Daas

Delen:

‘s Ochtends om 7 uur kom ik aan op Schiphol na een lange vlucht uit New York. Ik heb in het vliegtuig niet kunnen slapen en voel me daas. Tijdens het wachten op mijn koffer wil ik mijn tijd goed gebruiken en alvast mijn treinkaartje naar Amsterdam kopen. In het gele ticket apparaat duw ik mijn credit card in de gleuf. Op het schermpje verschijnt het woord “storing”. Mijn kaart komt niet terug. Ik druk op allerlei knopjes, maar er gebeurt niets meer. Daar sta ik dan op de vroege vrijdagmorgen zonder credit card, zonder Euro’s. Op het gele ticket apparaat staat een telefoonnummer. Stuurs vraagt de dame de ik aan de lijn krijg, waarom ik bel. Ik leg mijn situatie uit.

‘Helaas meneer, ik kan u nu niet helpen. Er is een landelijke storing in de software van de NS. Overal liggen de kaartverkooppunten eruit.’ Ze adviseert me de creditcard maatschappij te bellen om de kaart te laten blokkeren. Hier aarzel ik. Ik weet niet meer welke credit card ik gebruikt heb. Ik herinner me alleen de groene kleur.

‘Kunt u niet een monteur sturen die mijn kaart uit de machine haalt?’ vraag ik. Maar bij de NS is de servicegedachte op de vroege vrijdagochtend nog niet tot wasdom gekomen. ‘Het is heel druk. Dat zult u begrijpen. Het gaat zeker vier uur duren, voordat er een monteur beschikbaar komt.’

Ik vraag de NS begrip voor mijn situatie. ‘Uw apparatuur slikt mijn creditcard in, ik sta hier zonder geld en nu moet ik een uur of vier op de monteur gaan wachten? Ik heb vandaag een vergadering die ik niet kan missen.’ De NS is onverbiddelijk. Eerder kan niet, ik heb pech. Mopperend spreek ik af dat ik zondagochtend, wanneer ik weer terugvlieg naar New York mijn credit card bij de ‘Lost and Found’ van de spoorwegen zal afhalen.

Na twee heerlijke dagen in Amsterdam sta ik zondagochtend aan de balie op Schiphol.

‘Hoezo een credit card afhalen? Ik weet van niets’ zegt de jongen achter het loket. Met frisse tegenzin staat hij op. ‘Even aan de chef vragen’. Een eindje verderop doet hij verslag. De chef werpt een steelse blik naar mij. Waar discussieren ze toch over? Dan komen ze samen naar het loket.

‘Niemand heeft hier iets afgegeven Maar we kunnen de monteur wel even voor u bellen.’

Inmiddels word ik onrustig. Mijn vliegtuig vertrekt over een uur en ik moet nog inchecken. De chef gaat bellen. Het wachten valt me zwaar. De minuten vliegen voorbij en ik heb visioenen dat de gate sluit en ik niet meer aan boord mag. Dan komt ze met een plechtig gezicht naar de balie gelopen.

‘Meneer Dittrich, Goed en slecht nieuws. De monteur herinnert zich dat hij in het ticketapparaat een credit card heeft aangetroffen. Hij wist dat er over gebeld was.’

‘Wat is dan het slechte nieuws?’ vraag ik.

‘Hij heeft de kaart door midden geknipt. Dat is onze privacy procedure.”

Ik spring uit mijn vel. ‘We hadden toch afgesproken dat ik hem zou komen ophalen? Waarom wordt mijn credit card zonder mijn toestemming vernietigd? Mijn naam staat er op!’

Veel tijd om te klagen heb ik niet, anders mis ik mijn vlucht. Ik noteer een telefoonnummer waar ik mijn beklag kan doen en ren naar de vertrekhal. Als een van de laatste passagiers kom ik het vliegtuig binnen.

Eenmaal hoog boven de Atlantische oceaan kalmeer ik en kijk in mijn portemonnaiee. Na aankomst in New York moet ik de pas laten blokkeren en controleren of er niet in tussentijd geld van mijn rekening is afgeschreven.

Maar dan gebeurt er iets vreemds. Ik zal dat moment niet gauw meer vergeten. Wat raar! Al mijn credit cards zitten keurig naast elkaar in mijn portemonnaiee. Er mist er geen een. Hoe kan ik me nu herinneren dat het gele ticketapparaat mijn kaart heeft ingeslikt en niet heeft teruggegeven, terwijl ik al mijn credit cards voor me heb liggen? Weet de monteur zeker dat het mijn kaart was die hij doormidden heeft geknipt?

Eenmaal geland in New York heb ik mezelf overtuigd dat de jetlag me op vrijdagochtend danig parten had gespeeld en dat er niets aan de hand is. Ik bel naar de NS om de Spoorwegen te vertellen dat er van een misverstand sprake is. Ik krijg dezelfde mevrouw aan de lijn. Nog voordat ik haar mijn excuses kan maken, zegt ze:

‘Wat vervelend dat de monteur niet wist dat hij uw kaart af moest geven bij de Lost & Found. We gaan dat intern bespreken.’ Nu raak ik weer in verwarring. Mis ik toch een kaart? Misschien is het mijn tweede jetlag die nu opspeelt en mijn herinnering vervaagt. Ik vraag haar de monteur opnieuw te bellen. Heeft hij mijn naam op de credit card zien staan? Wat voor soort kaart was het? Na een tijdje bel ik terug om de uitslag te horen.

‘Dat registreren we uit privacy-overwegingen niet. Maar de monteur is er bijna 100 % zeker van dat het uw kaart is die hij heeft doorgeknipt.’

Daar zit ik dan. Daas en met een dubbele jetlag. Altijd zal ik blijven twijfelen of ik een groenige credit card mis. Niet echt een goede uitgangspositie om me bij de NS te beklagen over het privacy-beleid.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven