Voor zowel Marc als Fatima was een rechtenstudie niet hun Plan A. Fatima is zelfs drie keer uitgeloot voor geneeskunde. Rechten leek haar een verstandige studie: breed, toegankelijk, goed voor je algemene ontwikkeling en zoals je altijd hoort – ‘je kan er alle kanten mee op’. In het eerste jaar haalde ze op belastingrecht na alle vakken, maar toen ze werd geselecteerd voor het Nederlands elftal kwam het studeren op een zijspoor. “Over die laatste drie jaar heb ik uiteindelijk negen jaar gedaan”, vertelt ze. “Ik wilde het wel afmaken omdat ik het ook zag als een soort vangnet. In die jaren heb ik zelfs nog overwogen om alsnog geneeskunde te gaan studeren. Maar met coschappen lopen en dan nog specialiseren zou het nog een eeuwigheid duren voordat ik klaar zou zijn, en inmiddels was ik me op heel andere gebieden aan het ontplooien”.
Marc is begonnen met werktuigbouwkunde in Delft. ‘Dit duurt erg lang’, dacht hij al vrij snel. Hij ging er rechten in Leiden bij doen en vond dat meteen zo leuk dat die studie alle prioriteit kreeg. Zijn interesse lag in eerste instantie bij het internationaal recht en organisaties als het Joegoslaviëtribunaal en het International Criminal Court in Den Haag. Tijdens zijn stage bij een Amerikaans kantoor in Brussel maakte hij kennis met de commerciële advocatuur maar deed hij ook pro bono werk voor gevangenen in Guantánamo Bay. Zo zag hij dat het een het ander niet hoeft uit te sluiten en dat juist grote kantoren ook de ruimte hebben om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.
Fatima schreef haar scriptie over het recht op sport in jeugddetentiecentra en in hoeverre dat werd nageleefd. “Ik ben in heel wat inrichtingen geweest en dat ging me vaak aan het hart. Daar zitten niet alleen kinderen die iets verkeerds hebben gedaan, maar ook kinderen die uit huis zijn geplaatst omdat het daar niet veilig is of omdat ze hebben geprobeerd zichzelf iets aan te doen. Hoe dan ook komen ze in feite in een gevangenis terecht en kun je alleen maar hopen dat ze daar een beetje normaal uitkomen. Sport kan dan zo’n belangrijk middel zijn – een katalysator voor je sociale ontwikkeling, je gezondheid, je netwerk, je mentale gesteldheid. Juist in jeugddetentie cruciaal voor het toekomstperspectief van deze kinderen”.
Topsport
“Uiteindelijk was die rechtenstudie voor mij meer iets wat ik heb afgevinkt”, zegt Fatima. “Ik ben op zich verbaal sterk, analytisch, competitief en ik houd van discussiëren dus ergens past het strafrecht wel bij me, maar het was toch niet genoeg. Als je ergens passie voor hebt dan wíl je er graag aandacht aan schenken. Ik ben echt een sport- en spelletjesdier. Ik vond hockey heel erg leuk. Als ik iets heel leuk vind, wil ik het zo veel mogelijk doen. En alles wat ik doe wil ik zo goed mogelijk doen. Die combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik topsporter ben geworden”.
“En daarna ook dat ik als pokerspeler tien jaar lang de hele wereld over heb gereisd. Pokerstars had al mensen als Cristiano Ronaldo, Neymar, Boris Becker, Rafael Nadal en Alberto Tomba aan zich verbonden en zocht ook in Nederland een atleet. De pokerwereld bestaat voor 98% uit mannen, dus ik was wel een vreemde eend in de bijt maar de samenwerking beviel van beide kanten meteen heel goed. Ik benaderde ook dit weer als topsporter, ging er helemaal voor om zoveel mogelijk toernooien te spelen en zo goed mogelijk te worden. Als je die wereld niet kent heb je vaak een beeld van donkere, rokerige kelders en allemaal schimmige types met een Rolex. In werkelijkheid zit je op dat niveau gewoon in grote, felverlichte congreszalen met honderden heel slimme gasten die in volle concentratie zitten te spelen”.
Champions League
Ook de internationale advocatuur wordt vaak als topsport gezien. Marc begon zijn carrière zeventien jaar geleden bij Boekel de Nerée (in 2017 gefuseerd met en verdergegaan onder de naam Dentons). Hij is hoofd van de EU-mededingingspraktijk, co-hoofd van het Antitrust Litigation team en al bijna vier jaar managing partner van Dentons Amsterdam. Hij staat bekend om zijn uitgebreide ervaring in spraakmakende kartelschadezaken, onderzoeken naar misbruik van machtsposities, mededingingsaspecten van fusies en overnames, staatssteunzaken en compliance audits.
Hij procedeert onder andere veel tegen de overheid. “Dat is vaak een uphill battle, daar zit zoveel slagkracht en uithoudingsvermogen. Maar je moet je niet van je stuk laten brengen en je niet te snel gewonnen geven. Het gebeurt vaak genoeg dat je een zaak in eerste aanleg verliest maar dan in hoger beroep toch gelijk krijgt. En het is ook heel leuk want de overheid is natuurlijk de kwaadste niet en daarnaast ook een geduchte juridisch-inhoudelijke tegenstander”. Als procesadvocaat gaat zijn hart echter vooral sneller kloppen van het pleiten bij het Europese Hof van Justitie. “Je staat dan bij het hoogste hof op mijn rechtsgebied. Dat is toch – sorry voor het cliché – de Champions League”.
“Het mededingingsrecht heeft altijd mijn interesse gehad, vanuit een rechtvaardigheidsgevoel maar ook vanuit een overtuiging van het belang van het controleren van de macht. Het gaat om bedrijven, maar ook om personen. Als je je bedenkt dat een boete van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) kan oplopen tot 900.000 euro per overtreding voor een individu, kunnen de persoonlijke gevolgen ongelofelijk groot zijn. Als cliënten te maken krijgen met een onderzoek vanuit de Europese Commissie en in verhoorachtige situaties terechtkomen, wil ik van nature die mensen in bescherming nemen tegen dat machtige overheidsapparaat”.
“Maar denk bijvoorbeeld ook aan rijke sportbonden. Een zaak van schaatsers als Mark Tuitert, Sven Kramer en Ireen Wüst, die Associate Professor Ben van Rompuy van de Universiteit Leiden hebben ingeschakeld om – naast zijn academische werk – een zaak aan te spannen tegen de internationale schaatsunie. Deze sportbond had zichzelf in feite een monopolie toegekend in de organisatie van schaatswedstrijden en verbood schaatsers om mee te doen aan een lucratief demonstratietoernooi in Dubai. Deelname aan dat toernooi zou voor hen een levenslange schorsing betekenen. Een buitenproportionele straf natuurlijk. Als topsporter heb je een zeer beperkte tijd om carrière te maken. De kans dat je daarna (meteen) iets vindt met hetzelfde verdienvermogen is toch vrij klein, dus moet je mijns inziens in staat worden gesteld om alles uit die korte tijdsspanne te halen. De Europese Commissie heeft de schaatsers uiteindelijk gelijk gegeven – een uitspraak die ook buiten de schaatssport impact heeft gehad. Veel internationale sportbonden zijn erg machtig en moeten zorgvuldig met die macht omgaan”.
Level playing field
Dentons is al jaren verbonden aan padel. Fatima en Marc troffen elkaar eerder dit jaar bij het tekenen van het partnercontract tussen het advocatenkantoor en Decathlon Premier Padel Rotterdam. Marc speelt zelf ook vaak – met vrienden, collega’s en cliënten. “Een heel leuk spelletje. Dan geef ik 100%. Als advocaat heb ik altijd wel een uitgestreken gezicht, maar als het om padel gaat is mijn pokerface ver te zoeken!”
Ook Fatima is al jaren fanatiek padeller. “Padel kwam op mijn pad en ik vond het meteen zo leuk dat ik er helemaal voor ben gegaan”. Ze deed mee aan het WK voor senioren, waar ze helaas in de eerste wedstrijd geblesseerd raakte. Maar ook achter en voor de schermen is ze actief met de sport – sinds dit jaar is ze samen met oud-voetballer Rafael van der Vaart toernooidirecteur van het padeltoernooi Decathlon Premier Padel Rotterdam.
“Padel is dynamisch, wereldwijd een opkomende sport en een teamsport”, zegt Marc. “Het is daarnaast heel toegankelijk – je hebt het vrij snel onder de knie, wat voor een level playing field zorgt. Dat maakt het heel geschikt voor ons als kantoor. Ook als je het nog nooit hebt gedaan kun je al heel snel mee met de basics en een leuke wedstrijd hebben. We spelen heel vaak met collega’s, cliënten en studenten”. Tijdens Decathlon Premier Padel Rotterdam in Ahoy organiseerde Dentons nog een student padel event om rechtenstudenten kennis te laten maken met het kantoor en de collega’s.
“Ik ben me er altijd van bewust geweest dat ik het vanuit mijn achtergrond makkelijker heb gehad dan veel anderen”, vertelt Marc. “Des te belangrijker vind ik het om ook op onze eigen werkvloer mee te werken aan gelijke kansen voor iedereen. Een van de kantoorinitiatieven waar ik heel trots op ben is bijvoorbeeld het Dentons Diverse Excellence Scholarship. Dit was zo’n zes jaar geleden het idee van een van onze personal assistants. Iedereen was meteen heel enthousiast. We zijn nu studenten aan het werven voor de vijfde editie”.
“Met het scholarship proberen we juridisch talent aan te trekken dat ons anders minder snel zou vinden. Je kan nog zo goed zijn in je studie, als je niemand in je omgeving hebt waar je je aan kunt spiegelen, zie je jezelf toch niet zo gauw werken bij een global advocatenkantoor. De winnaar krijgt boeken en collegegeld vergoed, maar loopt ook stage bij ons en wordt een jaar lang gekoppeld aan twee mentoren – een partner en een senior. Dat netwerk en de toegang tot dit soort sparringpartners is onbetaalbaar. We hebben inmiddels tientallen studenten kunnen laten zien dat de Zuidas, en met name Dentons natuurlijk, een plek is waar ze hun ambities waar kunnen maken en zich ook thuis kunnen voelen”.
Voor Fatima was de Zuidas uiteindelijk niet het carrièrepad waar zij voor wilde gaan. “Iedereen vraagt altijd of ik mijn studie heb afgemaakt. Het antwoord is dus ja, maar als ik heel eerlijk ben vind ik het eigenlijk krachtiger om iets los te kunnen laten als het niet meer bij je past. Toch heeft de studie me veel gebracht. Je leert in bepaalde stappen te denken, bent veel bezig met taal en interpretatie. Ik heb veel sponsordeals gehad en had vroeger managers, maar dacht op een gegeven moment ‘ja wacht eens, ik weet ook gewoon hoe ik een contract moet lezen’. En bij RTL Boulevard hoor ik mijn medepresentatoren soms praten en denk dan weleens – ‘leg even uit, want ik denk niet dat iedereen het verschil tussen civiel recht en strafrecht begrijpt, of weet wat een bodemprocedure is’”.
“Het gaat er wat mij betreft in het leven om dat je blijft leren en dat je iets doet wat je uitdaagt, waar je voldoening uit haalt en waar je gelukkig van wordt”, zegt Fatima. “Ik geloof niet zo in het hele ‘schoenmaker blijf bij je leest’ idee – dat heb ik echt zo vaak gehoord. Vroeger dacht ik dan ook al ‘maar ik ben toch niet alleen maar op deze wereld gekomen om een hockeystick vast te houden’? Ik heb nooit stage gelopen maar heb wel van alles uitgeprobeerd, van in Onderweg naar Morgen acteren tot zingen en van Olympisch kampioen worden met hockey tot professioneel pokeren en nu toernooidirecteur van een padeltoernooi waar meer dan 36.000 mensen in één week naar Ahoy zijn gekomen. Het volgen van mijn passies heeft mijn horizon zo verbreed. Het gaat om durven, vallen en weer opstaan. Blijf toekomstgericht denken – misschien kan ik dit vandaag nog niet zo goed, of zelfs helemaal niet, maar als ik blijf proberen kan ik het morgen waarschijnlijk al beter”.