Nederland is naar de stembus gegaan voor het kiezen van zijn volksvertegenwoordiging. Naast het vertolken van wat er onder de mensen leeft, zijn de honderdvijftig Kamerleden óók medewetgevers. Verstand van zaken inzake het recht is daarbij een condicio sine qua non. De afgelopen jaren telde Mr. het aantal juristen in het parlement en nam daar een gestaag dalende trend in waar: van 26 (2017) naar 25 (2021) naar 22 (2023). Opvallend genoeg schiet het echter weer omhoog naar – *tromgeroffel* – 31 nu. Ruim een vijfde van het totaal.
Minder dan Eerste Kamer
Percentueel is dat nog altijd een stuk minder dan in de Eerste Kamer, waar in 2023 ongeveer een kwart van de gekozen leden een juridische achtergrond had. Dat past ook wel bij het imago waarop de senaat zich laat voorstaan, namelijk dat daar, ver weg van de waan van de dag, meer aandacht is voor wetgevingskwaliteit. Niettemin is de indirect gekozen chambre de réflexion de afgelopen periode politiek behoorlijk relevant geweest, want het kabinet-Schoof moest menigmaal op plannen terugkomen omdat wetten het in de Eerste Kamer niet zouden halen (die kwalitatief dan ook uitermate teleurstellend waren).
De Tweede Kamer trekt nu dus een been bij. De juristen daar krijgen een belangrijke rol binnen hun fracties, want volgens de Nederlandse Orde van Advocaten blonken de partijprogramma’s weer niet uit in rechtsstatelijkheid (al krijgt de NOVA-toets ook kritiek). Wie zijn zij? We bespreken ze fractiegewijs in volgorde van groot naar klein volgens de huidige prognose; er kunnen in de officiële uitslag van de Kiesraad over een paar dagen nog verschuivingen optreden in verband met restzetels en voorkeursstemmen.
Vooraf nog een stukje administratie: geteld zijn in de eerste plaats Kamerleden met een academische graad in de rechtsgeleerdheid – het blijft wel Mr. –, maar wie werkzaam was als ‘jurist’ zonder dat diens opleiding bekend is, werd ook meegenomen (de PVV bleek andermaal een gesloten bolwerk).
D66: 7
D66 kan zomaar eens voor het eerst in de geschiedenis de meeste stemmen hebben behaald. De sociaalliberalen hebben de naam een ‘juristenpartij’ te zijn en doen die ook eer aan. In de kop van de lijst staan Jan Paternotte en Joost Sneller, die een vergelijkbare achtergrond delen met een combinatie van internationale betrekkingen en rechten. Sneller hield zich de afgelopen jaren naast justitie bezig met staatsrechtelijke vernieuwing en is daarmee de hoeder van de ‘kroonjuwelen’ van D66, zoals directe democratie (al komt daar in Nederland meestal weinig van terecht). Nieuwkomer Nathalie van Berkel studeerde onder meer rechten in Rotterdam en was tot voor kort bestuurder van het UWV, maar heeft nu dus ander werk gevonden.
Een overstap binnen de politiek maakt Fatimazhra Belhirch, die op dit moment in de Eerste Kamer zit en ook Erasmus-alumna is. De vreemdelingenrechtjuriste stond aan het hoofd van de Stichting voor Vluchtelingen-Studenten UAF en werkte eerder op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Mpanzu Bamenga kwam in 2023 in de Kamer en blijft daar. Hij begon op de mavo, om uiteindelijk Europees vreemdelingen- en asielrecht te studeren in Brussel en Nederlands recht in Nijmegen. Fiscalist Robert van Asten (Leiden Universiteit) en staats- en bestuursrechtjurist Koen Castelein (Rijksuniversiteit Groningen) maken voor het eerst hun opwachting.
PVV: 6
De (sterk geslonken) fractie van de PVV, waarbij ‘rechtsstaat’ toch niet de eerste associatie is, doet evenwel ook een aardige duit in het zakje. Geert Wilders verraste met onbekende nummers 3 en 4 op de lijst en verwelkomt met hen twee nieuwe juristen. Shanna Schilder studeerde af in het strafrecht aan de Vrije Universiteit en verhuist nu van Curaçao, waar ze afdelingshoofd was op het ministerie van Planning en Bestuur, naar Den Haag . Medenieuwkomer Annelotte Lammers brengt als jurist bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ervaring mee die raakt aan het voornaamste PVV-programmapunt.
Voor de rest zien we veel oude bekenden. Gidi Markuszower liep een kabinetspost mis op aanraden van de AIVD, maar in de Kamer is hij gewoon weer van de partij. Nummer 10 Vicky Maeijer voert voor zover wij weten haar meestertitel nog, maar is die niet zeker. De scriptie waarmee de staatssecretaris het oorspronkelijke kabinet-Schoof in 2009 afstudeerde aan de Erasmus Universiteit werd door haar alma mater ongeldig verklaard nadat BNR Nieuwsradio plagiaat had ontdekt. Aan de NOS meldde zij een nieuwe te gaan schrijven, “Zodat ik mijn studie kan afronden op de manier die mij altijd voor ogen heeft gestaan. Namelijk met hard werken en volgens de regels.” Hoe het daarmee staat, is niet bekend.
Marina Vondeling had in 2023 waarschijnlijk niet verwacht verkozen te worden, als 34ste op de lijst. Deze keer was zij, twintig plekken hoger, zekerder van haar zaak. Oudgediende Raymond de Roon tot slot was eerder advocaat-generaal bij het Amsterdamse gerechtshof, officier van justitie en wetgevingsjurist, en is nu bijna twintig jaar Kamerlid (en ook al geruime tijd pensioengerechtigd).
VVD (5) en GL-PvdA (2)
De VVD leek de gedoodverfde verliezer van de verkiezingen, maar haalde een betere uitslag dan gedacht. Lijsttrekker Dilan Yeşilgöz, die geschiedenis schreef als niet-jurist op het ministerie van Justitie en Veiligheid, neemt verschillende rechtsgeleerden mee. De partij van ondernemingsklimaat, economie en lage belastingen geeft haar visitekaartje af: de huidige minister van Economische Zaken in het demissionaire kabinet Vincent Karremans behaalde diploma’s in het ondernemingsrecht en de fiscale economie (in Rotterdam, waar hij ook wethouder was) en de zevende op de lijst, Wendy van Eijk, combineerde fiscale economie met Europees belastingrecht. Ulysse Ellian, oud-advocaat en de afgelopen jaren VVD-justitiewoordvoerder gaat op voor nog een rondje in de Kamer, net als voormalig rijksambtenaar Ingrid Michon-Derkzen. Een nieuw juridisch gezicht bij de liberalen is Björn Schutz.
GroenLinks en de Partij van de Arbeid deden deze keer voor de tweede keer mee met één lijst, ditmaal met een mix van zittende Kamerleden en nieuwe namen. Waar de senaatsfractie het behoorlijk goed doet langs de juridische meetlat, met onder anderen twee oud-rechters binnen de geledingen, zijn ze in de Tweede Kamer relatief dun gezaaid onder de verlieslijdende groene sociaaldemocraten. Debutant Ani Zalinyan studeerde staats- en bestuursrecht in Leiden en Amsterdam en was in het verleden werkzaam als wetgevingsjurist op verschillende ministeries. Songül Mutluer is al geruime tijd de justitiewoordvoerder, eerst van de PvdA en nu voor de gezamenlijke fractie.
CDA (3) en JA21 (1)
Het CDA heeft er eentje meer dan Groen-Links-PvdA. Lang leek Henri Bontenbal op te gaan voor het premierschap, maar de natuurkundige lijkt zich uitgerekend op een juridisch debat te hebben stukgebeten; met zijn interpretatie van artikel 23 van de Grondwet (de vrijheid van onderwijs) vervreemdde hij vermoedelijk een deel van zijn potentiële kiezers. De christendemocraten droegen in het verleden met Van Agt en Balkenende meesters in de rechten voor als minister-president, maar zij voeren in de nieuwe fractie niet de boventoon. Bontenbals running mate Hanneke Steen-Klok studeerde af in de juridische bestuurswetenschappen aan de RUG en deed later een master privaat- en strafrecht aan de Open Universiteit.
Fiscaal en financieel juriste Jeltje Straatman was tijdens haar opleiding in Tilburg actief in een rechtswinkel en werd advocaat bij Stibbe te Amsterdam. In gesprek met Mr. hield ze een vurig pleidooi voor het belang van juristen tussen de beroepspolitici: “Het beoordelen van inkomende wetsvoorstellen en zelf met goede, nieuwe wetten komen, dat is de basis van het vak. Uiteraard is er in de Kamer een goede mix van achtergronden en vaardigheden nodig, maar de juridische blik is daarbij cruciaal. Praktisch alles wat in de Kamer voorbijkomt, raakt aan juridische aspecten.”
JA21, met 9 zetels in de huidige verhoudingen een middelgrote partij te noemen, neemt één jurist mee in de persoon van Geert Coster, hiervoor vijftien jaar lang advocaat bij de Vereniging van Effectenbezitters en daarvoor bij Allen & Overy en NautaDutilh.
De rest
Hoe zit het met de kleinere partijen, die het deze campagne moeilijk hadden achter het publiciteitsgeweld van de kopgroep? Namens Forum voor Democratie, dat zijn zetelaantal wist te verdubbelen, zitten Thierry Baudet en Gideon van Meijeren straks weer in de Kamerbankjes. De BBB halveerde, maar oud-advocate Mona Keijzer prolongeert haar verblijf in Den Haag. Fiscalist Ismail el Abassi behoudt zijn zetel in de Kamer voor DENK. De ChristenUnie wist ternauwernood haar drie zetels binnenboord te houden, waardoor het duo Don Ceder-Mirjam Bikker niet wordt gescheiden. Laatstgenoemde wordt tegenwoordig wel aangeduid als ‘staatsrechtelijk geweten’ van de Kamer. Die vacature was vacant geworden nadat Kees van der Staaij het stokje had overgegeven als SGP-leider aan Chris Stoffer, die als ingenieur deze officieuze titel daarbij niet van hem overnam. Wel leveren de staatskundig gereformeerden Diederik van Dijk.
De SP zal na elf jaar moeten wennen aan de afwezigheid van Michiel van Nispen, een man die in al die tijd het juridisch-politieke handwerk niet heeft geschuwd, onder meer als voorvechter van de sociale advocatuur en toegang tot het recht. In zijn Mr.-afscheidsinterview memoreerde hij naast successen ook teleurstellingen: “De staat van de rechtsstaat en het gemak waarmee vooral rechtse partijen grondrechten bij het grof vuil zetten”, moest hem van het hart. Helaas voor de socialisten viste Maurits Hondmann (internationaal strafrecht aan de UvA), die hem op nummer 5 van de lijst hoopte op te volgen als huisjurist, naast het pluche.
De anderen bij wie geen jurist aanschuift tijdens de aanstaande fractievergaderingen zijn de Partij voor de Dieren, het terugkerende 50PLUS en Volt, waar vaste waarde Marieke Koekkoek haar Kamerlidmaatschap door de kiezer beëindigd ziet. Laten we niettemin positief kijken naar de Kamer als geheel: de kennis van wet en recht zit weer in de lift in ’s lands belangrijkste vergaderzaal.
