Van een advocaat mag worden verwacht dat hij of zij duidelijk is over de hoedanigheid waarin wordt opgetreden, aldus de NOvA: als advocaat of in een andere rol. De toelichting op gedragsregel 9 is sinds 1 januari 2025 aangepast. Deze regel gaat over de ‘kenbare hoedanigheid’.
De Nederlandse Orde van Advocaten paste de toelichting aan, omdat in de praktijk niet altijd even duidelijk is of een advocaat als advocaat of in een andere rol handelt. De algemene raad van de NOvA koos ervoor om de toelichting op de gedragsregel te wijzigen, in de hoop de rolzuiverheid te bevorderen.
Rijtje
De Orde heeft hierover nu een aantal zaken op een rijtje gezet. Ze licht toe dat een advocaat altijd advocaat blijft, maar dat hij werkzaamheden kan verrichten in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, zoals die van curator, mediator, rechter-plaatsvervanger of onafhankelijk feitenonderzoeker.
In de nieuwe toelichting op gedragsregel 9 wordt nu duidelijker benadrukt dat een advocaat tegenover zijn cliënt en derden moet zorgen dat er geen misverstand kan bestaan over de hoedanigheid waarin hij werkt. De NOvA hierover: “Dit vereist bewustwording en een actieve houding van de advocaat. Het kenbaar maken van de hoedanigheid kan bijvoorbeeld in de opdrachtbevestiging.”
Verwarring
De Orde stelt dat dit belangrijk is, omdat uit de tuchtrechtspraak blijkt dat het in de praktijk niet altijd helder is in welke hoedanigheid een advocaat optreedt. Dat kan verwarring opleveren, bijvoorbeeld bij personen die worden geïnterviewd door iemand die advocaat is in het kader van een feitenonderzoek. Treedt de interviewer in dat geval op als partijdige belangenbehartiger voor een cliënt of niet?
Maar ook buiten de context van feitenonderzoek is dit relevant: wanneer treden advocaten – die ook werkzaam zijn als beleids- of juridisch adviseur bij een organisatie – op als advocaat en wanneer in een andere hoedanigheid? Dat moet duidelijk zijn, stelt de NOvA. “Het optreden in een andere hoedanigheid heeft bovendien gevolgen voor bijvoorbeeld het verschoningsrecht. Dit is verbonden aan de werkzaamheden in de hoedanigheid van advocaat.”
Geen verschoningsrecht
In beginsel heeft een advocaat die in een andere hoedanigheid optreedt niet te maken met het verschoningsrecht: “De wettelijke geheimhoudingsplicht – en het daaraan verbonden verschoningsrecht – is direct gerelateerd aan de hoedanigheid van advocaat”, schrijft de Orde. “Bepalend is dat de informatie hem is toevertrouwd in zijn hoedanigheid van advocaat. Het is uiteindelijk aan de verschoningsgerechtigde om te beoordelen of hij of zij een beroep op het verschoningsrecht kan doen. En bij betwisting is het uiteindelijk aan de tuchtrechter om daarover te oordelen.”
Dat betekent overigens niet dat bij optreden in andere hoedanigheden nooit geheimhouding geldt: er kunnen andere soorten plichten tot geheimhouding bestaan – al dan niet contractueel vastgelegd.
Aanspreekbaar
Een belangrijke vraag is ook of een advocaat die optreedt in een andere hoedanigheid nog wel tuchtrechtelijk aanspreekbaar is. Dat is zeker het geval, aldus de Orde: “Volgens vaste tuchtrechtspraak brengt het in een andere hoedanigheid optreden niet mee dat de advocaat niet meer aan het tuchtrecht onderworpen is.”
Wel geldt in die gevallen een iets andere toetsingsmaatstaf: “Als de advocaat zich bij de vervulling van die taak zodanig gedraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, kan er sprake zijn van een handelen of nalaten in strijd met ‘hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt’.”
Hier kan de advocaat dan tuchtrechtelijk op worden aangesproken, ongeacht welke rol er werd vervuld.
Kenbaar
Ook bij het optreden van de advocaat als feitenonderzoeker geldt dat de hoedanigheid waarin dat gebeurt kenbaar moet worden gemaakt. Een advocaat kan feitenonderzoek verrichten in opdracht van een cliënt en ter advisering over diens rechtspositie, dus in zijn partijdige rol als advocaat, ófwel in een andere hoedanigheid, namelijk die van ‘onafhankelijk’ onderzoeker.
In de gewijzigde toelichting wordt een specifieke passage gewijd aan feitenonderzoek verricht door advocaten. Speciaal hiervoor heeft de NOvA een model ontwikkeld waarmee derden worden geïnformeerd over de betekenis van de rol van de advocaat. “Dit model kunnen advocaten gebruiken in hun praktijkvoering. Over de ontwikkeling van dit model zijn gesprekken gevoerd met de praktijk.”