Buitenlanders in de advocatuur rukken op

Delen:

Geert Potjewijd

De grote Nederlandse advocatenkantoren huren in toenemende mate niet-Nederlandse juristen in, waaronder ook advocaten. Maar het zelf opleiden van buitenlandse juristen tot advocaat blijft vooralsnog beperkt tot De Brauw. Daar gaan komende maand, voor het derde jaar op rij, maar liefst elf buitenlanders beginnen met hun opleiding aan The Brewery.

De toenemende internationalisering laat ook zijn sporen na op het wervings- en selectiebeleid van de in Nederland gevestigde grotere internationale kantoren. In het kort komt het er op neer dat als kantoren een meer internationale klantenkring willen bedienen, ze steeds meer de behoefte hebben zelf ook dat internationale karakter uit te stralen. De voordelen om meer buitenlanders aan te nemen zijn uiteenlopend en variëren van een betere kennis van het Engels of een andere relevante taal, buitenlandse ervaring, ze worden gezien als een culturele verrijking en zorgen voor grotere diversiteit.

Buitenlandse stagiaires

Er zijn diverse kantoren die al werken met buitenlandse juristen waaronder ook advocaten. Zo laat Houthoff Buruma weten dat op verschillende posities binnen het kantoor, zoals de M&A-praktijk en de International Arbitration & Litigation-praktijk, buitenlandse juristen en andere professionals actief zijn. Echter: “Bij het werven van nieuwe stagiaires richten we ons primair op talentvolle studenten met een achtergrond in Nederlands recht. Dat is immers wat we op de eerste plaats doen, ook in onze internationale praktijken.” Stibbe en NautaDutilh laten zich in vergelijkbare termen uit.

Buitenlandse kantoren, zoals Allen & Overy en Baker & Mckenzie delen mee te werken met buitenlandse advocaat-stagiaires die vaak via een uitwisselingsprogramma al dan niet tijdelijk worden gedetacheerd in ons land. Maar van een volledige opleiding in Nederland is hierbij dus geen sprake. Jeroen de Bruin, woordvoerder van Clifford Chance zegt: “In Amsterdam hebben we elke zes maanden vanuit Londen voor een periode van zes maanden een aantal nieuwe trainee lawyers (Britse equivalent van advocaat-stagiaires) voor onder meer onze sectie non-Dutch Banking. We nemen soms ook associates in Amsterdam in dienst die een verse UK (of ander land) qualified lawyer zijn (en bijvoorbeeld hun laatste stagedeel in Amsterdam hebben gedaan).”

Law Firm School

Het zelf opleiden van buitenlandse juristen tot advocaat gaat dus de meeste kantoren nog een stapje te ver. Nora van Oostrom, directeur van de Law Firm School, het opleidingsinstituut van zestien grote kantoren in ons land, zegt desgevraagd: “Met het opleiden van buitenlandse juristen heeft de LFS  vrijwel geen ervaring. We hebben een keer een advocaat-stagiair uit België gehad die de hele LFS heeft gevolgd, maar daar is het bij gebleven. Op zich is de ontwikkeling interessant en gezien de buitenlandse ontwikkelingen ook logisch. Daarnaast verandert het juridische speelveld zodanig dat er compleet andere spelers in beeld zullen komen, waaronder juristen die niet het predicaat advocaat hebben. Het is dus iets wat de moeite van het nader bekijken meer dan waard is.”

De Brauw gaat intussen met toenemend enthousiasme door op het in 2015 ingeslagen pad. Geert Potjewijd, managing partner van De Brauw, vertelt dat zijn kantoor al vanaf 2011 gericht buitenlanders aanneemt op het niveau van advocaat-medewerker en dat er bij De Brauw inmiddels al meer dan 25 nationaliteiten rondlopen: “En in 2015 hebben we de volgende stap gemaakt door onze interne opleiding De Brauwerij, die twee keer per jaar van start gaat, uit te breiden met The Brewery voor niet-Nederlandse juristen, om daarmee de instroom van buitenlands talent te vergroten.”

Mobiliteit

Net als zijn voorganger Martijn Snoep moppert Potjewijd op de regelgeving die mobiliteit binnen de advocatuur belemmert. Alleen gaat hij niet (meer) zo ver als Snoep die in 2013 al een pleidooi hield voor het toelaten van niet-juristen tot de advocatuur. Potjewijd: “ik steun het pleidooi van Martijn van harte, maar het zou voor ons kantoor op dit moment een te zware belasting zijn om zelf de opleiding van niet-juristen tot advocaat te realiseren. Daarom richten we ons nu eerst op buitenlandse juristen.”

Potjewijd licht toe dat De Brauw met name werft onder alumni van Nederlandse universiteiten: “Het curriculum dat hier wordt geboden is aantrekkelijk voor een zeer gevarieerde groep buitenlandse studenten die veelal een hoog niveau hebben. Na afronding van hun studie is er een flinke groep die zich hier wel wil settelen en daarvoor zijn wij een interessante werkgever.”

Civiel effect

Probleem is wel dat deze nieuwe LLM’s over het algemeen geen civiel effect hebben behaald en dus niet kunnen beginnen als advocaat-stagiaires. Potjewijd: “Dat klopt, maar we leiden ze wel op tot advocaat. Het is dan vervolgens per persoon verschillend in welke jurisdictie ze uiteindelijk advocaat worden. Sommigen leren of kunnen inmiddels Nederlands, studeren Nederlands recht en worden hier beëdigd, anderen zullen een ‘bar exam’ kunnen doen in het land waar zij hun rechtenstudie hebben afgerond.”

De ervaringen tot nu toe stemmen Potjewijd zeer tevreden: “We constateren dat de meesten inmiddels wortel hebben geschoten en volop meedraaien in de praktijk. En blijkbaar bevalt het wederzijds want het aantal aanmeldingen voor The Brewery groeit sterk. Deze mensen voegen echt iets toe aan ons kantoor, zeker in de projecten van onze cliënten in het buitenland, en we gaan er dus ook zeker mee door.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven