Treppenwitz

Delen:

Kent u die uitdrukking, beste lezer? Iemand zegt iets en je weet zo gauw geen mooi antwoord. En als je vervolgens de deur achter je dicht hebt getrokken en de trap af loopt valt je een veel beter antwoord in. Dat werk. Het begrip is voor het eerst gebruikt door Denis Diderot in 1773, als l’esprit de l’escalier, en in het Duits werd het Treppenwitz en in het Jiddisch Trepverter, gevatheid achteraf.

Nu, een week na mijn promotie, heb ik er doorlopend last van. Al forensend tussen mijn huis en de rechtbank heb ik de mp3 van mijn verdediging nu een paar keer beluisterd, en voortdurend vallen mij op de vragen van de promotiecommissie nieuwe, gevatte, scherp- dan wel diepzinnige antwoorden in.

Valerie Frissen, bijzonder hoogleraar ICT en Sociale Verandering bij de Faculteit der Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit en senior strateeg bij TNO Informatie- en Communicatietechnologie, vroeg zich, namens iemand die ze was tegengekomen, af of rechtspraak en informatietechnologie niet een contradictio in terminis was – haar woorden, normaal gebruik ik geen Latijn, maar dit was een academische plechtigheid. De vraag dus, of IT en rechtspraak niet met elkaar in tegenspraak zijn. Twee jaar geleden hadden wij een gesprek, en toen was haar opgevallen dat ik niet erg optimistisch was over de IT in de rechtspraak. In mijn dissertatie vond ze van dat pessimisme niet veel terug, zei ze.

Die kwestie blijft me bezighouden, ook al omdat ik dezer dagen werd geconfronteerd met een boze collega die in niet mis te verstane bewoordingen liet weten dat hij genoeg had van al die nieuwe IT, al deed hij dat wel per email. In mijn antwoorden blijf ik dit keer dicht bij huis.

De cultuur van de rechtspleging is behoudend. Dat hangt samen met de aard van het werk. Die cultuur is ook weinig technisch. Toch zijn er rechters en secretarissen die al knutselend nieuwe toepassingen hebben ontwikkeld die nu algemeen in de rechtspraak in gebruik zijn, zoals JustWord en het alimentatierekenen. De makers van JustWord hebben zich jarenlang moeten verbijten vanwege alle negatieve reacties rond de invoering. Maar toen het eenmaal werkte werden ze geprezen om hun praktisch inzicht en vooruitziende blik.

De IT moet dus werken. De kantoorautomatisering werkt, en email werkt ook. Het is deel van een standaardpakket, er hoeft binnen de rechtspraak niks voor ontwikkeld te worden en het is ook nog eens heel handig. Probeer maar eens een collega aan de telefoon te krijgen met al die zittingen. Je moet tegelijkertijd beschikbaar zijn, terwijl zo’n synchroon contact bij email niet nodig is. Een beetje druk van de leiding helpt ook. Zo kondigde een collegepresident bij zijn komst aan dat hij voortaan de mededelingen per email ging doen. En tegen de rechter die tegenwierp dat hij geen email las zei hij dat deze maar de hulp van een collega moest inroepen om het te leren. Hier en daar en voor sommige doeleinden wordt email ook gebruikt voor externe communicatie. Wat ook werkt is Rechtspraak.nl. Een geweldige voorziening, waardoor iedereen zelf kennis kan nemen van de letterlijke tekst van rechterlijke uitspraken. Er komt wel iets achter weg: die uitspraken moeten aan hogere eisen van begrijpelijkheid voldoen nu ze meer in de openbaarheid komen. Daar wordt in het Promisproject voor strafvonnissen aan gewerkt. De komst van het Internet heeft het gebruik van IT in de rechtspraak flink bevorderd.

Iets anders is dat de Nederlandse rechtspraak al heel lang wacht op nieuwe basisinformatiesystemen die de zaaksadministratie ondersteunen. Dit is het punt waarop het moeilijker wordt: het ontwikkelen van specifieke programma’s, en in ketensamenwerking met andere organisaties. Daar moeten ingewikkelde kwesties worden opgelost, en processen en techniek moeten op elkaar afgestemd worden. Dat vereist inzicht in de rol die informatie speelt in die processen. Een rechter gebruikt een strafdossier om op de zitting een zaak te behandelen, terwijl voor een officier van justitie informatie voor het nemen van een vervolgingsbeslissing of over het verloop van het politieonderzoek voorop staat. Om al die complexiteit in de hand te houden is goed bestuur, dat begrijpt waar het om gaat, een noodzaak. Wat mij opviel was, dat degenen die nu verantwoordelijk zijn voor de IT in de Nederlandse rechtspraak niet bij mijn promotie waren. Ik begreep dat ze vergaderden over de IT governance. Het beheersen van zo’n grote uitdaging is voor de rechtspraak iets nieuws. Daarom staan er in mijn proefschrift een aantal aanbevelingen voor het bestuur: houd het simpel, wees voorzichtig met keteninformatisering, zorg dat je begrijpt wat de rol van informatie in de rechtspraak is.

Mijn trappenwijsheid voor Valerie is uiteindelijk dat rechtspraak en IT niet met elkaar in tegenspraak zijn. De rechtspraak is wel conservatief, maar de IT is net als bij andere organisaties een grote uitdaging, en dan vooral voor het bestuur. Mijn boek is bedoeld om het bestuur daarbij te helpen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven