
Na een gesprek met minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) zijn de burgemeesters van zeven provinciesteden optimistisch over het voortbestaan van hun rechtbanken.
De burgemeesters van Lelystad, Assen, Almelo, Dordrecht Alkmaar, Maastricht en Zutphen hebben in het gesprek met de minister, de rechtbankpresidenten en de Raad voor de Rechtspraak te horen gekregen dat niet wordt getornd aan de zaakspakketten van de zittingsplaatsen. Ook benadrukte de minister dat de rechtbanken dus niet uitgekleed worden.
Volgens het Meerjarenplan voor de Rechtspraak 2015-2020 zouden in de zeven genoemde rechtbanken alleen nog kleine zaken worden behandeld. Zo wilde de Rechtspraak bezuinigen op huisvestingskosten en tevens efficiënter werken. De Tweede Kamer zette hier echter een streep door.
Afgesproken is nu om de provinciale rechtbanken open te houden tot de evaluatie van de Wet herziening gerechtelijke kaart. Die moet voor 1 januari 2018 klaar zijn. Uitgangspunt blijft wel dat leegstand beperkt moet worden. Dat wordt nu een verantwoordelijkheid van alle 32 rechtbanken in Nederland en niet alleen van de eerder genoemde zeven. Samen met het ministerie voor Wonen en de betrokken gemeenten wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn voor leegkomende kantoren.
Burgemeester Marco Out (Assen) zegt een positief gevoel te hebben overgehouden aan het gesprek. Een woordvoerder van burgemeester Margreet Horselenberg (Lelystad) laat weten blij te zijn met de opstelling van de minister, maar waarschuwt voor te veel optimisme. “Er moet wel voldoende geld zijn voor de plannen.” Dat wordt pas duidelijk als de Tweede Kamer binnenkort praat over de voorjaarsnota.