Theo Simons (CBb): ‘Verruim uitspraakbevoegdheid in bestuursrecht’  

Delen:

Enkele jaren geleden was het College voor beroep van het bedrijfsleven op sterven na dood. Maar tegenwoordig is de rechter tussen markt en overheid alive and kicking en behandelt meer zaken dan ooit. President Theo Simons wil even geen politieke bemoeienis meer, zo vertelt hij in een interview in het nieuwe nummer van Mr., dat 6 september verschijnt. Hij wil rust, maar heeft nog wel enkele wensen.

Tot eind 2016 werd het College voor Beroep van het bedrijfsleven (CBb) met opheffing bedreigd. Het kabinet wilde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College samenvoegen omdat dit de rechtseenheid binnen het bestuursrecht ten goede zou komen en om efficiencywinsten te kunnen inboeken. In november 2016 is het wetsvoorstel ingetrokken. Het CBb, de hoogste economische bestuursrechter, is sindsdien hard bezig met de ‘wederopbouw’. En dat gaat goed; alleen een al te actieve wetgever kan dit proces verstoren. Daarom wil Theo Simons rust in de tent, net als zijn collega’s van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep: geen politieke bemoeienis en geen wilde plannen binnen de bestuursrechtspraak.

Populair college

Simons, sinds september 2017 president van het CBb: “De periode van het wetsvoorstel heeft vier jaar geduurd. Als je met opheffing wordt bedreigd, dan kun je niet werken aan organisatieontwikkeling. Mensen lopen weg. Ik ben hier begonnen met de wederopbouw. Extern en intern. We maken nu bijvoorbeeld naar partijen duidelijk wanneer welke zaken worden behandeld. We geven een reële datum waarop uitspraak wordt gedaan en halen die dan ook. We doen alle uitspraken op een vaste dag in de week. De week daarvoor worden de uitspraken aangekondigd op de website. We doen aan verwachtingenmanagement, dat was in die vier jaar weggezakt.”

Intern is het personeelsbestand op orde gebracht, eerst met nieuwe rechters. In de periode van het wetsvoorstel zijn er rechters weggegaan en vacatures werden toen niet ingevuld. Simons: “We kunnen nu voldoende en ook uitstekende rechters krijgen, we zijn een populair college. Ons zakenpakket heeft een zeker prestige. Er zijn zeven rechters bijgekomen, nu zijn er in totaal 22. We richten ons nu ook bewust op kennisborging. Veel kennis zat en zit alleen in de hoofden van ervaren rechters en dat is op lange termijn niet goed. We werken aan mechanismen om dat over te dragen.”

Forse groei

Ook is het aantal juridisch ondersteuners uitgebreid: van één naar twee per rechter. Dat kost wat, maar daar schijnt het College weinig last van te hebben. “Budgettair zitten we goed”, reageert Simons. “We kennen geen outputfinanciering zoals andere gerechten, bij ons geldt een lumpsumfinanciering vooraf. Er wordt geschat hoeveel zaken er binnenkomen en op basis daarvan krijgen we ons bedrag.”

En dat aantal neemt fors toe, “het klotst hier tegen de plinten”. Schommelde de jaarlijkse zaakinstroom tussen de 1000 en 1200, in 2018 en 2019 zijn dat er al 3000. De groei zit vooral in fosfaatzaken. Zo’n beetje elk jaar veranderen de regels over mest en de verdeling van fosfaatrechten. “Er zijn in Nederland 4200 melkveebedrijven, elk jaar wordt voor elk bedrijf een besluit genomen. Die kunnen daartegen bezwaar maken en dan bij ons in beroep gaan. Over kortingen, quota, ontheffingen. Dat moet per bedrijf worden bekeken. Gelet op het maatschappelijk belang worden die zaken nu met voorrang behandeld.”

Dejuridisering

Simons is tevreden over het bestuursprocesrecht, al heeft hij nog wel wat verlangens. “We zijn er de laatste tien jaar steeds meer in geslaagd het bestuursprocesrecht beter te laten functioneren. Vooral door meer aandacht te besteden aan de finale geschilbeslechting. We zeggen niet meer achteraf hoe het niet had gemoeten, maar we zeggen veel eerder hoe het wél moet. Ook hebben we het bestuursprocesrecht gaandeweg weten te dejuridiseren. Het was veel te ingewikkeld geworden met trechters en fuiken en een overdosis aan formaliteiten. We zijn weer terug bij de materiële waarheid. Juist voor ons als eindrechter op het gebied van het economisch bestuursrecht is dat van belang.”

Verklaring voor recht

Simons heeft nog wel wat wensen. Het zou mooi zijn als de bestuursrechter tijdens een voorlopige voorziening hangende bezwaar ook al meteen in de hoofdzaak zou kunnen beslissen. Nu kan dat alleen in de beroepsfase. “Dan heb je sneller het eindoordeel van de rechter en dat is prettig voor de betrokkene en het bestuursorgaan.”
Maar er is iets dat volgens Simons belangrijker is: ruimere uitspraakbevoegdheden. “Ik zou graag zien dat we een verklaring voor recht kunnen geven. Iemand kan nu bij zijn gemeente vragen of hij een vergunning nodig heeft. Wat de gemeente ook zegt – ja of nee –, dat is meestal geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dat is niet altijd handig. Soms dwing je mensen om een overtreding te begaan, door te bouwen wat niet mag, en dan zegt een gemeente achteraf dat ze wel een vergunning nodig hadden gehad. De rechtsmacht van de bestuursrechter zou zich daarom niet moeten beperken tot Awb-besluiten, zoals nu, maar ook andere bestuurshandelingen zouden daaronder moeten vallen. De wetgever kan alles regelen, dus dit ook. Is dat geregeld, dan kun je ook het oordeel van de gemeente laten toetsen of je wel of geen vergunning nodig hebt. Dan kan de bestuursrechter een verklaring van recht afgeven.”
Ook zou Simons graag zien dat de mogelijkheid voor tussenuitspraken wordt verruimd of zelfs algemeen wordt. “Nu kan het alleen bij de bestuurlijke lus. Dat lijkt al gauw op eenzijdig het bestuur helpen. Een algemene bevoegdheid geeft de bestuursrechter nog meer mogelijkheden voor goed en eerlijke geschilbeslechting.”

Lees hier het hele interview.

 

 

 

 

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven