WODC-onderzoek naar vrederechter

Delen:

Minister Dekker bij de vredesrechter in Maasmechelen (foto: Michel Knapen)

Voor de zomer wordt het resultaat van een WODC-onderzoek naar inpasbaarheid van elementen van de Belgische vrederechter in het Nederlandse stelsel bekend. Dat antwoordde minister Dekker op vragen van SP-Kamerlid Michiel van Nispen.

Begin april bezocht minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) samen met de Vlaamse minister van Justitie Koen Geens het vredegerecht in de Belgische plaats Maasmechelen. Een verslaggever van Mr. woonde het werkbezoek bij.

Minnelijke schikking

De Belgische vrederechter behandelt alleen civiele zaken, voor vorderingen met een waarde tot 5.000 euro. België telt ruim tweehonderd vrederechters, die de druk op de rechtbanken verkleinen. Zij streven naar een minnelijke schikking. In 2016 werden bij de vredegerechten ruim 430.000 zaken gestart.

Laagdrempelig

Dekker kreeg tijdens zijn bezoek uitleg over de actuele ontwikkelingen rond de vredegerechten, sprak een aantal vrederechters en woonde een zitting bij. Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid voor de SP, stelde schriftelijke vragen over het bezoek. Hij wilde graag weten wat de minister ervan heeft opgestoken en of hij er iets mee gaat doen in Nederland. De minister betoonde zich enthousiast over de vrederechter: “Het was mooi om te zien hoe een oud instituut als de vrederechter een belangrijke rol in de Belgische samenleving vervult. Opvallend aan de vrederechter zijn onder meer de laagdrempelige toegang voor de burger, de oplossingsgerichte aanpak, en de samenwerking met instanties en doorverwijsfunctie.” Elementen hiervan ziet hij terug in de pilots bij een aantal rechtbanken in Nederland in het kader van maatschappelijk effectieve rechtspraak.

Modernisering rechtsbijstand

Het Montaigne Centrum van de Universiteit Utrecht doet in opdracht van het WODC sinds november onderzoek naar inpasbaarheid van (elementen van) de vrederechter in het Nederlandse stelsel. Dekker schrijft dat hij verwacht dat dit onderzoek voor de zomer is afgerond. Na evaluatie van de lopende pilots wil hij met de Rechtspraak, mede op basis van het Utrechtse onderzoek, de balans opmaken welke werkwijzen voor landelijke invoering in aanmerking kunnen komen. Daarbij wil de minister ook “de verbinding leggen met de modernisering van de (gesubsidieerde) rechtsbijstand”.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven