Het supersnelrecht, zoals dat is toegepast tijdens de jaarwisseling, werkt alleen goed in eenvoudige zaken. Daarbij gaat het om zaken waarin het bewijs simpel is te leveren en de verdachte bekent. In die gevallen gaat een snelle berechting niet ten koste van de kwaliteit.
Deze conclusies staan opgetekend in een evaluatie van de Raad voor de rechtspraak. Direct na de jaarwisseling werd supersnelrecht toegepast in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. In totaal werden 38 zaken afgedaan, waarbij het onder meer ging om geweld tegen hulpverleners, mishandeling en brandstichting.
Zaken waarin rapportage van reclassering of gedragsdeskundigen nodig is, lenen zich niet voor de supersnelle afdoening. De raad adviseert minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin in beginsel geen zaken volgens het supersnelrecht af te doen waarin slachtoffers zich hebben gevoegd als benadeelde partij en schadevergoeding eisen. Dat compliceert zaken dermate dat ze niet supersnel kunnen worden afgedaan. Alleen heel eenvoudige vorderingen, waarvan overduidelijk is dat de rechter ze kan toewijzen, zijn geschikt voor supersnelrecht, aldus de raad.
Tijdens de jaarwisseling werd supersnelrecht toegepast in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. In totaal zijn er 38 zaken afgedaan volgens het supersnelrecht. Het ging daarbij bijvoorbeeld om zaken waarbij geweld werd gebruikt tegen hulpverleners, om mishandeling en om autobranden. In 36 zaken kwam de rechter tot een beslissing.
Voor een efficiënte uitvoering van het supersnelrecht zijn voldoende zaken nodig, schrijft de raad. Het aantal zaken van de jaarwisseling bleef in de vier grote steden beperkt. De rechtspraak wil de procedures rond het supersnelrecht lokaal vastleggen en de plaatselijke bestuurders en rechtshandhavers laten bepalen wanneer het nuttig is om supersnelrecht in te zetten. (BRON: ANP)
{mosgoogle}
{mosmodule module=Laatste nieuws}