Faillissement en informatie

Delen:

Een faillissement komt in het feite neer op een collectief verhaal op het vermogen van de gefailleerde schuldenaar. Voor zover het nemen van verhaal het doel mag worden genoemd van een faillissement, dan is ‘informatie’ daar toch zeker een belangrijk middel toe. Zo geldt er voor de gefailleerde dan wel haar bestuurder(s) een inlichtingenplicht: voor een behoorlijke taakuitoefening door de curator een een doeltreffende afwikkeling van een faillissement is het noodzakelijk dat de gefailleerde de curator – gevraagd en ongevraagd – alle informatie verschaft over zijn of haar vermogen.

Maar tot welke ‘informatie’ zijn de individuele schuldeisers van de gefailleerde gerechtigd? Op grond van artikel 3:15j, aanhef en onder d, BW kunnen individuele schuldeisers in geval van faillissement van hun schuldenaar openlegging vorderen van de tot de boekhouding van de gefailleerde behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Het is dan wel van belang dat deze schuldeisers daarbij een rechtstreeks en voldoende belang hebben. Maar mag een individuele schuldeiser op basis van dat artikel ook openlegging van de boekhouding van de gefailleerde schuldenaar vorderen met het oog op een aansprakelijkstelling van een bij de gefailleerde betrokken derde, zoals een bestuurder of een feitelijk beleidsbepaler? Dat was lange tijd ongewis.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 8 april 2016 (ECLI:NL:HR:2016:612) duidelijkheid verschaft. Van het vereiste rechtstreeks en voldoende belang in de zin van artikel 3:15j, aanhef en onder d, BW is sprake indien de schuldeiser inzage in de boekhouding van de gefailleerde verlangt om zijn rechtsbetrekking met de gefailleerde (en daarmee met de failliete boedel) nader vast te (doen) stellen, bijvoorbeeld met betrekking tot de hoogte, de aard of de inhoud van zijn vordering. Inzage in de boeken van de gefailleerde met het oog op aansprakelijkstelling van een bij de gefailleerde betrokken derde levert niet een dergelijk belang op.

Inzage in de boeken van de gefailleerde kan in dergelijke gevallen via een andere route worden bereikt, zo geeft de Hoge Raad aan. De schuldeiser dient dan een vordering uit hoofde van artikel 843a Rv tegen de curator in te stellen. Inzage is overigens ook dan niet gegeven; de schuldeiser moet een rechtmatig belang hebben, terwijl er voorts gewichtige redenen om inzage te weigeren aan de zijde van de curator aanwezig kunnen zijn.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven