Deze ‘beroepsfraudeurs’ halen een bedrijf leeg vóórdat het failliet is verklaard. Onderzoeksbureau Ecorys onderzocht het fenomeen van veelplegers in de faillissementsfraude in opdracht van het WODC. Met het rapport Verkenning naar aanpak bestrijding van veelplegers van faillissementsfraude moet beter inzicht worden verkregen in de aard en omvang van deze groep en hoe deze fraudeurs te werk gaan. Maar dat bleek lastig.
Katvangers
Wel ontdekte de onderzoekers terugkerende elementen: het gebruik van katvangers, dienstverleners en facilitators (zoals notarissen, accountants en fiscalisten), het herhaaldelijk aanbrengen van wijzigingen aan de rechtspersoon, het spreiden van activiteiten over verschillende arrondissementen en het gebrek aan bereidheid om de administratie te delen met de curator. Veelplegers hebben een voorkeur voor sectoren waarin het eenvoudig is om een onderneming op te richten, waar niet wordt gevraagd om een diploma of certificering en waar weinig tot geen investering nodig is om de onderneming te starten. Dit komt voor in de zorgsector (o.a. zorgbureaus), de uitzendbranche, de bouw, de schoonmaak en in de horeca.
Strafbare benadeling
Zo was enkele jaren geleden (2016) in 17 procent van de faillissementen sprake van zekere strafbare en of onrechtmatige benadeling, een jaar eerder stond dat percentage op 13 procent – dat waren meer dan 2.600 faillissementen. In 2018 lag het aantal faillissementen dat betrokken was bij een strafrechtelijk onderzoek op 181. Uit een enquête onder curatoren bleek dat zij inschatten dat 33 procent van de faillissementen frauduleus is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat uit van 13 tot 17 procent.
Privacywetgeving
Het detecteren van deze fraudeurs is moeilijk, omdat partijen die te maken kunnen krijgen met faillissementsfraude niet goed samenwerken. Zij hanteren verschillende methodes om faillissementsfraude op te sporen en hanteren ook verschillende definities van veelplegen. Ook kunnen zij door de privacywetgeving soms niet de benodigde informatie delen. Effectieve informatiedeling tussen de betrokken actoren is een vereiste voor een goede aanpak, vinden de onderzoekers.
Geen prioriteit
Dat veelplegers nog vrij rond lopen komt ook doordat opsporingsdiensten kampen met een gebrek aan capaciteit. Ook heeft faillissementsfraude niet altijd prioriteit. Als er minder zaken worden opgepakt, blijft de kennisopbouw op het gebied van faillissementsfraude binnen de politieorganisatie beperkt. Ook voor een deel van de curatoren is het melden van verdenking van faillissementsfraude bijzaak. Ze denken dat er met hun melding toch weinig wordt gedaan.
Preventie
Volgens de onderzoekers is het verstandig om regelmatige informele netwerkbijeenkomsten op te zetten, waarbij publieke en private partijen kunnen aanschuiven. Daar kunnen zij kennis uitwisselen en mogelijkheden tot verbetering van de aanpak bespreken. Maar ook preventie is van belang. Dit kan onder andere worden gedaan door het creëren van een betere informatiebasis door het doen van meer en diepgaander onderzoek. Daarnaast doen ze suggestie om beter gebruik te maken beschikbare informatie van de Kamer van Koophandel. Ook zou de verruiming van de Garantstellingsregeling Curatoren kunnen bijdragen aan een effectievere aanpak.