Controverse over laagdrempelige rechtspraak

Delen:

Foto Geert Snoeijer

“Voor de gewone burger is de civiele rechter geen redelijk alternatief. Dat is zorgelijk,” zei voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de rechtspraak vorig jaar. Hij verwoordde daarmee een gevoel dat breed leeft onder juristen. De NJV-preadviseurs Lieke Coenraad (VU) en Peter Ingelse (Reuling Schutte) citeerden hem dit jaar dan ook met instemming tijdens een bijeenkomst van de NJV in Den Haag.

De vraag is: Hoe maken we de civiele procedure weer toegankelijk voor de grote middenklasse? Voor de burger die te veel geld heeft voor gefinancierde rechtsbijstand, en te weinig om een advocaat van 200 euro (of meer) per uur te betalen?

In een brief aan de informateur vroeg Frits Bakker in maart om meer experimenteerruimte. Maar ook nu tieren de experimenten al welig in de Nederlandse rechtbanken. “Er wordt enorm veel geïnnoveerd binnen de rechtspraak,” zegt VU-hoogleraar Lieke Coenraad (privaatrecht en conflictoplossing). “Rechters zijn breder gaan kijken, en dat vind ik positief.”

Spreekuurrechter

De nieuwste vorm van laagdrempelige geschiloplossing is sinds oktober vorig jaar de spreekuurrechter bij de Rechtbank Noord-Nederland: een laagdrempelige, goedkope en informele rechtsgang, gericht op een snelle oplossing. En we hebben al de burenrechter, de e-Kantonrechter, de piketmediator, de geschillenbeslechting Gericht Op Oplossing (GOO) bij rechtbank Amsterdam, de coachmatrix voor echtscheidingen en nog een aantal procedures die met elkaar gemeen hebben dat de rechter aanstuurt op een snelle, informele oplossing, al dan niet met een vonnis.

Uit de cijfers blijkt dat het tot nu toe om bescheiden aantallen gaat. De burenrechter in Oost-Brabant kreeg in ruim twee jaar dertien zaken te verwerken, waarvan het in het elf gevallen kwam tot een schikking of een vonnis. Dat aantal blijft volgens woordvoerder Ilse Westenenk van de rechtbank Oost-Brabant achter bij de verwachting, omdat de procedure is gebaseerd op vrijwilligheid van beide partijen. “Als de ene partij naar de burenrechter wil stappen, moet de andere partij daarmee instemmen. Dat blijkt in de praktijk een bottleneck.”

Ook bij de eKantonrechter loopt het nog niet storm met tien afgehandelde zaken sinds 2014. Hier is het vrijwilligheidsvereiste eveneens de bottleneck, zegt woordvoerder Barbara den Uijl van de Raad voor de Rechtspraak. “Vandaar ook dat we pleiten voor aanpassing van wetgeving die de ontwikkeling van dit soort laagdrempelige procedures makkelijker moet maken.”

Gloeiende plaat

In 2016 stonden er bij de Nederlandse gerechten 1.146.000 civiele zaken op de rol. Voor deze grote groepen rechtzoekenden bieden de laagdrempelige alternatieven nu geen soelaas. De vraag is of dat in de toekomst onder de huidige procesregels wel het geval kan zijn.

Professor Eddy Bauw (hoogleraar privaatrecht en directeur van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht) denkt van niet. Het grote obstakel voor experimentele geschiloplossingen ligt volgens hem in artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een rechter mag alleen laagdrempelig werken als beide partijen instemmen.  “Dat zet dus geen zoden aan de dijk,” meent Bauw. “Partijen die op zodanig goede voet met elkaar staan dat ze instemmen met een spreekuurrechter, waren er zonder rechter of met een ander soort bemiddelaar wellicht ook wel uitgekomen.” Bauw pleit daarom voor het verruimen van artikel 96 Rv. “Dan worden experimenten met nieuwe procedurevormen mogelijk die niet louter zijn gebaseerd op een gezamenlijk keuze van partijen. Anders blijven de experimenten druppeltjes op een gloeiende plaat.”

Maurits Barendrecht, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Tilburg en onderzoeksdirecteur bij innovatie-instituut HiiL, zit ook op die lijn. “Op basis van vrijwilligheid lukt het niet. Als dat wel kon, hadden we geen civiele overheidsrechtspraak nodig. De drang om het nu echt samen, hier op deze plek, te komen oplossen, is wezenlijk.” In zijn rapport ‘Menselijk en rechtvaardig, Is de rechtsstaat er voor de burger? schetst Barendrecht een somber beeld van de zogenoemde ‘kansloze pilots’. “De nieuwe ontwikkelingen worden aan of bestaande systemen gemonteerd op een manier die bij voorbaat kansloos is.”

Goed gesprek

Initiatiefnemer Ton Lennaerts van de spreekuurrechter kijkt daar heel anders tegen aan. “Een goed gesprek onder regie van de rechter is de basis van laagdrempelige conflictoplossing,” zegt rechter en wetenschapper Lennaerts. “En tot een goed gesprek kun je niemand dwingen, en dus heeft het geen zin iemand daartoe te verplichten.”

Lennaerts wordt in zijn opvatting gesteund door Belgische emeritus-vrederechter mr. dr. G. Rommel. De Vlaming ziet de vrijwilligheid juist als een van succesfactoren van de spreekuurrechter. “In België bestaat ‘de grande conciliation’, de verplichte verzoening sinds 1790,” verklaart Rommel. “Die heeft nooit voldoening geschonken en werd opgeheven. Maar sedertdien werd ze op gezette tijden heringevoerd en steeds werd het een mislukking.”

De reden voor het falen is volgens Rommel simpel: “Je kunt mensen niet verplichten om te praten om tot overeenstemming te komen. Overeenkomen is een delicaat proces dat onverenigbaar is met dwang.”

Coachmatrix

VU-hoogleraar Lieke Coenraad juicht het zonder meer toe dat rechters nieuwe wegen zoeken om conflicten op te lossen. Ze noemt onder mee Gericht Op Oplossing en de coachmatrix (waarbij de rechter mediationtechnieken toepast) als nieuwe tendensen “en de spreekuurrechter past daar bij.” Maar het moet wel vrijblijvend zijn, meent Coenraad. “Niet verplichten maar verleiden.”

Dat deze pilots kwantitatief nu geen zoden aan de dijk zetten, vindt ze geen probleem. “Dit zijn experimenten, en ze plaveien de weg naar een cultuuromslag die niet meer te keren is.”

De regels hoeven daarvoor niet veranderd te worden, vindt Coenraad. “Er is nu al genoeg ruimte binnen de wet. Voor het anders invullen van de comparitie heb je geen wetswijziging nodig. Wat er wel moet gebeuren is evalueren van de innovaties en daarop regie voeren. Kijken wat wel werkt of wat niet, en dan besluiten wat beleid moet worden en wat beter kan.”

De VU is betrokken bij evaluaties van meerdere pilots. Op basis daarvan kan de Rechtspraak de knoop doorhakken. Frits Bakker heeft op 11 mei in een interview op mr-online van al een schot voor de boeg gegeven: Wat hem betreft wordt meewerken een laagdrempelige procedures verplicht.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven