Alle ECTS zijn binnen, de scriptie is geschreven en verdedigd en je hebt je diploma. Je familie vraagt keer op keer of je nu al eindelijk advocaat bent. Vervolgens leg je uit dat je pas advocaat bent wanneer je door de rechtbank wordt beëdigd als advocaat. Bij jezelf vraag je je af: wil ik dat wel, advocaat worden? En als je die vraag bevestigend kunt beantwoorden, waar zie je jezelf dan werken? Hieronder negen punten om rekening mee te houden bij het kiezen van de perfecte werkplek.
1. Advocatuur, bedrijfsjurist, overheid, ondernemer en nog vele andere mogelijkheden
De allereerste vraag die je jezelf moet stellen is welke richting je op wilt gaan. Op veel universiteiten wordt de focus gelegd bij rechtenstudenten op een carrière in de advocatuur. Er zijn echter veel meer mogelijkheden na het volgen van een rechtenstudie. Denk bijvoorbeeld eens aan een carrière bij een groot bedrijf, zoals Shell, Philips of een bank zoals Rabobank of ING. Ook de overheid zoekt doorlopend afgestudeerde rechtenstudenten. Plekken waar je dan terecht kunt komen zijn bijvoorbeeld bij overheid ministeries, provincies, gemeenten, de DNB of de AFM.
2. Groot kantoor v. klein kantoor
Het aantal advocaten in Nederland blijft groeien, zoals blijkt uit de jaarverslagen van de Nederlandse Orde van Advocaten. Stel dat je ervoor kiest om ook bij deze groep te horen, dan is er wederom veel ruimte voor keuzestress. Er bestaan advocatenkantoren in alle soorten en maten: van eenmanszaken tot kantoren waar bijna 400 advocaten werkzaam zijn. Op veel universiteiten is er veel aandacht voor de zogenaamde “Zuidas kantoren”. Op deze kantoren zijn veel advocaten werkzaam. Ook organiseren dergelijke kantoren regelmatig recruitment events. Daarnaast zijn er de zogenaamde “regionale kantoren” die er bewust voor gekozen hebben om zich buiten de Zuidas te vestigen. Het feit dat deze kantoren een andere locatie hebben, betekent echter niet direct dat er op deze kantoren weinig advocaten werken. Zo heeft Dirkzwager Legal & Tax 99 advocaten in dienst.[1]Tot slot zijn er nog de kleine kantoren. In elke stad of dorp zijn er meerdere kleine advocatenkantoren te vinden, zowel sterk gespecialiseerde advocatenkantoren als advocatenkantoren met een algemene rechtspraktijk. Elk type kantoor heeft zo zijn voor- en nadelen. Om te kijken wat voor soort kantoor goed bij je past, kun je bijvoorbeeld de KantoorKiezer test maken van Holla.
3. Werktijden
Dat wat voor veel studenten ook een grote factor speelt bij het kiezen van een werkgever, is de gebruikelijke werktijd. Veel grote kantoren staan erom bekend dat hun werknemers veel uren draaien op jaarbasis. In het geval dat je er niet gelukkig van wordt om lange dagen te maken, is het verstandig om specifiek te zoeken naar advocatenkantoren waarbij de werktijden net iets gunstiger zijn.
4. Woon-werk afstand
Daarnaast is van belang of je bereid bent om te reizen of te verhuizen voor je werk. Veel “grote” advocatenkantoren zijn gevestigd in Amsterdam of Rotterdam. Woon je niet in deze omgeving, dan kan je er verstandig aan doen om te reizen of zelfs te verhuizen. In het geval je gaat reizen, is het raadzaam om bij je mogelijk toekomstige werkgever navraag te doen naar de arbeidsvoorwaarden op dit vlak.
5. Taal
Ga je bij één van de grotere advocatenkantoren werken, dan bestaat er nog een onderscheid tussen kantoren waar overwegend in het Nederlands wordt gewerkt en kantoren waar overwegend in het Engels wordt gewerkt. Weeg voor jezelf af wat jouw voorkeur heeft.
6. Verplichte sectiewissel
Ook verschillen veel kantoren wat betreft het beleid over een sectiewissel. Bij enkele grote kantoren, zoals De Brauw Blackstone Westbroek, NautaDutilh en Loyens & Loeff is het de bedoeling dat je de helft van je tijd als advocaat-stagiair op een Corporate praktijkgroep werkt en de helft van de tijd op een Litigation praktijkgroep. Niet overal bestaat deze verplichte sectiewissel. Het is goed om jezelf van tevoren te laten informeren over deze kwestie, helemaal in het geval dat je geen wissel wilt maken.
7. Opleiding
Iedere advocaat moet vanuit de Nederlandse Orde van Advocaten de beroepsopleiding volgen. Zestien kantoren hebben zich daarnaast aangesloten bij de Law Firm School. Naast cognitieve vakken vanuit de Beroepsopleiding advocaten, geeft de LFS ook extra vakken, die alleen voor stagiaires van deLFS kantoren verplicht zijn.
8. De “sfeer”
Zelfs wanneer je al deze objectieve factoren hebt afgewogen, is er nog één element dat het belangrijkst is: de sfeer. Daarom doe je er goed aan om stages te lopen, als werkstudent werkzaam te zijn bij een advocatenkantoor of koffie te drinken met werknemers van het kantoor waar je interesse in hebt. Alleen dan weet je zeker of je je thuis voelt in die omgeving.
9. Kijk niet naar naar dat wat anderen doen
Last but not least: vertrouw op je eigen instinct en kijk niet naar dat wat anderen doen. Een ieder racet zijn eigen race. En dat wat de één gelukkig maakt, hoeft niet automatisch een ander ook gelukkig te maken.
[1]Redactie Mr., “Top 50 van de Nederlandse advocatuur”.
