Sportbonden doen er goed aan hun regels te bekijken in het licht van EU-regelgeving. Dat voorkomt verrassingen. Dit betoogt dr. drs. Robert C.R. Siekmann, bijzonder hoogleraar aan de Erasmus School of Law, in zijn oratie ‘Wat is sportrecht? Een herijking van begripsinhoud en terminologie’ van vrijdag 10 juni.
Siekmann aanvaardt met zijn rede de leerstoel ‘Internationaal en Europees sportrecht’, vanwege de gelijknamige Stichting, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Spelregels in de sport zijn voor het eerst onderwerp van wetenschappelijk onderzoek.
De spelregels van voetbal zijn de kern van het sportrecht. Maar hoewel ze wereldwijd bekend zijn, zijn ze nog nooit wetenschappelijk en systematisch onderzocht. De nieuwe leerstoel aan de EUR brengt daar verandering in. Bij het onderzoek worden ook vergelijkingen getrokken met andere sporten, om daar lering uit te trekken. Doel is de verbetering van spelregels.
Centraal bij dit onderzoek staat de verhouding tussen spelregels en diverse vormen van recht, zoals strafrecht. Is het bijvoorbeeld wel nodig en zinvol om het vereiste van ‘opzet’ bij een overtreding als ‘hands’ te handhaven? En hoe kan een scheidsrechter nu in een fractie van een seconde een ‘Schwalbe’ vaststellen? Verder moet worden gedacht aan controversiële zaken als hinderlijk buitenspel.
De leerstoel Internationaal en Europees Sportrecht is een initiatief van de gelijknamige Stichting. Tot die stichting behoren onder meer vertegenwoordigers van NOC*NSF, de gemeenten Den Haag en Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. Beide gemeenten leveren een belangrijke financiële bijdrage die het mogelijk maakt een promotieplaats te creëren bij de leerstoel. Dr. drs. Siekmann is directeur van het ASSER International Sports Law Centre, een onderdeel van het Haagse T.M.C. Asser Instituut voor internationaal recht.
Klik voor het gehele bericht hier.