De reserves van de Hoge Raad mogen zich blijven warmlopen

Delen:

Dat reservisten van de Hoge Raad beraadslagen over zaken? Niks mis mee. Zolang ze zich maar niet bemoeien met de behandeling en de beslissing van de zaak. Dat antwoordt minister Dekker (voor Rechtsbescherming) op vragen van de Tweede Kamerleden Groothuizen (D66), Van Nispen (SP) en Van den Berge (GroenLinks).

De Kamerleden hadden de vragen gesteld na kritiek op het inzetten van reservisten door Hans Ulrich Jessurun d’Oliveira, in zijn boekje ‘Een boekje open over de Hoge Raad en zijn ‘reservisten’. Jessurun d’Oliveira stelt dat het inzetten van reservisten strijdig is met artikel 75 van de Wet RO.

De zetel

De minister antwoordt dat volgens artikel 75, tweede en derde lid, van de Wet RO zaken in beginsel worden behandeld en beslist door drie of vijf leden van een meervoudige kamer. Deze combinatie van raadsheren wordt door de Hoge Raad ook wel de zetel genoemd.

De minister vervolgt: “In het Reglement inwendige dienst van de Hoge Raad, dat is opgenomen in het Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden is de rol beschreven van de zogenoemde reservisten; dat zijn de leden van een kamer van de Hoge Raad die in een specifieke zaak niet tot de zetel behoren.”

Rechtseenheid

De minister schrijft dat artikel 75 vierde lid van de Wet RO de wettelijke basis vormt voor het Procesreglement. Een verdere vastlegging en uitwerking is opgenomen in het Protocol deelname aan behandeling en beraadslaging van de Hoge Raad. In beide documenten, in samenhang met elkaar, is expliciet vastgelegd dat reservisten niet zijn belast met de behandeling en beslissing van een zaak, maar dat zij met het oog op het bewaken van de rechtseenheid in de kamer wel kunnen deelnemen aan de beraadslaging over zaken in raadkamer.

Daarmee is de rol van de reservisten niet strijdig met de Wet RO, aldus de bewindsman. “De rol van de reservisten beperkt zich dus tot rechtskundige inbreng in zaken die door hun directe collega’s worden behandeld en beslist. Die inbreng is van groot belang voor de consistentie van de cassatierechtspraak en daarmee voor de rechtseenheid en rechtszekerheid. Deze beperkte rol brengt met zich mee dat reservisten niet deelnemen aan de hoofdelijke omvraag als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet RO; zij beslissen de zaak immers niet.”

Wrakingsverzoek

“Mijns inziens,” oordeelt de minister, “Bestaat er dan ook geen aanleiding om de wet aan te passen. De minister verwijst naar het arrest van de Hoge Raad van 21 december. De advocaat Willem Jebbink wilde toen alle leden van de strafkamer van de Hoge Raad wraken. De Hoge Raad wees het wrakingsverzoek af.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven