Financieel-economische strafzaken bij uitstek geschikt voor procesafspraken: doe er uw voordeel mee!

Het strafrecht biedt sinds enige tijd de mogelijkheid tot het maken van procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en een verdachte. Financieel-economische strafzaken lenen zich goed voor deze juridische mogelijkheid en verdachten kunnen hier hun voordeel mee doen.

Delen:

Depositphotos
Depositphotos

Sinds enige tijd biedt het strafrecht de mogelijkheid tot het maken van ‘procesafspraken’ tussen het Openbaar Ministerie en een verdachte. Die afspraken kunnen van alles inhouden. Zo kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat de verdediging afziet van het indienen van bepaalde onderzoekswensen of het voeren van bepaalde verweren en dat het Openbaar Ministerie op zijn beurt bijvoorbeeld de omvang van de tenlastelegging beperkt, een bepaalde straf eist of afziet van een ontneming (zie bijvoorbeeld: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 februari 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:561). Indien er tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging overeenstemming bestaat over een passende uitkomst van de zaak, dan wordt deze aan de rechter gepresenteerd. De rechter beoordeelt vervolgens deze afspraken en de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen en besluit tot slot of deze gevolgd of terzijde geschoven moeten worden

In de Nederlandse strafrechtsketen wordt er inmiddels volop gebruik gemaakt van procesafspraken, zeker bij financieel-economische strafzaken. Daar zijn valide redenen voor: vaak trekken dergelijke strafzaken door hun omvang en complexiteit een zware wissel op de keten, terwijl zowel het Openbaar Ministerie als de Rechtspraak op het moment kampen met capaciteitsgebreken. Procesafspraken kunnen als middel dienen om de keten te ontzien. Bovendien bevatten financieel-economische zaken doorgaans veel componenten waarover onderhandeld kan worden, wat dit soort zaken bij uitstek geschikt maakt voor het maken van procesafspraken. Verdachten kunnen hiermee hun voordeel doen. Een illustratief voorbeeld is een recente belastingfraude/witwaszaak van een 78-jarige vrouw.

In deze zaak (ECLI:NL:RBOVE:2024:691) werd door de verdediging de afspraak gemaakt dat er namens de vrouw geen verweren zouden worden gevoerd en dat afstand zou worden gedaan van € 68.215,- contanten en een voorraad gouden munten met een totaalwaarde van € 130.000,-. In ruil daarvoor zou het Openbaar Ministerie de rechtbank verzoeken om vrijspraak voor het witwassen van € 506.868,- en de rechtbank verzoeken om te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd op grond van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht voor het plegen van belastingfraude. De rechtbank accordeerde het voor de verdachte gunstige afdoeningsvoorstel. 

Door ‘in te leveren’ op de inbeslaggenomen contanten en munten kon de vrouw winst boeken op punitief vlak; een 9a-afdoening is immers een gewilde afdoening bij bewijsbare strafzaken. Het laat zich natuurlijk raden hoe gunstig voor verdachte deze zaak zijn zou zijn afgedaan als er geen procesafspraken waren gemaakt, maar dit voorbeeld laat duidelijk zien welke kansen de juridische mogelijkheid tot procesafspraken een verdachte biedt. Door een kwestie van geven en nemen kan sturing worden gegeven aan de uiteindelijke afdoening van de strafzaak en kunnen procesrisico’s worden beperkt. Doe er uw voordeel mee!  

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven