Tot nu toe oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat het willen ontvangen van een vergoeding van bezwaarkosten in een zaak voldoende procesbelang opleverde, ook al is met de procedure zelf niets meer te bereiken. In enkele uitspraken van 2 april 2024 wijzigt de Raad die koers. Vanaf nu vindt de CRvB dat het enkel niet toekennen van een vergoeding van bezwaarkosten niet langer een zelfstandig procesbelang oplevert.
Oordeel
De Raad kwam met dit oordeel naar aanleiding van enkele hogerberoepszaken waarin inwoners bij de gemeente Hof van Twente huishoudelijke hulp hadden aangevraagd. Zij vonden dat er te weinig hulp was toegekend en waren daarom een procedure begonnen. Later kregen zij alsnog de gewenste hoeveelheid hulp.
De vraag rees toen wat de aanvragers met de procedure nog wilden bereiken. Toekenning van meer hulp over de achterliggende periode kon niet meer en voor de toekomst hadden zij gekregen wat zij wilden.
Het motief werd duidelijk: de aanvragers wilden met de procedure een vergoeding van de kosten van hun bezwaar. Als zou blijken dat er ten onrechte minder hulp was toegekend over de achterliggende periode, dan zouden zij de kosten van bezwaar (ongeveer € 1.250,-) namelijk vergoed krijgen van de gemeente.
Geen procesbelang
De Centrale Raad van Beroep heeft nu bepaald dat men in zo’n geval een (hoger) beroep niet-ontvankelijk zal verklaren. Alleen een gewenste vergoeding van bezwaarkosten is volgens de Raad geen procesbelang meer. In meer algemene zin: als er geen inhoudelijk belang meer is bij de beoordeling van een zaak, dan is er geen procesbelang meer.
In de uitspraak oordeelt de Raad dat partijen die voorheen wilden doorprocederen via een juridische ‘no cure no pay’-praktijk van gefinancierde rechtsbijstand gebruik kunnen maken, en dat bepaalde proceskosten voor eigen rekening blijven. “Die kosten behoren tot de normale risico’s van het maatschappelijk verkeer.”
Uitzondering
Op de uitspraak van de CrvB geldt wel een uitzondering. Het kan voorkomen dat een bestuursorgaan iemand in bezwaar gelijk geeft en zijn besluit herroept, maar geen of een te lage vergoeding voor de bezwaarkosten toekent, terwijl daar wel om was gevraagd. In dat geval staat al vast dat het bestuursorgaan een onjuist besluit heeft genomen. Dan kun je wel bij de rechter procederen over – alleen – de vergoeding van de bezwaarkosten.
Ondoelmatig
De Raad wil voorkomen dat de rechter een inmiddels achterhaald geschil volledig inhoudelijk moet beoordelen. Dat leidt tot een ondoelmatige inzet van de schaarse capaciteit aan mensen, uren en budget binnen de bestuursrechtspraak. Doorprocederen met als enig doel het krijgen van een vergoeding van kosten van bezwaar, vindt de Centrale Raad van Beroep daarom ongewenst.