrument om markten goed te laten werken. De vraag is wanneer de uitkomsten goed zijn. Daarvoor kijken we naar wat de wetgever heeft beoogd, of markten goed werken en of markten efficiënt zijn. We grijpen in als dat nodig is, en als dat niet kan adviseren we de overheid of nieuwe bevoegdheden nodig zijn voor ons.”

Signalen

Begrijpt de samenleving wat de ACM doet? Onlangs maakte de ACM bekend dat bedrijven niet met elkaar mogen afspreken dat ze elkaars personeel niet overnemen. Terwijl dat een heel begrijpelijke strategie is in tijden van personeelsschaarste.
“De norm is dat ondernemingen geen afspraken mogen maken die de mededinging beperken, dus ook niet op de arbeidsmarkt. Iets anders is of bedrijven zich dat goed realiseren. Als wij daar twijfels over hebben, beginnen we niet meteen met een boete. We hebben hierover een leidraad opgesteld, maar ik begrijp dat niet iedereen dat leest. Dus geven we signalen af, en als het nog steeds gebeurt, brengen we een nieuwsbericht uit. Zo bouwen we dat op. Als iemand dan nog steeds in de fout gaat, leggen we een boete op. We begrijpen best dat werkgevers dit soort afspraken willen maken, maar ze doen dat ten nadele van werknemers, want die kunnen niet van de schaarste gebruikmaken door betere arbeidsomstandigheden of -voorwaarden te eisen. Dat is raar, want werknemers worden wel geconfronteerd met prijsverhogingen door schaarste bij de producten die ze kopen.”

Hoe bepaalt u hoe zwaar andere belangen mogen wegen? Over de samenwerking tussen Siemens en Alstom bij de productie van hogesnelheidstreinen zei u in een interview met NRC in 2019 dat u niet overtuigd was van de noodzaak. Hoe onderbouwt u zo’n oordeel?
“De Europese Commissie heeft er feitenonderzoek naar gedaan. De belangrijkste reden voor de fusie was om de concurrentie met de Chinezen aan te kunnen buiten Europa. Dat betekent dus dat je minder concurrentie binnen Europa krijgt om meer concurrentie buiten Europa te realiseren. Dus de Europese burger gaat in Europa meer betalen voor een betere exportpositie. Dat vind ik een rare vorm van industriepolitiek. Er moet een efficiëntere manier zijn om dat te bereiken.”

Je zou ook kunnen zeggen dat deze bedrijven die positie buiten Europa nodig hebben om binnen Europa te blijven bestaan.
“Ja, maar daar is geen overtuigend verhaal voor neergelegd. Europa kan Chinese bedrijven weren van de Europese markt, bijvoorbeeld door alleen toegang te verlenen als ze geen staatssteun krijgen. Er zijn allerlei manieren om te zorgen dat je in Europa een gelijk maar concurrerend speelveld hebt zonder de Europese burger op te zadelen met duurdere of minder goede treinen.”

Bij de beoordeling van eerlijke mededinging kijkt de ACM ook naar duurzaamheid en dierenwelzijn. In 2015 verbood de ACM de Kip van Morgen, een samenwerking tussen bedrijven voor een meer diervriendelijke kip. Nu is er een concept-leidraad voor duurzaamheidsafspraken en geeft de ACM groen licht voor samenwerking om duurzaamheid te bevorderen. Waarom die koerswijziging?
“Concurrentie heeft drie parameters: prijs, kwaliteit en innovatie. Duurzaamheid maakt deel uit van kwaliteit en innovatie. Soms heb je samenwerking nodig voor lagere prijzen, hogere kwaliteit of innovatie. Dat hebben we de afgelopen jaren beter begrepen. We hebben die discussie aangezwengeld en we zijn ermee naar buiten gegaan, ook om de discussie in Europa te stimuleren. En daar zijn we redelijk in geslaagd. De Europese Commissie heeft in maart concept-richtsnoeren gepubliceerd voor duurzaamheid en die zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op het voorwerk dat wij hebben verricht.”

Parodie

In december 2020 publiceerde advocatenkantoor Maverick een deepfake filmpje over u. U zegt daarin onder meer: ‘Advocaten moeten niet op de man spelen en geen zand in de raderen strooien’. Was u onaangenaam verrast door die parodie?
“Het filmpje past in een lange traditie van grapjes en plagerijen van Maverick, en dat is verder prima. 95 procent van de advocaten gaat professioneel om met de ACM: hard op de inhoud, zacht op de persoon. Maar er zijn advocaten die wel op de persoon spelen. Ze mogen míj persoonlijk aanvallen, maar ambtenaren van de ACM persoonlijk aanvallen vind ik ongepast. Een enkele keer heb ik daar wel eens een advocaat over gebeld. De advocaten die dat doen zijn geen slechte mensen, ze begrijpen alleen niet wat voor impact die aanvallen hebben. Ik wil mijn mensen daartegen beschermen.”

De ACM bemoeit zich soms met de advocatuur. Nadat de Nederlandse Orde van Advocaten advocaten verbood om via bemiddelingssites cliënten te werven, heeft de ACM de Orde in 2018 op de vingers getikt en gevraagd de regels te verduidelijken. Houdt de ACM bij of advocaten nu wel vrij zijn samen te werken met die sites?
“We hebben een tijd lang geen signalen gekregen dat advocaten worden belemmerd, maar ik zeg er meteen bij dat onlangs wel weer wat kwam opborrelen. Het heeft onze hernieuwde aandacht. Als er advocaten zijn die zich belemmerd voelen, kunnen ze zich bij ons melden.”

Eind 2020 startte de NOvA een experiment waarin advocaten van rechtsbijstandsverzekeraars ook niet-verzekerden mogen bijstaan. Daar was druk van de ACM voor nodig. Schermt de advocatuur met zijn gildesysteem de markt af?
“We kijken kritisch naar de advocatenmarkt. De juridische dienstverlening aan mensen met een smalle beurs is een moeilijke markt. Daar klagen ook veel advocaten over. We weten uit onderzoeken dat mensen aan de onderkant van de samenleving grote moeite hebben om juridische bijstand te betalen. Of je dat oplost met meer marktwerking en met de afschaffing van het gildesysteem is de vraag. Ik denk dat de uitbreiding van gesubsidieerde rechtsbijstand logischer is. In het middensegment van de markt zijn de rechtsbijstandsverzekeraars actief. Ik hoop dat het experiment kan helpen om het middensegment concurrerender te maken. In de top van de markt wordt een hoge prijs berekend, die wordt betaald door bedrijven die zich dat kunnen veroorloven. Daar besteden we geen aandacht aan.”

Toezicht op de advocatuur

Andere vragen over de advocatuur, bijvoorbeeld over de positie van de advocaat-onderzoeker en de vraag of grote kantoren moeten bijdragen aan de sociale rechtshulp, gaat Snoep uit de weg. “Ik ben nu voorzitter van de ACM, en ik hou mijn mening liever voor mezelf.” Waar hij wel iets over wil zeggen, vanuit zijn rol als toezichthouder, is het toezicht op de advocatuur. De discussie is actueel omdat het College van toezicht op de advocatuur in februari de vloer aanveegde met het onderzoek van de Haagse deken naar de fraude bij Pels Rijcken. Snoep: “Het toezicht op advocaten ligt nu bij de elf dekens. Dat is complex. De ACM is absoluut niet aan het solliciteren voor een rol hierin, maar een centrale toezichthouder op de advocatuur kan ik me wel voorstellen.”

Uw overstap van de advocatuur naar de ACM kwam voor sommigen als een verrassing. Wat dreef u?
“Toen ik als advocaat begon, heb ik van mijn belangstelling voor markten mijn vak gemaakt. Ik werd advocaat mededingingsrecht, en dat heb ik met enorm veel plezier gedaan. Totdat het steeds meer aan me begon te knagen dat ik de belangen van individuele bedrijven behartigde en niet het publieke belang. Ik heb over verschillende dingen nagedacht, en toen mijn voorganger bij de ACM stopte, heb ik gesolliciteerd. De directe collega’s waren niet verrast, hoor. Die zagen dat ik aan het worstelen was met mijn rol.”

Welke dilemma’s kwam u tegen in uw nieuwe baan? De NS was klant bij De Brauw, en de ACM moest dezelfde NS aanpakken wegens onregelmatigheden in Limburg.
“We hebben een collegiaal bestuur van drie personen. Bij de ACM heb ik me niet bemoeid met de NS en met andere kwesties waarbij ik eerder direct of indirect betrokken was. Daarover zijn vanaf het begin goede afspraken gemaakt. Op dit moment zijn er geen restricties meer.”

Wat heeft u meegenomen uit de advocatuur?
“Ik kom uit het vakgebied en als advocaat ben je eerder geneigd om te kijken naar het doel en dan met de nodige creativiteit naar de wet. Ik zie dat er op bepaalde punten meer mogelijk is dan de ACM in het verleden dacht. Zie bijvoorbeeld de arbeidsmarktconcurrentie, en de Apple-zaak (over het ‘verplichte’ betaalsysteem voor dating-apps, red.). Die zaken doen we omdat de markt niet goed werkt. We willen het goede doen, al kan het altijd beter. We zijn een lerende organisatie.”

Wat moet de ACM nog leren?
“Het ingewikkelde is dat we steeds vaker te maken krijgen met verschillende publieke belangen. Het belang om het klimaat te redden en het belang om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen schuren soms met het belang om energie betaalbaar te houden. Soms zijn dingen goed voor de korte termijn en slecht voor de lange termijn of andersom. We moeten de balans vinden.”

Geen geheimen

In eerdere interviews sprak u vrijuit over uw afkomst en privéleven. Dat uw vader uit de kast kwam, dat uw ouders gescheiden zijn. U stelt zich kwetsbaar op.
“Ik zie dat niet als kwetsbaar. Het is gewoon wie ik ben, het is mijn achtergrond, daar heb ik helemaal geen geheimen over.”

Heeft u vanuit die achtergrond meer aandacht voor diversiteit en inclusiviteit in de organisatie?
“Of er een relatie is weet ik niet, maar diversiteit en inclusiviteit zijn belangrijke onderwerpen voor mij. Mensen kunnen alleen optimaal presteren als iedereen in de werkomgeving zich geaccepteerd voelt. Ik geloof ook dat een diverse groep mensen betere besluiten neemt. Wat de ACM betreft: we zijn geen ideale afspiegeling van de Nederlandse samenleving, en daarom missen we sommige perspectieven. Naast ons streven om een diverse organisatie te worden, gaan we daarom als bestuur ook op zoek naar mensen die ons een ander perspectief kunnen bieden. Die bijvoorbeeld kunnen vertellen hoe mensen op een lage trede van de sociaal economische ladder aankijken tegen markten en tegen ons werk.”

Broccoliparadox

De ACM heeft daarom veel overleg met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, maar ook met individuen. “Iemand die grote indruk op mij heeft gemaakt is Tim ’S Jongers. Hij groeide op aan de onderkant van de samenleving, is lid van de Raad voor Zorg en Samenleving en stond bij de gemeenteraadsverkiezingen op de kandidatenlijst van de PvdA in Den Haag. Ik heb hem uitgebreid gesproken om beter te begrijpen hoe markten kunnen werken voor alle mensen, ook kwetsbare mensen. Dat is een ontzettend ingewikkelde opgave. Daarbij helpt het om een divers samengestelde organisatie te hebben.”

Wat heeft u van hem opgestoken?
“Heel basale noties, bijvoorbeeld de broccoli-paradox. Hulpverleners zeggen dat mensen gezonder moeten eten, meer broccoli. Dat gaat eraan voorbij dat mensen niet eens genoeg geld hebben om eten te kopen.”

De ACM kampt met dezelfde blinde vlekken. “Wij helpen de consumenten, bijvoorbeeld met voorbeeldbrieven op  ACM Consuwijzer, om meer zelfredzaam te zijn. Maar er is in Nederland een grote groep mensen die helemaal niet zelfredzaam zijn en niets hebben aan onze voorbeeldbrieven. We hebben contact gezocht met sociaal raadslieden en anderen die dicht bij mensen in een kwetsbare positie staan, om hen te kunnen helpen. We wijzen de helpers op de mogelijkheden die we hebben.”

Hoge boetes

De ACM neemt het op voor de consument. Zijn boetes voor schending van consumentenrecht effectiever dan optreden tegen kartelvorming?
“De ene keer is het opleggen van boetes effectief en de andere keer bereik je meer met een geleidelijke aanpak. Neplikes zijn bijvoorbeeld een wijdverspreid fenomeen. Hoe pakken we dat aan? Het begint met bewustwording, bekendmaken dat we ertegen optreden, een dwangsom opleggen. We kijken wat het meest effectief is. Het heeft helemaal geen zin om er één iemand uit te pikken en een hoge boete op te leggen. Veel mensen die neplikes en nep-reviews plaatsen weten helemaal niet dat ze iets fout doen, want ‘iedereen doet het’. Een ouderwets kartel is een ander verhaal. Dan helpen alleen hoge boetes.”

Sinds u er zit, deelt de ACM meer en hogere boetes uit. Waarom is dat?
“We hebben grote problemen gezien op markten waar we eerst minder naar keken. Op inkoopmarkten werden willens en wetens wetten overtreden. We hebben de Samsung-zaak gehad met verticale prijsbinding. Dat moeten we met hoge boetes bestraffen zodat iedereen de consequenties voelt en begrijpt.”

De ACM verliest ook zaken, zoals die tegen de NS of de huizenhandelaren. Wat leert u daarvan?
“Soms hebben wij het niet goed gezien. Soms hebben we de overtredingen goed gezien, maar hebben we de zaak niet goed genoeg onderbouwd. Soms zijn we het niet eens met wat de rechter heeft gezegd, maar daar leggen we ons uiteraard bij neer.” Snoep wil geen voorbeelden geven van zaken, want “dat is napleiten”. Hij voegt toe: “We leren constant. Een toezichthouder die al zijn zaken wint, daar is iets mis mee. Dan kies je je zaken kennelijk zo uit dat je niet kunt verliezen, dan laat je heel veel liggen. We pakken zaken naar eer en geweten op. Net zo min als een advocaat nooit kan zeggen dat hij al zijn zaken wint, kunnen wij nooit zeggen dat we al onze zaken overeind houden.”

U bent eerder geneigd dat risico te nemen?
“Dat weet ik niet. We kijken naar ons track record. We moeten 75 procent van onze zaken winnen. Anders dan een advocaat. Die mag 50-50 aanhouden.”

Schadevergoeding

De onderzoeken van de ACM kunnen heel ingrijpend zijn voor bedrijven. Vertaalt zich dat in schadevergoedingen als er niets aan de hand blijkt te zijn?
“Ik vind dat we redelijke schadevergoedingen geven. We hebben na een verloren zaak tegen huizenhandelaren 40.000 euro per persoon aangeboden zonder dat ze daarvoor bewijs moesten aanleveren. Wie meer schade had, moest het aantonen, en wie het er helemaal niet mee eens was, kon naar de rechter stappen. Dat heeft een aantal huizenhandelaren gedaan en de rechter heeft die eis afgewezen. Dus…”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven