Het Openbaar Ministerie heeft bij de Hoge Raad voor de tweede keer een overwinning behaald in de zogeheten Zaak Checkpoint, over het vervolgen van de eigenaar van coffeeshop Checkpoint in Terneuzen. De Hoge Raad oordeelde dat het OM slechts in uitzonderlijke gevallen niet-ontvankelijk is.
Het gerechtshof in Amsterdam verklaarde het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van de eigenaar van de coffeeshop, omdat de verdachte er, volgens het Hof, op mocht vertrouwen dat de gedoogvoorwaarden voor het verkopen en leveren van softdrugs niet werden overtreden en hij dus niet zou worden vervolgd. De Hoge Raad heeft dit arrest van het Hof vernietigd, zoals de Raad eerder een arrest van het Hof Den Haag van ongeveer dezelfde strekking vernietigde.
Volgens de Hoge Raad heeft het Hof Amsterdam niet vastgesteld dat het vertrouwen bij de coffeeshopeigenaar werd gewekt door uitlatingen van het OM, of door uitlatingen die zijn toe te schrijven aan het OM. Het hof oordeelde dat de verdachte de gedoogvoorwaarden zo mocht uitleggen als hij deed, en werden ze niet overschreden. Maar dat betekent volgens de Hoge Raad nog niet dat er niet mag worden vervolgd. Dat er geen andere criminele organisatie is betrokken bij de aanvoer van softdrugs wil nog niet zeggen dat Checkpoint niet als criminele organisatie mag worden gezien. De verdachte mocht dus worden vervolgd voor deelname aan een criminele organisatie.
De zaak gaat nu naar het Hof Den Bosch.