In de zaak, die de Staat en de Stichting Hulpgoederen Alliantie (SHA) tegen Van Lienden aanspanden, staat de door Van Lienden geboekte winst naar aanleiding van de mondkapjesdeal in 2020 centraal. Aan de deal, waaraan Van Lienden naar eigen zeggen in de media en tegenover betrokkenen geen winst maakte, hield hij samen met zijn compagnons naar schatting zo’n dertig miljoen euro over. Dat bedrag willen de Staat en SHA nu terug.
Kort voor de start van de zaak kwam de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, Jacqueline Schaap, in het nieuws vanwege bemiddeling tussen SHA, de stichting namens wie Van Lienden de deal in 2020 sloot, en Van Lienden zelf. Sinds het ontslag van Van Lienden bij SHA heeft de stichting beslag laten leggen op al diens tegoeden. Daardoor kan Van Lienden nu naar eigen zeggen geen advocaat meer betalen.
Bemiddeling
De deken is echter van mening dat Van Lienden niet alleen recht heeft op verdediging, maar ook op middelen om een kort geding te kunnen voeren over de rechtmatigheid van het beslag dat SHA legde. Van Lienden wordt inmiddels kosteloos bijgestaan door advocaat Jaap-Willem Roozemond (Roozemond De Haan advocaten) en heeft via de Amsterdamse Orde van Advocaten dus de beschikking gekregen over geld om een kort geding te kunnen aanspannen. Dat geding dient naar verwachting op dinsdag 23 april, heeft Roozemond laten weten.
Roozemond zal namens Van Lienden tijdens de zittingen in de rechtbank aanwezig zijn. Van Lienden heeft aangegeven de zaak zelf vanaf de publieke tribune te volgen.
Mondkapjesdeal
De start van de civiele zaken tegen Van Lienden komt exact vier jaar na de totstandkoming van de inmiddels beruchte mondkapjesdeal. Via stichting SHA oefenden Van Lienden en zijn compagnons in april 2020 “druk uit op het ministerie, gaven ze een onjuiste voorstelling van zaken en speelden ze bewust partijen tegen elkaar uit,” zo luidde de conclusie uit een onderzoeksrapport uit 2022.
Minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport zei in het verlengde daarvan dat Van Lienden en zijn zakenpartners bewust verwarring zouden hebben gecreëerd bij de totstandkoming van de deal. “Er was duidelijk sprake van vermenging”, zo schreef ze in datzelfde jaar in een Kamerbrief.
Van Lienden en consorten leverden de mondkapjes uiteindelijk niet zonder winstoogmerk via hun stichting, maar mét winstoogmerk via het commerciële bedrijf Relief Goods Alliance. Volgens de Staat was het altijd de intentie van Van Lienden om verwarring te zaaien en heimelijk winst over te houden aan de deal. In september 2022 kwamen er geluidsopnames naar buiten waarop te horen was dat Van Lienden “gillend rijk” wilde worden aan de deal.
Een uitspraak in de zaak wordt voor het einde van het jaar verwacht.
