Met zijn uitspraken over de strandrellen bij Hoek van Holland kan de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, in het vaarwater van de rechter terechtkomen. Die zorg sprak de Tweede Kamer woensdag uit in een gesprek met de ombudsman. Zelf zei Brenninkmeijer geen spanning te ervaren tussen zijn werk en dat van de rechter.
Het kabinet reageerde eind vorig jaar gebeten op uitspraken van de Nationale ombudsman dat bij de beoordeling van het politieoptreden bij de rellen de mensenrechten betrokken moeten worden. Volgens Brenninkmeijer heeft hij nooit bedoeld te zeggen dat de politie over de schreef is gegaan. Woensdag stelde hij zelfs dat ook de mensenrechten van de politieagenten bij de rellen in het geding kunnen zijn geweest.
CDA-Kamerlid Marleen de Pater wees erop dat Brenninkmeijer met zijn uitspraken over de politie in een lastig parket terecht kan komen als hij later nog onafhankelijk onderzoek zou moeten doen naar de rellen. Hij zou erbij stil hebben moeten staan dat zijn juridische betoog over mensenrechten onderdeel van het publieke debat zou kunnen worden door de rellen erbij te halen.
Brenninkmeijer stelde de rechter nooit voor de voeten te lopen. De rechter zou juist dankbaar gebruik maken van feiten die de ombudsman tijdens zijn eigen onderzoek heeft verzameld. Bij de vaststelling van een schadeloosstelling wil de rechter zich ook nogal eens verlaten op het oordeel van de Nationale ombudsman over het optreden van bestuursorganen.
Kabinet en ombudsman hebben de ruzie over de strandrellen inmiddels bijgelegd, maar de Tweede Kamer wilde dat woensdag nog eens van Brenninkmeijer zelf horen. (bron: ANP)