Mensen die ongewenst persoonlijke gegevens, bijvoorbeeld adressen of telefoonnummers, verspreiden om iemand te intimideren, kunnen daarvoor bestraft worden.
Daders riskeren een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van maximaal 22.500 euro. De maximale gevangenisstraf wordt met een derde verhoogd wanneer de doxing op personen met een bepaald beroep is gericht. Denk daarbij aan politici, rechters, advocaten, journalisten en politieagenten.
Echt onacceptabel
Toen hij het wetsvoorstel in 2021 in consultatie bracht, sprak minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) over een “meer dan schofterige” vorm van intimidatie. Zijn opvolgster Dilan Yeşilgöz noemt doxing “echt onacceptabel” en een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers.
Aanvankelijk stond er een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een boete van maximaal 8.700 euro op. Bij de behandeling in de Tweede Kamer werd dit na een amendement van Ingrid Michon-Derkzen (VVD) verhoogd.
Grote impact
Het komt de laatste jaren steeds vaker voor dat kwaadwillenden persoonlijke gegevens zoals privéadressen of telefoonnummers, maar ook informatie over familieleden of kinderen, openbaar maken. Dat gebeurt via chatgroepen en op sociale media en heeft als doel de slachtoffers angst aan te jagen.
Criminelen, actievoerders of anderen kunnen de verspreide gegevens gebruiken om mensen thuis op te zoeken, overlast te veroorzaken of ze op andere manieren te hinderen in hun dagelijkse leven. Doxing heeft meestal een grote impact op degenen die belaagd
Civiele procedure
De nieuwe wet geeft politie en Openbaar Ministerie ruimere mogelijkheden om op te treden tegen doxing. Slachtoffers kunnen daarnaast ook zelf een civiele procedure starten als bekend is wie de gewraakte content online heeft geplaatst. Dan kan een schadevergoeding en het offline halen van de onrechtmatige content worden geëist.