De tot op het laatste moment spannende verkiezingsstrijd heeft de politieke verhoudingen in de Tweede Kamer behoorlijk opgeschud. Maar het werk gaat door: de honderdvijftig leden die op 6 december worden beëdigd, krijgen als taak gezamenlijk de regering te controleren en op te treden als medewetgever. Enige kennis van het recht is daarbij geen overbodige luxe. Mr. inventariseerde net als de vorige keer het aantal Kamerleden met een juridische achtergrond, waarin degenen zijn meegenomen die afstudeerden in een primair juridische academische opleiding. De telling is gebaseerd op de voorlopige prognose van de uitslag; de officiële vaststelling door de Kiesraad kan nog wijzigingen opleveren in verband met voorkeursstemmen en restzetelverdeling.
Gestage daling
Het aandeel juristen in het parlement, zowel in de Eerste als de Tweede Kamer, is door de jaren behoorlijk geslonken. Was aan het begin van de vorige jaren ongeveer de helft rechtsgeleerd, tegenwoordig is dat nog zo’n vijftien procent en hebben zij ruimte in de plenaire zaal moeten afstaan aan met name economen, bestuurskundigen en politicologen. De laatste jaren neemt het aantal gestaag af: van 26 in 2017 en 25 in 2021 naar 22 nu. Dat percentage is flink lager dan in de Eerste Kamer, waar net geen kwart van de leden een juridische achtergrond heeft. Op zichzelf is dat verschil begrijpelijk, aangezien de Eerste Kamer geacht wordt zich in het bijzonder bezig te houden met de kwaliteit van wetgeving. Terwijl de Tweede Kamer de dagelijkse politiek bedrijft, kijken senatoren – in theorie – nog eens rustig naar wetsvoorstellen en beoordelen zij deze op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Niettemin, zo is vaak de analyse, is ook de houding van de Eerste Kamer de afgelopen jaren politiek geprononceerder geworden.
PVV
De onverwacht grote winnaar van de verkiezingen was natuurlijk de PVV, die rechtsstatelijkheid in de regel niet op één heeft staan. Geert Wilders’ eenmanspartij (Wilders is het enige lid) levert liefst 37 Kamerleden, waarvan velen geen eerdere parlementaire ervaring hebben. Onder de nieuwkomers bevindt zich één jurist: Marina Vondeling (nummer 34). De Rotterdamse behaalde haar meestertitel aan de Erasmus Universiteit en werkte kort als juridisch medewerker bij La Fuente & Oosterveen advocaten in de Maasstad. Inmiddels is zij alweer ruim dertien jaar beleidsmedewerker bij de PVV-fractie in de Tweede Kamer op het voor haar partij belangrijke dossier immigratie en asiel. De twee andere meesters in de rechten zijn oude bekenden Gidi Markuszower en PVV-coryfee Raymond de Roon (Kamerlid sinds 2006). Zeventigplusser De Roon had voor zijn loopbaan als volksvertegenwoordiger een lange juridische carrière als onder meer advocaat-generaal bij het Amsterdamse gerechtshof, officier van justitie in Zutphen en wetgevingsjurist op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Wilders zelf is in het bezit van een aantal deelcertificaten op het gebied van rechtsgeleerdheid (Open Universiteit).
NSC
De PVV was niet de enige die twintig zetels wist bij te plussen op 22 november. Nieuw Sociaal Contract, de kersverse partij van Pieter Omtzigt, debuteert met naast hem negentien anderen in de Tweede Kamer, al hebben verscheidenen van hen daar al een geschiedenis (4 CDA, 1 VVD). De NSC-fractie heeft een relatief sterk juridisch profiel met enkele juristen van statuur. De nummer drie van de lijst, Judith Uitermark, was strafrechter bij de Noord-Hollandse rechtbank en landelijk coördinator mediation in strafzaken. Op vijf staat Sandra Palmen-Schlangen, die strategisch adviseur was bij de Rijksoverheid en raadsheer-plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in onder meer socialezekerheidszaken. Landelijke bekendheid verwierf zij als naamgever van het ‘memo-Palmen’, een notitie waarin zij als rijksambtenaar de Belastingdienst al in 2017 wees op de ontspoorde fraudebestrijding in het kader van de Toeslagenaffaire. Haar advies destijds was om gedupeerde ouders schadevergoeding te bieden wegens onterecht stopgezette toeslagen – dat door de fiscus in de wind werd geslagen. Faith Bruyning brengt de bijzondere ervaring mee dat zij zélf toeslagenouder was. De bijna afgestudeerde rechtenstudent (Vrije Universiteit) was boetespecialist in de hoofdstad en nu ‘multidisciplinair herstelexpert’ in de jeugd- en rechtsbescherming. Omtzigts rechterhand mr. Nicolien van Vroonhoven was in het verleden woordvoerster namens het CDA in de Kamer op het gebied van onder meer ondernemings- en auteursrecht. De juridische bagage van NSC kon echter niet verhinderen dat de Nederlandse Orde van Advocaten een aantal rechtsstatelijke pijnpunten in het verkiezingsprogramma vond: het migratiesaldo van 50.000 en de omkering van de bewijslast bij jong volwassenen die een beroep doen op gezinshereniging.
GL-PvdA
In de fractie van GroenLinks en de Partij van de Arbeid, die voor het eerst met een gezamenlijke lijst deelnamen aan de verkiezingen en met 25 zetels na de PVV de grootste is geworden, zit één volbloedjurist. Songül Mutluer zit sinds 2017 namens de PvdA in de Kamer en is gespecialiseerd in het aanbestedingsrecht. Haar mede-sociaaldemocraat Barbara Kathmann begon aan een rechtentudie, maar behaalde haar master in de internationale betrekkingen. Lijsttrekker Frans Timmermans (voormalig Kamerlid, staatssecretaris, minister en Eurocommissaris) studeerde Frans en deed in de periode 1984-85 daarnaast Europees recht in het Noord-Franse Nancy. Zijn ‘running mate’ Esmah Lahlah is kinder- en jeugdpsychologe, maar promoveerde wel aan de Tilburgse rechtenfaculteit met het proefschrift Invisible victims? Ethnic differences in the risk of juvenile violent delinquency of Dutch and Moroccan-Dutch adolescent boys.
VVD
De top-vier van de VVD-lijst kent twee opvallende namen die juist géén meester in de rechten zijn: Dilan Yeşilgöz en Eric van der Burg, die tot veler verbazing bewindspersonen werden op het van oudsher door juristen geleide ministerie van Justitie en Veiligheid. Van der Burg studeerde overigens wel Nederlands en notarieel recht aan de VU, maar maakte dit niet af. Drie anderen zijn wel zonder meer jurist te noemen: demissionair minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Mariëlle Paul, huidig Kamerlid en oud-rijksambtenaar Ingrid Michon-Derkzen en Ulysse Ellian. Laatstgenoemde zit het recht in het bloed: zijn vader is de Leidse hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap en zelf was hij docent-onderzoeker privaatrecht aan de VU en advocaat. In de Kamer hield hij zich het afgelopen anderhalf jaar bezig met justitie en constitutionele zaken.
D66 en BBB
D66, in 2021 nog de tweede partij van Nederland, verloor vijftien zetels en moet het nu met negen doen. Huidig fractievoorzitter Jan Paternotte deed een bachelor in de internationale betrekkingen, maar studeerde af in het Europees recht (Universiteit van Amsterdam); justitiewoordvoerder Joost Sneller legde precies het omgekeerde traject af. Twee op de zeven BBB’ers zijn mr., al vertegenwoordigden zij tot voor kort andere partijen: wel-niet-premierskandidaat Mona Keijzer (ex-CDA) en Lilian Helder (ex-PVV). Beiden waren vroeger advocaat, respectievelijk te Purmerend en Eindhoven.
De rest
Michiel van Nispen wist op het nippertje zijn zetel te behouden als nummer vijf van de sterk gekrompen SP. De geëngageerde jurist won de allereerste NVSA Anker & Ankerprijs voor zijn inzet voor rechtsstaat en strafrechtadvocatuur. Relatief hoog op de ‘juristenmeetlat’ scoren de driekoppige fracties van de ChristenUnie (Mirjam Bikker en oud-sociaaladvocaat Don Ceder) en Forum voor Democratie (Thierry Baudet en Gideon van Meijeren). Marieke Koekkoek van Volt promoveerde in het internationaal handelsrecht; DENK’er Ismail El Abassi haalde zijn master fiscaal recht aan de VU. De SGP, tot slot, heeft het binnenkort te rooien zonder afzwaaiend ‘staatsrechtelijk geweten’ van de Kamer Kees van der Staaij. Zijn grote schoenen zullen moeten worden gevuld door Diederik van Dijk, op het moment lid van de Eerste Kamer (die hierdoor een jurist armer zal zijn).