Tijdens het debat van de Kamercommissie personen- en familierecht op 24 maart 2022 vroeg D66-Kamerlid Lisa van Ginneken de minister voor Rechtsbescherming (Weerwind) te inventariseren waar in het Burgerlijk Wetboek sprake is van genderspecifieke aanduidingen die ook neutraal zouden kunnen worden geformuleerd, en wat er nodig is om deze aanduidingen aan te passen. Een half jaar later zijn de uitkomsten van de inventarisatie met de Tweede Kamer gedeeld. Daaruit bleek dat het BW veel genderspecifiek taalgebruik bevat. Het zou een omvangrijke wetgevingsoperatie vergen om dit aan te passen. De minister voor Rechtsbescherming zegde toe met een uitvoeriger onderzoek naar genderneutrale formulering van wetgeving te komen. Dit onderzoek is 27 januari verschenen.
Sekseneutrale persoonsaanduidingen
In de Aanwijzingen voor de Regelgeving (het handboek voor wetgevingsjuristen) staat dat bij het opstellen van wet- en regelgeving, indien mogelijk, sekseneutrale persoonsaanduidingen worden gebruikt. Bij het opstellen van nieuwe wetten moet daar rekening mee worden gehouden. Genderneutraal formuleren houdt in dat woorden worden gebruikt die niet de suggestie wekken dat een specifiek geslacht de norm is. In april 2021 stelden acht juristen (onder wie meerdere rechters, twee advocaten, een officier van justitie en een rechercheur bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) al dat overheidstaal meer inclusief moest zijn. Daarvoor introduceerden zij #mannelijketaalisnietneutraal op social media.
Vervolgstappen
Want onze wetten bevatten tal van formuleringen die doorgaans verwijzen naar mannen, blijkt uit het onderzoek. Dit is uitgevoerd door HAN University of Applied Sciences, samen met André Verburg (staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak en hoogleraar rechtsbescherming tegen de overheid, Universiteit Utrecht), in opdracht van het WODC. Het onderzoek Genderneutrale formulering van wetgeving geeft de staatssecretaris voor Rechtsbescherming input om te beslissen welke vervolgstappen hij gaat nemen, of de teksten moeten worden aangepast en zo ja welke dan?
Alternatief beschikbaar
Uit het onderzoek blijkt dat 74 procent van de persoonsaanduidingen (334 van de 451) ‘mogelijk genderspecifiek’ is (advocaat, arts, rechter, eiser, deelnemer, vreemdeling), vijf procent is dat zeker. Die laatste categorie komt veel voor in Boek 1 van het BW, iets minder mate in Boek 4 BW en ook vaak in het Wetboek van Strafvordering. Denk daarbij aan functieaanduidingen als raadsman (komt verreweg het vaakst voor in de wetboeken), raadsheer, ombudsman, maatman, burgemeester, huisvader.
Ombudspersoon
In totaal vonden de onderzoekers 21 genderspecifieke persoonsaanduidingen, die 619 keer in de wetboeken staan. Voor het overgrote deel van deze 21 gevonden genderspecifieke persoonsaanduidingen is een direct toepasbaar en bestaand alternatief beschikbaar, concluderen de onderzoekers. Zo is geneesheer te vervangen door arts, voorman door voorganger, koopman door handelaar en raadsman door advocaat. Raadsheer (de rechter bij een gerechtshof) is lastiger te vervangen, hofrechter kan een alternatief zijn (of appelrechter), burgemeester door burgerhoofd, ombudsman door ‘ombuds’ of ombudspersoon. Rechtspersoon is een mooi voorbeeld van een genderneutraal begrip.
Voornaamwoorden
Ook het gebruik van voornaamwoorden, als zijn of haar, kan genderneutraler. Hij en hem komen in de wetten veel vaker voor dan zij en haar. De mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden zijn te vervangen door afwisselend gebruik van de bestaande genderneutrale alternatieven die, diens, degene, en het herhalen van de persoonsaanduiding waarnaar het voornaamwoord verwijst. Een andere optie is om persoonsaanduidingen in meervoud te gebruiken waardoor de voornaamwoorden automatisch ook meervoudig worden.
Juridische risico’s
Uit een expertmeeting is gebleken dat de juridische risico’s van het wijzigen van de voorgelegde (mogelijk) genderspecifieke persoonsaanduidingen voor de betekenis van de wet, in het algemeen laag wordt ingeschat. Alleen bij het vervangen van mogelijk genderspecifieke persoonsaanduidingen als eigenaar, bezitter en houder zijn problemen te verwachten, vanwege de juridische betekenis van eigendom, bezit en houderschap.
Lees hier het rapport Genderneutrale formulering van wetgeving.