De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gaat vaker dan nu met korte standaardzinnen toelichten waarom zij een vreemdelingenuitspraak soms afdoet met een verkorte motivering. Zo wil de Afdeling beter tegemoet komen aan de rechtspraktijk, die de standaardmotivering onbevredigend vindt.
In april 2019 deed de Afdeling bestuursrechtspraak een overzichtsuitspraak over artikel 91, tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000. Dit artikel geeft de Afdeling de mogelijkheid een uitspraak met een verkorte motivering af te doen. De rechtspraktijk vindt dit echter soms onbevredigend, omdat de Afdeling daarin alleen met een korte standaardoverweging aangeeft waarom een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank niet slaagt.
Na deze overzichtsuitspraak heeft de Afdeling twee bijeenkomsten georganiseerd waar met advocaten, rechters, vertegenwoordigers van de IND en wetenschappers is gesproken of en hoe de werkwijze van de verkort gemotiveerde uitspraak kan worden aangepast.
‘Transparantere werkwijze’
Deze bijeenkomsten hebben geleid tot een nieuwe, en volgens de Raad van State ‘transparantere’ werkwijze die op 1 januari 2020 is ingegaan. Zo zal de Afdeling bestuursrechtspraak – met het oog op de controlefunctie van het hoger beroep, de individuele rechtsbescherming en ter voorlichting van de rechtspraktijk – vaker uitspraken gaan doen met een beknopte motivering. Dat betreft dan zaken waarbij er iets schort aan de uitspraak van de rechtbank, ook al leidt dat niet steeds tot vernietiging van die uitspraak. Verder zal de Afdeling, indien mogelijk, met korte standaardzinnen motiveren waarom zij een uitspraak met toepassing van artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 afdoet. Die toelichtende zinnen volgen op de bestaande standaardoverweging.
Uitspraken
Deze week zijn vier uitspraken openbaar gemaakt waarin de Afdeling bestuursrechtspraak gebruikmaakt van zo’n nadere toelichtende zin. Dat zijn uitspraken met zaaknummers 201908292/1, 202000049/1 en 202000049/2 en 201909349/1 (algemene toelichtende zinnen die zowel voor het hoger beroep van de vreemdeling als de staatssecretaris kunnen worden gebruikt) en 201901369/1 (specifiek voor het hoger beroep van de staatssecretaris).
Met deze twee aanvullingen zijn er in totaal zes manieren waarop de Afdeling bestuursrechtspraak haar uitspraken motiveert in vreemdelingenzaken, variërend van de overzichtsuitspraak tot de verkort gemotiveerde uitspraak op grond van artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet. Een overzicht is hier te vinden.
Onderzoek
De nieuwe manier van motiveren geldt voor heel 2020, tenzij er in de loop van dit jaar aanmerkelijk meer nieuwe vreemdelingenzaken binnenkomen dan de afgelopen jaren. Dit jaar zullen onafhankelijke wetenschappers onderzoeken of de nieuwe werkwijze oplevert wat de Afdeling bestuursrechtspraak daarvan verwacht. De resultaten van dat onderzoek zullen in het eerste kwartaal van 2021 worden gepubliceerd.