De controversiële uitspraak van het EHRM: een vaccinatie verplichting

Enkele dagen geleden deed het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uitspraak in de zaak Vavřička en anderen tegen Tsjechië. Een uitspraak die grote gevolgen kan hebben voor de COVID-19-vaccinaties in Europa en uitgebreid is besproken in de media.

Delen:

beeld: Depositphotos

In Tsjechië geldt een plicht om kinderen voor negen verschillende ziektes te vaccineren. Het gaat om ziektes die zeer bekend zijn in de medische wetenschap, bijvoorbeeld hepatitis B en tetanus. Hoewel deze verplichting niet fysiek is af te dwingen, kan er wel een boete worden opgelegd. Dit vond dan ook plaats. Bepaalde ouders besloten hun kinderen niet te vaccineren en kregen een boete voor hun kiezen. Als hun kinderen niet waren gevaccineerd, kregen zij geen toegang tot een verplegingsschool. Deze partijen kwamen op tegen de vaccinatieplicht.

Criteria

Verplichte vaccinatie staat op gespannen voet met artikel 8 EVRM, die het recht op eerbiediging van het privéleven en de daarmee in verband staande lichamelijke integriteit regelt. Ook het weigeren om niet-gevaccineerde personen toe te laten stond indirect in verband met dit artikel. Verder moet een inbreuk op het EVRM-artikel voldoen aan enkele vereisten, eer de inbreuk geoorloofd is. De inbreuk moet bij wet zijn voorzien, een legitiem doel nastreven en noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.

De inbreuk was inderdaad bij wet voorzien en streefde daarnaast een legitiem doel na, namelijk de volksgezondheid. Het derde vereiste, de proportionaliteits- en noodzakelijkheidstoets, houdt praktisch in dat het belang van de uitoefening van het mensenrecht door de rechter wordt afgewogen tegen het belang van de beperking. Of aan de voorwaarde is voldaan, hangt af van drie criteria: de margin of appreciation, de gronden die aan de beperking ten grondslag liggen moeten relevant and sufficient zijn en er dient een pressing social need te bestaan.

Veiligheid

De beleidsvrijheid van Tsjechië was in dit geval groot, aangezien elke staat verantwoordelijk is om een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad te realiseren. Deze problematiek is sterk gerelateerd aan de publieke solidariteit. De redenen achter de beperking waren tevens voldoende. De veiligheid van de generale bevolking en efficiëntie van het vaccinatieprogramma waren belangrijk genoeg voor een privacy-inbreuk. De dringende maatschappelijke behoefte komt voorts naar voren bij de verplichting van staten om maatregelen te nemen ter bescherming van de gezondheid van haar burgers, dat in verband staat tot een hoge vaccinatiegraad. De vaccinatieplicht is dus in de ogen van het Europees hof gerechtvaardigd.

Of deze lijn wordt doorgetrokken richting COVID-19-vaccins, zal de toekomst moeten uitmaken. Het biedt, naar de gebruikte argumentatie, in ieder geval een stevige basis voor zo’n verplichting.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven