Begin maart 2015 heeft de NOvA de commissie ‘Duurzaam stelsel gefinancierde rechtsbijstand’ ingesteld. Deze commissie heeft in de afgelopen maanden een verkennend onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de kosten en de achterliggende factoren daarvan in de gefinancierde rechtsbijstand aan de hand van de volgende vraagstelling: Hoe hebben de kosten van het stelsel zich ontwikkeld en, voor zover sprake is van een fluctuatie van die kosten, wat zijn de mogelijke oorzaken?
Op basis van deze vraagstelling is nu een tussenrapport gepubliceerd dat de eerste fase van het onderzoek naar het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand omvat. Om goed antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de kosten zich hebben ontwikkeld, is een tussentijdse financieel-economische analyse uitgevoerd. Deze analyse heeft plaatsgevonden aan de hand van cijfers die de Raad voor Rechtsbijstand heeft verstrekt.
Geen stijging, maar juist daling van reële kosten
Samenvattend stelt de commissie vast dat er geen sprake is van een ‘ongebreidelde’ kostenstijging in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Integendeel, de laatste jaren dalen de reële uitgaven. Het gaat dan om de ontwikkeling in de uitgavenverplichtingen voortvloeiend uit de toegekende toevoegingen. De daling begint in 2011 en is mede het gevolg van een reële daling van de tarieven van de vergoedingen voor de advocatuur. In 2012 en 2013 is er, ondanks een stijging in het volume van toevoegingen, een verdere afname in de uitgaven. Dit wordt veroorzaakt door de verdere daling in de reële forfaitaire tarieven.
Trendbreuk in 2014: daling aantal toevoegingen
In 2014 dalen de reële tarieven voor het vierde jaar op rij en nu slaat ook de groei in het aantal toevoegingen om in een daling. Dit zou wel eens een trendbreuk in de volumeontwikkeling kunnen zijn. Vooral in het personen- en familierecht is een sterke daling van toevoegingen waarneembaar.
Wellicht speelt hierbij de verhoogde eigen bijdrage zoals ingevoerd per 1 oktober 2013 een rol. Het beroep op gefinancierde rechtsbijstand wordt sterk bepaald door rechtsontwikkelingen buiten het stelsel en door ontwikkelingen in het overheidsbeleid. In een duurza(a)m(er) stelsel van gefinancierde rechtsbijstand zou hiermee terdege rekening moeten worden gehouden. Bij nieuwe wetgeving en nieuw overheidsbeleid zou dan steeds de vraag moeten zijn wat dit betekent voor (de financiering van) het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.
Financiering commissie Duurzaam stelsel
De NOvA heeft de kosten voor het instellen van de commissie ‘Duurzaam stelsel’ niet begroot. Om te voorzien in additionele middelen is aan de 13 (qua omzet) grootste advocatenkantoren gevraagd om een financiële bijdrage te leveren teneinde het benodigde onderzoeksbudget te realiseren. Dit heeft geresulteerd in een bijdrage van de volgende kantoren: Van Doorne, Houthoff, Stibbe, CMS, De Brauw, NautaDutilh, DLA Piper, Allen & Overy, Clifford Chance, Holland Van Gijzen, Simmons & Simmons en Loyens & Loeff. Er wordt waardering uitgesproken voor de financiële steun van deze kantoren voor het onderzoek. Hieruit blijkt dat de strijd voor het behoud van de toegang tot het recht voor on- en minvermogenden baliebreed wordt gedragen.