Slachtoffers en getuigen van onder meer geweldsdelicten kunnen voortaan vaker anoniem aangifte doen. Doordat hun identiteit wordt afgeschermd, hoeven ze minder te vrezen voor wraakacties van de verdachte. De maatregel moet stimuleren dat slachtoffers vaker aangifte doen van agressie of geweld.
Dat maakte demissionair minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie woensdag bekend. Tot nog toe waren er vooral mogelijkheden bij zware georganiseerde criminaliteit, maar het moet ook kunnen in andere zeer bedreigende situaties. Het afschermen van de identiteit van het slachtoffer kan alleen als er “gegronde redenen zijn om te vrezen voor represailles”. Of dat zo is, zal een rechter-commissaris toetsen.
Als deze erkent dat het afschermen van de identiteit en het woonadres van de getuige en of het slachtoffer noodzakelijk is, kan hij diens verklaring zo gebruiken dat deze gegevens tijdens het proces niet bekend worden aan onder anderen de verdachte. Die moet wel altijd een eerlijk proces kunnen krijgen en de belastende verklaringen tijdens een openbaar proces kunnen betwisten. De verdediging kan ook vragen om een verhoor van getuige/slachtoffer op afstand, vanuit de rechtszaal, door middel van het zogenoemde ‘telehoren’.
Hirsch Ballin wees er woensdag op dat het ook mogelijk is bij aangifte een ander adres te hanteren, bijvoorbeeld dat van het politiebureau en het slachtofferloket, maar ook dat van de werkgever. De werkomgeving kan immers vaak wat meer veiligheid bieden en het bedreigende ‘Ik weet waar je woont’ verliest dan aan kracht. De bewindsman wil deze mogelijkheid ook extra bij werkgevers onder de aandacht gaan brengen.
Slachtofferhulp Nederland toonde zich woensdag in een reactie tevreden met de maatregel. “Uitstekend, wij zijn hier blij mee”, zei algemeen directeur Jaap Smit. Hij wees op incidenten met bijvoorbeeld hulpverleners, die daarna uit angst voor represailles geen aangifte durfden te doen. “We moeten voorkomen dat slachtoffers nog een keer slachtoffer worden. Dit is een goede maatregel om ervoor te zorgen dat er aangifte wordt gedaan.” (bron: ANP)