Terwijl de burger behoefte heeft aan recht dichtbij, beweegt het rechtsbedrijf zich in tegenovergestelde richting. In Zeeland is de situatie, net als in veel andere randgebieden, nijpend. Het kantoor van het Openbaar Ministerie in Middelburg is dicht, en de hoofdvestiging van de rechtbank zit in Breda. Maar de Zeeuwse Meesters zijn strijdbaar: een nieuwe generatie wetswinkels en de videorechter moeten het tij keren.
“Als de Paus naar Avignon verhuist, gaan alle bisschoppen mee.” De Middelburgse strafrechter Jan Hopmans gebruikt de beeldspraak om de verschraling van het Zeeuwse rechtsbedrijf te illustreren. Nu het organisatorisch zwaartepunt binnen het arrondissement Zeeland-West-Brabant is verschoven van Middelburg naar Breda, vertrekt ook juridisch talent naar West-Brabant.
Het is een van de effecten die de reorganisaties, als gevolg van de Herziening Gerechtelijke Kaart, binnen de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie de afgelopen tien jaar hebben teweeggebracht. De grote lijn: doordat Breda belangrijker wordt, komen de Zeeuwse belangen op de tweede plaats. “Zeeland wordt steeds meer een juridische uithoek,” zegt advocaat Nienke Slump (Justion Advocaten, vestiging Middelburg).
Luctor et Emergo
Dat is een hard gelag voor een provincie die ooit drie rechtbanken (in Middelburg, Goes en Zierikzee) telde, en twaalf kantongerechten. Maar de Zeeuwen zitten niet bij de pakken neer. Luctor et Emergo! Om het recht dichter bij de burger te brengen, hebben Zeeuwse juristen en juridische organisaties de handen ineengeslagen.
De Zeeuwse netwerkclub Zeeuwse Meesters nam het initiatief voor het congres ‘Goed recht voor (on)gewone mensen’. De onvrede over de rechtsbedeling in Zeeland werd op 16 mei verwoord tijdens het congres met topsprekers als Mark Bovens (hoogleraar bestuurskunde), Corien Prins (voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) en Hans Boutellier (directeur van Verweij-Jonker Instituut).
Cafés en sportverenigingen
De belangrijkste conclusies waren dat het rechtsbedrijf in Zeeland steeds minder in staat is om mensen te beschermen, dat de overheid er ten onrechte van uitgaat dat de zelfredzame burger zijn boontjes wel kan doppen, en dat de sores van rechtzoekenden toenemen doordat (juridische) hulpverleners op grotere afstand staan.
In het reflectiedocument Een proeftuin voor nieuw recht in Zeeland bracht hoogleraar Pieter Ippel (University College Roosevelt- UCR) de problemen van het Zeeuwse rechtsbedrijf in kaart. Ippel zegt dat de afstand van de burger tot het recht in heel Nederland bestaat, en in de randgebieden extra groot is. Hij noemt de beslissing om het Openbaar Ministerie te verplaatsen naar Breda “het meest vergaande besluit.”
President Nol Vermolen van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant zegt dat het OM doet wat het kan. En hij noemt het gunstig dat een officier van justitie in het bestuur van de Zeeuwse meesters zit. Maar hij stelt ook: “Ik zou het zou prettig vinden als het OM iets meer aanwezig zou zijn in Middelburg. Vroeger had het OM daar een eigen parket, met mensen die echt verbonden waren met de omgeving. Die gingen naar de cafés en de sportverenigingen, en hoorden wat er maatschappelijk speelt. Dat lijkt nu helaas minder te zijn.”
Geworteld in Zeeuwse samenleving
Volgens advocaat Nienke Slump (Justion Advocaten) gaat de kennis van de omgeving langzaamaan verloren bij het OM. Het OM kijkt daar heel anders tegenaan. Een woordvoerster rekent voor dat twaalf OM-medewerkers zich alleen met Zeeuwse zaken en -beleid bezig houden. Het gaat om vijf officieren van wie een gebiedsofficier (die vooral het bestuurlijk overleg doet) van Team Zeeland, vier secretarissen, een administratieve kracht, een beleidsmedewerker en een zaakscoördinator Slachtofferhulp. Ze hebben kantoorruimte in de rechtbank
Middelburg en in het Veiligheidshuis in Vlissingen. De woordvoerster zegt dat het OM in heel Nederland vanuit het oogpunt van efficiency, kwaliteit en continuïteit heeft besloten om een aantal parketten samen te voegen, waaronder die van Breda en Middelburg. In totaal gaat het in Zeeland-West-Brabant om 250 medewerkers.
De woordvoerster benadrukt dat er geen ‘Zeeuwse’ of ‘Bredase’ officieren zijn. “Alle mensen werken voor het hele arrondissement, in de rechtbank, op locatie, in de zittingszaal of thuis.” Het OM ontkent dat de ‘Zeeuwse’ medewerkers te weinig gevoel voor de omgeving hebben. “In de Zeeuwse overleggen horen we wat er speelt, we houden lijsten van veelplegers bij. En dankzij de lokale kennis kan het Gebiedsgebonden Team (GGT) bijzonderheden van Zeeland doorgeven aan de behandelend officier van justitie. We kennen het gebied, al is het alleen al doordat veel collega’s zijn geworteld in de Zeeuwse samenleving.”
Van Domburg naar Breda
De Rechtspraak heeft nog wel een officiële zetel in de Zeeuwse provinciehoofdstad, waar civiele- en strafzaken volledig worden afgehandeld. De Middelburgse strafrechter Jan Hopmans: “Maar over bestuurszaken moet je met Breda corresponderen, al zijn de zittingen gelukkig nog in Middelburg.”
Door het centreren van de kantonzaken in Middelburg is de afstand met de burger groter geworden, stelt Hopmans. “We deden als kantonrechters en politierechters vroeger onze strafzaken in een volwaardige rechtszaal in het gemeentehuis van Terneuzen. Dan kwamen er een hoop mensen opdagen. Maar die van de ‘overkant’ (Zeeuws Vlaanderen) komen nu minder vaak naar Middelburg voor dergelijke zaken.”
Hij heeft wel eens managers van de Rechtspraak horen zeggen dat mensen voor een nieuw bankstel ook vanuit Domburg naar Ikea in Breda reizen. “Maar dan ga je vrijwillig, dat is toch anders,” meent de rechter.
President Nol Vermolen van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant kan zich goed inleven in de zorgen van de Zeeuwse Meesters. “Ik heb bij mijn aanstelling gezegd dat ik meer contact wil hebben met de samenleving,” zegt Vermolen die sinds 1 juli vorig jaar president van de rechtbank is. Hij heeft een rondje gemaakt langs het openbaar bestuur, wetenschappers, media en andere betrokkenen, met de vraag: “Doen wij als rechtbank wat de samenleving van ons verwacht?”
Zekerheid verschaft
Vermolen sprak onder meer met de dean van de UCR, en met hoogleraar Ippel. “We hebben sinds 2016 zekerheid verschaft dat de locatie Middelburg niet gesloten wordt. We willen een volwaardige rechtbank opzetten die Zeeland kan bedienen.”
Hij licht toe: “Zeeland heeft te maken gehad met een lange periode van verlies van werkgelegenheid. Zeeuwen hebben vaak te horen gekregen dat de werkgelegenheid behouden zou worden, maar dat lukte dan toch niet. Ik had daarom moeite om rechters te vinden die in Middelburg willen werken. Soms deden mensen van buitenaf het werk. Mijn streven is dat de Rechtbank Middelburg op eigen benen kan staan.”
Dat die koerswijziging vruchten afwerpt, blijkt wel uit de respons op een vacature op de website van de netwerkgroep De Zeeuwse Connectie “Daar kwamen zestien serieuze reacties op.” Twee van de kandidaten zijn benoemd tot rechter.
Dichter bij huis
Maar daarmee is de rechtbank er nog niet, vindt Vermolen. Voor mensen die aan de provinciegrens wonen in – pakweg Sluis, Brouwershaven of Tholen – is de afstand te groot. “Dat moeten we oppakken.” Hij denkt daarbij aan de videorechter. “Dichter bij huis voor de justitiabele, op een locatie die neutraliteit uitstraalt. We onderzoeken nog of dit de oplossing van het probleem is. De videorechter leent zich niet voor alle situaties.”
Vermolen ziet kansen voor laagdrempelige rechtspraak, zoals de spreekuur- en de burenrechter en verwijst naar de experimenteerbepaling die bij de formatie van dit kabinet is afgesproken. Rechter Jan Hopmans is het daarmee eens. “Het zou prachtig zijn als we hier ook zo’n pilot konden doen, met ervaren rechters dichtbij. Vanuit Goes wordt de reis naar Middelburg (26,7 kilometer) al gezien als ver.”
Pieter Ippel zegt dat toegankelijke rechtshulp in de verdrukking zit. “Verder valt mij op dat instanties een enorm vertrouwen in ict hebben. Maar laaggeletterden, en ook andere burgers, kunnen daar niet mee omgaan. Vertrouw niet teveel op digitale zelfredzaamheid.”
Oplossingen
In zijn reflectiedocument oppert Ippel meerdere oplossingen voor Zeeland. Hij denkt aan een nieuwe generatie wetswinkels met inloopspreekuren, aan de zogeheten Jus-Bus (waar laaggeletterden terecht kunnen met hun juridische problemen) en vooral aan het verlagen van de drempels voor rechtzoekenden. Dus: “Burgerparticipatie in de rechtspraak, bij mensen langsgaan, zichtbaar en dichtbij zijn, gooi die kantongerechten weer open! En kijk ook naar vrederechter, de spreekuurrechter en dergelijke. Over de Rijdende Rechter werd vroeger schamper gedaan, maar het werkt wel.”
Ippel denkt dat het mogelijk moet zijn om het recht en de Zeeuwse burger dichter bij elkaar te brengen. “We hebben nu zoveel kopstukken bij elkaar die het probleem willen aanpakken: Corien Prins, Hans Boutellier, Nol Vermolen. We hebben nu een momentum.” De Zeeuwse Meesters willen in oktober van start gaan, met een professionele projectleider en een zak geld natuurlijk. Ippel hoopt op geld uit de potjes Innovatie Rechtsbestel, Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak en Experimenten Rechtspleging. “Ik geloof erin, men ziet dat dit nodig is.”
De volledige versie van dit artikel verschijnt in Mr. Magazine van vrijdag 6 september.