1. Rechter mag aansprakelijkheid bestuurder in faillissement matigen
In deze zaak gaat het over een bestuurder van een bedrijf die verantwoordelijk wordt gehouden voor het tekort in de faillissementsboedel van het bedrijf. De bestuurder en het bedrijf hebben een motiveringsklacht ingesteld. Volgens hen heeft het gerechtshof namelijk niet voldoende gemotiveerd waarom de bestuurdersaansprakelijkheid niet wordt gematigd. De AG maakt in een conclusie aan de Hoge Raad duidelijk dat hij het daar niet mee eens is. Is een bestuurder aansprakelijk voor het tekort in de faillissementsboedel? Dan mag de rechter beslissen de boete te matigen, maar dat hoeft hij niet te doen.
2. Beklamel-norm blijft standaard voor vaststellen externe bestuurdersaansprakelijkheid
In deze zaak vindt de bestuurder dat het hier gaat om de vraag of een bestuurder er ernstig rekening mee moet houden dat het bedrijf niet kan nakomen. De AG maakt in een conclusie aan de Hoge Raad duidelijk dat dit niet dezelfde norm is als de Beklamel-norm. Deze lagere drempel dan de Beklamel-norm geldt niet als standaard voor het aannemen van externe bestuurdersaansprakelijkheid. De rechter kan een minder strenge toets toepassen, maar hij hoeft dat niet te doen. De AG vindt daarom dat het gerechtshof terecht de Beklamel-norm had toegepast in deze zaak.
3. Wettelijke betaaltermijn mkb naar 30 dagen
Het wetsvoorstel Verkorten wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen verkort de wettelijke betaaltermijnen van het grootbedrijf aan het midden- en klein bedrijf van 60 naar 30 dagen. Hiermee is de betaaltermijn gelijk aan de betaaltermijn van de overheid. Dit wetsvoorstel is goedgekeurd door de Tweede Kamer.
4. Gerechtshof mag na comparitie meteen uitspraak doen bij voldoende informatie
Een gerechtshof mag na een comparitie meteen een uitspraak doen volgens het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven. Dat kan als het gerechtshof alle informatie heeft die nodig is om over de zaak te oordelen. Dit heeft de AG in een advies aan de Hoge Raad duidelijk gemaakt.
5. Geen kennelijk onbehoorlijk bestuur bij aanvaardbare verklaring voor verzuim
Gaat een bedrijf failliet en heeft het bedrijf niet voldaan aan de publicatieplicht van artikel 2:394 BW? Dan is het bestuur schuldig van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Er is een vermoeden dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is op grond van artikel 2:248 BW. Dit is anders als het om een niet belangrijk verzuim gaat. Dat is zo als er een aanvaardbare verklaring is voor het verzuim. Dit heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch duidelijk gemaakt.
6. Bestuurdersaansprakelijkheid alleen bij persoonlijk ernstig verwijt
Betaalt een bedrijf rekeningen van schuldeisers niet? Dan betekent dat niet dat de bestuurder van het bedrijf de rekeningen moet betalen. De bestuurder is alleen aansprakelijk als hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Dit heeft de rechtbank Noord-Holland nog eens duidelijk gemaakt.
7. Overeenstemming over uittredingsvergoeding niet nodig voor beëindiging vof
Zegt een vennoot van een vof de vennootschapsovereenkomst op, maar is er geen overeenstemming over de hoogte van de uittredingsvergoeding? Dan is de vof toch beëindigd. Dit heeft de rechtbank Noord-Nederland duidelijk gemaakt.
Gratis 10 PO-punten bij Hoffelijk Juridisch!
Wij hebben, binnen de subsidieregeling NL leert door, een budget toegekend gekregen om advocaten kosteloos 10 PO-punten aan te bieden middels Permanent Actueel. Bovenstaande artikelen vormen samen met een verdiepingskader, oefenvragen én praktische tips een e-learning in Permanent Actueel waarmee je je eerste PO-punt kunt behalen.
Meld je nu aan en ga direct aan de slag met het behalen van je PO-punten!
