Door het coronavirus is de BOA een vast gezicht op straat geworden. Omdat het geweld tegen BOA’s toeneemt, is de discussie op gang gekomen of de BOA een verdedigingsmiddel moet dragen. Een aantal voors en tegens.
Het beroep BOA, oftewel Buitengewone Opsporingsambtenaar, is in het leven geroepen om de bijzondere wetten en APV’s te handhaven. De BOA biedt een ondersteunende rol voor de politie. Vooral tijdens de coronacrisis zijn de BOA’s onmisbaar voor het naleven van de (nood)maatregelen die getroffen zijn. Regelmatig ontstaan diverse conflicten, waarbij de BOA’s soms voor gevaarlijke situaties terecht komen te staan. Als gevolg van de hoeveelheid geweldsincidenten voelen diverse BOA’s zich niet veilig tijdens de uitoefening van hun beroep. Zij willen zich hiertegen kunnen weren met verdedigingsmiddelen, zoals een wapenstok. Hierover is een discussie met veel diverse geluiden ontstaan.
Voorargumenten
De BOA wordt op dit moment (bewust) blootgesteld aan dreigende situaties, nu gebleken is dat de hoeveelheid geweldsincidenten – sterk – is toegenomen. Een BOA zou zichzelf in deze gevaarlijke situaties moeten kunnen beschermen, door middel van zelfverdediging. Daarbij komen nu veel van de werkzaamheden van de politie bij de BOA’s te liggen Dit terwijl de politie wel is uitgerust met bewapening (denkbaar is dat zij hierdoor afschrikwekkender zijn). Bovendien wordt tijdens de opleiding van de BOA aandacht besteed aan het omgaan met geweldsituaties, en reikt hun kennis al best ver reikt, gelet op hetgeen tijdens de studie naar voren komt. Het beeld van een BOA als parkeerwachter is achterhaald. De BOA kan en doet inmiddels veel meer. Al met al maakt dat de BOA juist wel voldoende kennis zou hebben en voldoende bekwaam is om met een wapenstok te lopen (en te gebruiken indien nodig).
Tegenargumenten
Gaat het niet te ver als een BOA bewapend wordt door middel van een wapenstok? De geweldsmonopolie ligt namelijk alleen bij de politie. Een standpunt die daarover ingenomen wordt is dat de wapenstok een geweldsmiddel is, en daarom niet aan de BOA toebehoort. Pepperspray zou dan meer op de weg liggen. De BOA zou bovendien niet voldoende opgeleid zijn om geweld te gebruiken. Hierbij vraag ik mij af in hoeverre van een BOA kan worden gevraagd om een gevaar dusdanig in te schatten, om gepast geweld toe te kunnen passen, zonder dat daarbij de grenzen worden overschreven met het oog op het voorkomen van onnodig geweld. Dit is momenteel ook een zeer actuele discussie. Mijn collega heeft een interessante blog gewijd aan een gedeelte van deze discussie: Wetsvoorstel Geweldsaanwending Opsporingsambtenaren: Verkeerde Prikkel. Zou de wapenstok misschien een verkeerde prikkel zijn voor een BOA, waardoor – misschien wel onnodig – meer geweld plaatsvindt?
Conclusie
Het is al met al een discussie, waarover ik van mening ben dat voor beide standpunten iets te zeggen is. De discussie lijkt ook verder te gaan dan alleen de huidige situatie en is meer fundamenteel van aard. Hetgeen Grapperhaus ook heeft gesteld. Ik kan mij voorstellen dat het gelet op de huidige omstandigheden voor de BOA’s noodzakelijk is voor een gevoel van veiligheid en om zichzelf te kunnen beschermen om een wapenstok te dragen, maar tegelijkertijd vrees ik voor meer geweldsincidenten. Inmiddels zijn de coronamaatregelen recent nog zijn versoepeld, is de noodzaak van een wapenstok misschien afgenomen. Ik heb begrepen dat er in een aantal gemeentes door de BOA’s nu al een wapenstok wordt gedragen. Ik ben erg benieuwd naar hoe dit verloopt. Wellicht dat op basis van die resultaten beter een mening kan worden gevormd.